Ingebruikname – Dexaplan BA 611 Benutzerhandbuch

Seite 21

Advertising
background image

19

NL/BE

Ingebruikname

Netadapter:

Sluit de netadapter

I

aan op de aansluitbus voor

de netadapter

[

(9V).

Verbind de netadapter met een geschikte contactdoos
(230V ~ AC).

Na de succesvolle stroomaansluiting (via batterij en / of
netadapter) brandt de rode Power-LED

}

op de alar-

meenheid en het LC-display

w

verschijnt. Wanneer de

stroomverzorging naar het apparaat onderbroken wordt
en vervolgens weer tot stand komt, blijven alle instellingen
behalve datum en tijd in het geheugen van het apparaat
behouden. Wanneer u het apparaat zonder noodbatterij
bedient, licht de LED

q

alle drie seconden op.

Instellingen uitvoeren

Om naar de instellingsmodus te schakelen [PROG],
moet het apparaat gedeactiveerd zijn. (“ARM” is
dan niet meer op het display te zien).

Wanneer u binnen 10 seconden géén invoer in de
instellingsmodus uitvoert, verlaat het apparaat deze
modus automatisch.

Iedere druk op de toets van de alarmeenheid wordt
door een piepgeluid aangegeven.

Het in de fabriek ingestelde wachtwoord luidt “000”.

Wanneer u een verkeerd wachtwoord invoert en dit
met de toets OK

y

bevestigt, reageert het apparaat

met een “storingsgeluid” en verlaat vervolgens
automatisch de instellingsmodus.

Wachtwoord wijzigen:

Voer het huidige wachtwoord in (fabrieksinstelling:
“000”).

Druk op de toets PROG

r

.

Het woord “PASSWORD” linksboven op het LC-dis-
play

w

knippert.

Druk ter bevestiging op de toets OK

y

.

Voer met de cijfertoetsen 0 t / m 9

e

het nieuwe

wachtwoord (3 t / m 6 tekens) in.

(Wanneer u meer dan 6 tekens invoert, antwoordt
het apparaat met een “storingsgeluid”. Druk dan op
de toets OK

y

en begin na ca. 10 seconden opnieuw.)

Druk ter bevestiging op de toets OK

y

.

Wacht 10 sec. totdat het apparaat de instellingsmo-
dus automatisch verlaat.

Wanneer u uw wachtwoord hebt vergeten, voert u
een reset uit (zie “Reset”).

Telefoonnummers opslaan:
Belangrijke opmerking:
sla géén alarmnummers op
de geheugenplaatsen op.

U kunt max. 5 telefoonnummers (elk max. 14 tekens)
opslaan.
1.

Voer het huidige wachtwoord in.

2. Druk steeds weer op de toets PROG

r

totdat het

woord “MEMORY” boven op het LC-display

w

knippert.

3.

Druk ter bevestiging op de toets OK

y

.

4. Nu wordt op het LC-display de geheugenplaats 1

weergegeven.

5. Kies met behulp van de toetsen

o

en

i

een geheugenplaats van 1 t / m 5.

6. Geef het telefoonnummer in met de cijfertoetsen

0 t / m 9

e

(max. 14 tekens per geheugenplaats).

7.

Druk ter bevestiging op de toets OK

y

.

8. Wanneer u verdere telefoonnummers op andere ge-

heugenplaatsen wilt invoeren, herhaalt u de stap-
pen 3 t / m 7 totdat u alle gewenste telefoonnum-
mers hebt ingevoerd.

9. Wacht 10 sec. totdat het apparaat de instellingsmo-

dus automatisch verlaat.

Opslaan van een kiespauze in het telefoonnummer:
U kunt een kiespauze in het telefoonnummer opslaan
om bijv. bij een telefooninstallatie een buitenlijn te kiezen.

Volg hiervoor de stappen 1 t / m 5 uit het vooraf-

gaande hoofdstuk op.

Druk bij punt 6 op de gewenste plaats op de PAUSE-
toets

t

. Er verschijnt een “P” op het LC-display

w

.

Ga verder met het invoeren van het telefoonnummer
zoals beschreven in de punten 7 t / m 9 van het
voorafgaande hoofdstuk.
Op het LC-display verschijnt bijv.: 0P0123456789

Wanneer een alarm geactiveerd wordt en de alar-
meenheid het telefoonnummer kiest, wordt bij “P”
een kiespauze van 3,6 sec. gemaakt voordat de rest
van het telefoonnummer gekozen wordt.

Opgeslagen telefoonnummer wissen:

Voer het huidige wachtwoord in.

Druk steeds weer op de toets PROG

r

totdat het

woord “MEMORY” boven op het LC-display

w

knip-

pert.

Druk ter bevestiging op de toets OK

y

.

Nu wordt op het LC-display de geheugenplaats 1
weergegeven.

Kies met behulp van de toetsen

o

en

i

de

geheugenplaats 1 t / m 5.

Druk 2x op de toets OK

y

om het geselecteerde

telefoonnummer te wissen.

Wacht 10 sec. totdat het apparaat de instellings-
modus automatisch verlaat.

Sirene in- / uitschakelen:
De telefoonkiezer voor alarm- en noodgevallen heeft een
ingebouwde sirene. U kunt de sirene uitschakelen; wan-
neer dan een alarm wordt geactiveerd, kunt u de sirene
niet horen (stil alarm).
Wanneer de sirene uitgeschakeld is, wordt op het LC-
display

weergegeven.

Fabrieksinstelling: “SOUND ON” (sirene ingeschakeld).

Voer het huidige wachtwoord in.

Druk steeds weer op de toets PROG

r

totdat het

teken

boven op het LC-display

w

knippert.

Advertising