Ng (150) – Sony DSLR-A350K Benutzerhandbuch

Seite 314

Advertising
background image

NL

150

De diafragmawaarde en/of de sluitertijd knipperen wanneer u de
ontspanknop tot halverwege indrukt.

• Aangezien het onderwerp te helder of te donker is, liggen deze waarden buiten

het beschikbare instelbereik van de camera. Maak de instellingen opnieuw.

Het beeld is wittig (Schittering).
Er verschijnt een lichtwaas op het beeld (Schaduwbeeld).

• De foto werd genomen onder een sterke lichtbron waarbij buitensporig veel

licht op de lens is gevallen. Bevestig de lenskap.

De hoeken van de foto zijn te donker.

• Als een filter of lenskap wordt gebruikt, haalt u deze eraf en maakt u de

opname opnieuw. Afhankelijk van de dikte van het filter en een onjuiste
bevestiging van de lenskap, kan het filter of de lenskap gedeeltelijk zichtbaar
zijn in het beeld. De optische eigenschappen van bepaalde lenzen kunnen
ertoe leiden dat de rand van het beeld te donker lijkt (onvoldoende licht).

De ogen van het onderwerp zijn rood.

• Schakel de functie rode-ogeneffectvermindering in (blz. 75).
• Ga dicht bij het onderwerp staan en neem het binnen het flitserbereik op

met de flitser (blz. 75).

Punten verschijnen en blijven op de LCD-monitor.

• Dit is normaal. Deze punten worden niet opgenomen (blz. 4).
• U kunt het effect van deze problemen verminderen door de functie

"Pixeltoewijzing" te gebruiken.

1

Stel de LIVE VIEW/OVF-schakelaar in op "LIVE VIEW".

2

Plaats de lensdop.

3

MENU-knop

t

3

t [Pixeltoewijzing] t [OK]

Het beeld is wazig.

• De foto werd opgenomen op een donkere locatie zonder gebruik te maken

van de flitser, waardoor camerabewegingen werden gemaakt. Wij adviseren
u de Super SteadyShot-functie of een statief te gebruiken. In deze situatie
kan de flitser worden gebruikt (blz. 42).

De EV-schaalverdeling b B knippert op de LCD-monitor of in de zoeker.

• Het onderwerp is te helder of te donker voor het lichtmeetbereik van de

camera.

Advertising