Auriol Z31092 - Handbuch (Seite 40)

40 NL
Q
Maanfasen
De volgende maanfasen worden met behulp van
het maanfasesymbool
6 weergegeven:
Nieuwe maan Wassende
halve maan
Halve maan Wassende
volle maan
Volle maan Afnemende
volle maan Halve maan Afnemende
halve maan
Q Weersvoorspelling
in gebruik nemen
Opmerking: luister bovendien naar het weer-
bericht van uw plaatselijke weerinstituut. Richt u
bij grote verschillen tussen de voorspellingen van
het apparaat en die van het plaatselijke weerin-
stituut naar het weerinstituut.
Druk gedurende ca. 3 seconden op de
HISTORY / WEATHER-toets
27 . Het weer-
symbool 1 knippert.
Stel het actuele weer in door op de “+“ /
°C / °F-toets
28 of de “–“ / MAX / MIN-to-
ets 29 te drukken.
U kunt kiezen uit de volgende weersymbolen:
= zonnig
= licht bewolkt
= bewolkt
= wolkbreuk /
onweer
= regenachtig
Druk op de HISTORY / WEATHER-toets 27
om uw instelling te bevestigen.
Opmerking: let op dat u de actuele waarde
correct instelt. In het andere geval kan de
weersvoorspelling niet goed worden weer-
gegeven.
Ca. 6 uur na de invoer van het actuele
weer begint het weerstation met de weers-
voorspelling.
Het weerstation kan de luchtdruktrend 25
weergeven.
De volgende weergaven zijn mogelijk:
= de luchtdruk zal stijgen.
= de luchtdruk blijft constant.
= de luchtdruk zal dalen.
Q Luchtdruk aflezen
Druk op de toets voor de relatieve / absolute
luchtdruk
30 om tussen de relatieve en de
absolute luchtdrukweergave heen en weer
te schakelen.
Opmerking: wanneer u de absolute weer-
gave hebt ingesteld, verschijn “Abs” op et
display. wanneer u de relatieve weergave
hebt ingesteld, verschijn “Rel” op et display.
Opmerking: de absolute luchtdruk wordt
door het weerstation gemeten.
Stel de relatieve luchtdruk in volgens de
luchtdruk in relatie tot de zeespiegel. Infor-
meer bij de lokale weerdienst naar de aan
de zeespiegel gerelateerde luchtdruk.
Druk gedurende ca. 3 seconden op de toets
relatieve / absolute luchtdruk
30 .
Druk op de “+“ / °C / °F-toets 28 resp. de
“–“ / MAX / MIN-toets 29 om de luchtdruk
in te stellen.
Druk op de toets voor de relatieve / absolute
luchtdruk
30 om uw instelling te bevestigen.
Q Luchtdruk van de afgelopen
12 uur aflezen
Druk op de HISTORY / WEATHER-toets 27
om de luchtdrukwaarden van de afgelopen
12 uur af te kunnen lezen.
0HR = actuele luchtdruk
–1HR = luchtdruk van een uur geleden
–2HR = luchtdruk van twee uur geleden, enz.
Druk gedurende 3 seconden op de “+“ /
°C / °F-toets
28 om tussen de eenheden
van de luchtdrukmeter in HG of mb / hPa
heen en weer te schakelen.
Q
Kanaal instellen
Open hiervoor het deksel van het batterijvakje
op de achterzijde van de buitensensor en
verwijder het.
Stel het kanaal in met behulp van de kanaal-
keuzeschakelaar
39 .
Druk op de kanaaltoets 26 gedurende ca. 3
seconden, tot een signaal klinkt. Het weer-
station heeft nu een signaal ontvangen.
Druk op de TX-toets 42 om de gemeten tempe-
ratuur handmatig naar het weerstationstation
te zenden.
Sluit het batterijvakje 40 vervolgens weer.