Voorzorgsmaatregelen, Voorzorgsmaatregelen" (blz. 100) – Sony DSC-W50 Benutzerhandbuch

Seite 206

Advertising
background image

NL

100

Voorzorgsmaatregelen

x

Bewaar/gebruik de camera niet op

de volgende plaatsen

• Op zeer warme, droge of vochtige plaatsen

Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto, kan de camerabehuizing door de hitte
vervormen, waardoor een storing kan optreden.

• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een

verwarmingsbron
De camerabehuizing kan verkleuren of
vervormen, waardoor een storing kan optreden.

• Op plaatsen onderhevig aan trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen

Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de
camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in bepaalde
gevallen kan deze storing niet worden
verholpen.

x

Vervoeren

Als de camera in de achterzak van uw broek of
jurk zit, mag u niet in een stoel of op een andere
plaats gaan zitten omdat, de camera hierdoor
beschadigd kan worden of defect kan raken.

x

Reiniging

Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een LCD-
reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz., te verwijderen.

Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.

De buitenkant van de camera reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon met
een zachte doek bevochtigd met water en veeg het
oppervlak daarna droog met een droge doek.
Gebruik de onderstaande middelen niet, omdat
deze de afwerking of het camerabehuizing kunnen
beschadigen.
• Chemische stoffen, zoals thinner, wasbenzine,

alcohol, wegwerpreinigingsdoeken,
insectenspray, zonnebrandcrème, insecticiden,
enz.

• Raak de camera niet aan als bovenstaande

middelen op uw handen zit.

• Laat de camera niet langdurig in contact met

rubber of vinyl.

x

Bedrijfstemperatuur

Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een
temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van
opnamen op extreem koude of warme plaatsen
met temperaturen die buiten het bovenstaande
bereik vallen, is niet aan te bevelen.

x

Condensvorming

Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar
een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren binnenin of op de buitenkant
van de camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.

Condensvorming treedt gemakkelijk op
wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals een

skihelling, naar een goed verwarmde ruimte
wordt overgebracht.

• De camera bij warm weer vanuit een kamer of

auto met airconditioning mee naar buiten wordt
genomen, enz.

Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera vanuit een koude naar een
warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera
in een goed gesloten plastic zak en laat u deze
gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omgevingsomstandigheden.

Wanneer er condensvorming optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur
om het vocht te laten verdampen. Als u probeert
om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de
lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden
niet helder zijn.

Advertising