Livarno 6401–186L - Handbuch (Seite 14)

14 NL
Voorbereiding / Vóór de installatie / Ingebruikname
– Potlood / markeerstift
– Spanningstester
– Kruiskopschroevendraaier
– Boormachine
– Boren
– Zijsnijder
– Geleider
Vóór de installatie
Belangrijk: Laat de installatie uitvoeren door een
opgeleide elektricien of een voor elektro-installaties
bevoegde persoon. Deze persoon moet op de
hoogte zijn van de eigenschappen van de lamp en
van de aansluitvoorwaarden.
Maak u vóór de montage vertrouwd met alle
aanwijzingen en afbeeldingen in deze hand-
leiding en met de lamp zelf.
Waarborg vóór de montage dat er geen
spanning op de netkabel staat waarop de lamp
moet worden aangesloten. Verwijder hiervoor
de zekering of schakel het betreffende stroom-
circuit in de zekeringenkast uit (0-stand).
Controleer de spanningsvrijheid met een
spanningzoeker.
Ingebruikname
Lamp monteren
Opmerking: voor de montage hebt u een boor-
machine nodig.
VOORZICHTIG! GEVAAR VOOR LETSEL!
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw boor-
machine.
Verwijder de einddop 3a , als u deze door licht
drukken uit de verankering verwijdert en zijde-
lings wegschuift. De einddop, onder de voor
de aansluiting nodige contactstrip
6 ligt, is
gemarkeerd (zie sticker “Output wire”).
Verwijder de afdekkingen 1 , door deze
zijdelings eruit te schuiven.
Verwijder beide lampen 2 . Draai elke lamp 2
met een ¼ draai en trek ze uit de fitting. Gebruik
hiervoor een schone, stofvrije doek.
Verwijder de inliggende chroomkleurige reflec-
tor om de montageopeningen 7 vrij te maken.
Draai hiervoor de beide witte kunststofkappen
met een ¼-draai naar links en trek deze eruit.
Verwijder vervolgens de reflector.
Houd de lichten op de gewenste positie aan
het plafond.
Markeer vervolgens de boorgaten voor de
montageopeningen 7 (zie afb. B).
Boor nu de gaten (ø ca. 6 mm, diepte ca. 40 mm).
Let op dat u de stroomkabel niet beschadigt.
Steek de pluggen in de boorgaten. Gebruik
indien nodig een hamer als hulpmiddel.
Schroef vervolgens de schroeven in de pluggen
en laat deze ca. 2,0 mm van het plafond resp.
montagevlakken afstaan.
Schroef de schroeven in de daarvoor gemaakte
montageopeningen 7 van de lichten en schijn
het licht als deze zijdelings naar links of naar
rechts schuiven. Zet de schroeven vervolgens vast.
Zet nu de chroomkleurige reflector er weer in
en bevestig deze met de van tevoren verwijderde
witte kunststofkappen als u deze in de daar-
voor bestemde openingen zetten en met een
¼-draai naar rechts draait.
Controleer de juiste montage.
Leg de netaansluitkabel (extern)
5 door de
daarvoor gemaakte opening 4 van de daar-
voor verwijderde einddop 3a .
Opmerking: Om de netaansluitkabel (extern)
5 door de daarvoor gemaakte opening 4
te kunnen voeren, verwijdert u voorzichtig de
geperforeerde afdekplaat uit de opening
4 .
Verbind nu de aansluitkabel van de lichten met
de bijgevoegde klemmen 6 met de netaansluit-
kabel (extern) 5 .
Opmerking: let erop dat de individuele
geleider van de voedingskabel (extern) steeds
correct aansluit: stroomvoerende geleider, zwart
of bruin = symbool L, neutrale geleider, blauw =
symbool N, beschermleider, groen-geel = sym-
bool .