Een flitsmodus kiezen, Een flitsmodus kiezen – Sony DSC-L1 Benutzerhandbuch

Seite 166

Advertising
background image

32

DSC-L1 2-186-445-41(1) [OpenType FONT]

NL

2

VGA

FINE

101

96

F3.5

30

S AF

60min

Zorg dat het onderwerp zich

midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop halver-
wege ingedrukt om scherp
te stellen en druk daarna de
sluiterknop helemaal omlaag.

Het zelfontspannerlampje (blz. 10)
knippert en een pieptoon klinkt nadat u
op de sluiterknop hebt gedrukt totdat de
zelfontspanner in werking treedt (circa
10 seconden later).
Om de zelfontspanner halverwege
de procedure uit te schakelen

Druk opnieuw op

 ( ) op de regelknop. De

indicatie verdwijnt van het LCD-scherm.
Indien u de sluiterknop indrukt terwijl u vóór

de camera staat, is de kans aanwezig dat de
scherpstelling en de belichting niet correct
worden geregeld.

Een flitsmodus kiezen

VGA

101

96

S AF

60min

Zet de modusschakelaar op

en druk herhaaldelijk op

( ) op de regelknop om een
flitsmodus te kiezen.

Op het LCD-scherm verschijnt de gekozen
flitsmodus-indicatie vergroot (blz. 115).
Bij elke druk op

 ( ) verandert de

indicatie als volgt.

Geen indicatie (Automatisch):

De

flitser gaat automatisch af wanneer u
beelden opneemt op donkere plaatsen. De
fabrieksinstelling is Auto.

(Altijd flitsen):

De flitser gaat altijd af,

ongeacht de helderheid van de omgeving.

SL

(Langzame synchro):

De flitser gaat

altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving. In een donkere omgeving is
de sluitertijd lang zodat u de achtergrond
die buiten het bereik van de flitser ligt,
duidelijk kunt opnemen.

(Niet flitsen):

De flitser gaat niet af.

Indien het menu nog wordt weergegeven, druk

dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.

De aanbevolen opnameafstand is met gebruik

van de flitser ongeveer 0,2 m tot 2,0 m
(W)/0,5 m tot 1,5 m (T) (Wanneer [ISO] is
ingesteld op [Auto] bij de menu-instellingen).

De flitser gaat twee keer af. De eerste keer is de

voorflits, die gebruikt wordt om de hoeveelheid
flitslicht in te stellen en de tweede keer is de
eigenlijke flits, waarbij de opname plaats vindt.

De helderheid van de flitser kunt u, met

(Flash Level) bij de menu-instellingen, regelen
(blz. 57). (U kunt de helderheid van de flitser
niet instellen terwijl

(Camera) is ingesteld

op [Auto] op het menu.)

Wanneer u de instelling

SL

(langzame

synchro) of

(niet flitsen) gebruikt, wordt de

sluitertijd langer op donkere plaatsen, zodat het
verstandig is een statief te gebruiken.

Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert

het /CHG-lampje. Wanneer het opladen is
voltooid, gaat het lampje uit en is de flitsmodus
klaar voor gebruik.

De instelling van de flitsmodus blijft ook na het

uitschakelen van de camera bewaard.

Advertising