Kenmerken van de bodem van de pan, Geen pan of ongeschikte afmeting, Lege pannen of pannen met een dunne bodem – Siemens EH375CE11E Benutzerhandbuch

Seite 16: Pandetectie, Het apparaat leren kennen, Het bedieningspaneel, De kookzones, Restwarmte-indicator

Advertising
background image

16

Kenmerken van de bodem van de pan
De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed

hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die

gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals

"sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op

gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard.

Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst

of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen

geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de

indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het

knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht

gaat de kookzone automatisch uit.

Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met

dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern

veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet

worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd

heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan

oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de

kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en

schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet

werkt, neem dan contact op met de technische dienst.

Pandetectie
Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die

afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt.

Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het

meest geschikt is voor de pan.

Het apparaat leren kennen

Deze gebruiksinstructies kunnen op de diverse kookplaten

toegepast worden. Op pagina 2 staat een algemeen overzicht

van de modellen met informatie over hun afmetingen.

Het bedieningspaneel

De kookzones

Restwarmte-indicator

De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke

kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones

met die indicatie niet aan.
Ook als de plaat uitgeschakeld is,blijft

œ

/

, branden zo lang de

kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone

uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator

œ

/

en

de geselecteerde kookstand.

$DQZLM]LQJHQ YRRU GH

RSHUDWLRQDOLWHLW ¯

YHUPRJHQVVWDQG ³É

UHVWZDUPWH ‡¤

%HGLHQLQJVYODN

YRRU GH

KRRIGVFKDNHODDU

%HGLHQLQJVNQRSSHQ YRRU KHW

VHOHFWHUHQ

YDQ GH NRRN]RQH

HQ GH YHUPRJHQVVWDQG

%HGLHQLQJVYODNNHQ

YRRU

° IXQFWLH SRZHUERRVW

Kookzone

Activeren en deactiveren

$

Enkelvoudige kookzone

Gebruik een pan met de geschikte maat.

ð

Dubbele kookzone

De zone wordt automatisch ingeschakeld als een pan gebruikt wordt waarvan

de bodem dezelfde maat heeft als de buitenste zone.

Gebruik enkel pannen die geschikt zijn om te koken op inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen".

Advertising