Sony DSLR-A700 Benutzerhandbuch

Seite 331

Advertising
background image

P

robl
em
en oplo

ss

e

n

NL

153

Het beeld is niet opgenomen.

Er is geen geheugenkaart geplaatst.

De sluiter wordt niet ontspannen.

Controleer de resterende opslagcapaciteit van de geheugenkaart (blz. 21). Als deze vol is,
doet u een van de volgende dingen:

Wis overbodige beelden (

t

stap 6 in "Lees dit eerst").

Vervang de geheugenkaart.

U kunt tijdens het opladen van de ingebouwde flitser geen beelden opnemen (

t

stap 5 in

"Lees dit eerst").

De sluiter kan niet worden ontspannen als het onderwerp niet is scherpgesteld. (De
sluitergrendel kan worden uitgeschakeld (blz. 101).)

De sluiter kan niet worden ontspannen wanneer de camera is aangesloten op een ander
apparaat, zoals een sterrentelescoop, enz. (De sluitergrendel kan worden uitgeschakeld in
deze situatie (blz. 109).)

De sluiter kan niet worden ontspannen wanneer "----" knippert in de hoek rechtsonder van de
LCD-monitor en "0" knippert in de zoeker. Deze indicatie betekent dat er geen geheugenkaart
in de camera is geplaatst of dat een verkeerd type geheugenkaart is geselecteerd. Selecteer het
type van uw geheugenkaart met [Geheugenkaart] in het menu Setup en plaats vervolgens
uw geheugenkaart in de camera (

t

stap 3 in "Lees dit eerst", blz. 123).

De sluiter kan niet worden ontspannen terwijl "--" brandt in de rechterbovenhoek van de
LCD-monitor. Deze indicator betekent dat de lens niet goed op de lensvatting is bevestigd.
Bevestig de lens goed (

t

stap 2 in "Lees dit eerst").

Het opnemen duurt erg lang.

De ruisonderdrukkingsfunctie wordt ingeschakeld (blz. 102). Dit is normaal.

De opnamestand is ingesteld op het RAW-formaat (blz. 95). Omdat een RAW-
gegevensbestand groot is, kost opnemen in de RAW-modus meer tijd.

Het beeld is onscherp.

Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Controleer de minimale brandpuntsafstand van de
lens.

U neemt op in de handmatige scherpstellingsfunctie. Stel de automatische
scherpstellingsfunctie in met de hendel bijgeleverol bij scherpstellingsfunctie (blz. 51).

U probeert een onderwerp op te nemen dat wellicht speciale scherpstelling behoeft (blz. 49).
Gebruik de scherpstelvergrendeling of de handmatige scherpstellingsfunctie (blz. 50, 52).

De flitser werkt niet.

De ingebouwde flitser zit dicht. Trek hem omhoog.

De flitserfunctie is ingesteld op [Autom.flitsen]. Als u er zeker van wilt zijn dat de flitser
altijd afgaat, stelt u de flitserfunctie in op [Invulflits] (blz. 72).

Advertising