Sony DPP-EX5 Benutzerhandbuch

Seite 192

Advertising
background image

24

NL

Geselecteerde beelden op de “Memory Stick” afdrukken

5

Druk op PRINT.

Als u begint met afdrukken terwijl het voorbeeld wordt weergegeven

Alleen het beeld waarvan u een voorbeeld bekijkt, wordt afgedrukt.

Afdrukken stoppen

Druk op CANCEL. Het afdrukken wordt geannuleerd vanaf de volgende afdruk.

6

Als het afdrukken is beëindigd en het papier automatisch
wordt uitgevoerd, moet u het afgedrukte papier uit de
papierlade verwijderen.

Opmerkingen

• Werp de “Memory Stick” of PC card niet uit wanneer de “MEMORY STICK”

indicator knippert of de gegevensgebruiksmelding knippert. Indien u dat toch doet,
kunnen ze vastlopen.

• Tijdens het afdrukken mag de printer niet worden verplaatst noch uitgezet; de print

cartridge of het papier kunnen hierdoor geklemd raken. Indien dit toch gebeurt, zet
dan de printer uit en weer aan, en hervat het afdrukken vanaf het begin.

• Tijdens het afdrukken wordt het printpapier stapsgewijs deels uit de

papieruitvoergleuf geworpen. Trek nooit hard aan het papier voor de PRINT
indicator dooft en het printpapier automatisch wordt uitgevoerd.

• Bij een beeldbreedte of -hoogte van minder dan 480 punten verschijnt

het beeld verkleind. Het beeld kan worden afgedrukt maar de
afdrukkwaliteit is lager wegens het kleine beeldformaat.

• Een beeld zonder miniatuurgegevens, zoals beelden die met een

computertoepassing zijn gemaakt, wordt weergegeven zoals rechts
wordt aangegeven. Als u het symbool selecteert en het voorbeeld
wordt weergegeven, kunt u het beeld afdrukken.

• De tijd die nodig is om een voorbeeld weer te geven is afhankelijk van het aantal

bestanden op een “Memory Stick”, het beeldformaat en het bestandstype.

• De tijd die nodig is om de beeldenlijst weer te geven is afhankelijk van het aantal

bestanden op een “Memory Stick”, het beeldformaat, het bestandstype en het type
digitale camera.

• De printer kan geen beelden weergeven die zijn opgeslagen in een map van de vierde

of hogere hiërarchie.

• Het beeldnummer dat op het scherm wordt weergegeven, is hetzelfde als het

nummer dat op de digitale camera wordt weergegeven. Voor een bestand dat met
een computertoepassing is gemaakt, worden de eerste acht tekens van de
bestandsnaam weergegeven als beeldnummer op de printer.

•Wanneer u een beeldbestand op de computer een (nieuwe) naam geeft en de

bestandsnaam andere tekens dan alfanumerieke tekens bevat, wordt de
bestandsnaam of het beeld wellicht niet goed weergegeven (leesfout) op de printer.

Advertising