JVC CU-VD50 - Handbuch (Seite 80)

30
INSTELLING AFSPELEN
DIASHOW-EFFECTEN (Alleen voor stilstaande beelden)
Voor het opgeven van het vervaageffecten wanneer men overschakelt naar een
ander beeld.
UIT Vervaageffect uitschakelen.
AAN Fade-in of fade-out van zwarte kleur inschakelen.
INSTELLING VIDEO U kunt alleen instellingen voor videobeelden
configureren.
BEELDKWALITEIT
Voor het opgeven van de kwaliteit van videobeelden.
NORMAAL Ingesteld op deze waarde onder normale omstandigheden.
CINEMA Speelt beelden af met een kwaliteit van een bioscoop.
FIJN Speelt af in heldere scherp gedefinieerde beeldkwaliteit.
ZACHT
Speelt beelden af in een zachte gestructureerde
beeldkwaliteit.
INSTELL GEBRUIKER
Speelt beelden af in de beeldkwaliteit opgegeven in
“INSTELLING DETAILS”.
REDUCTIE DIGITALE RUIS
Voor het opgeven of u ruisverwijdering van het beeld wilt inschakelen.
UIT Ruisverwijdering uitschakelen.
AAN Ruisverwijdering inschakelen.
INSTELLING DETAILS
Voor het opgeven van de geavanceerde instellingen wanneer “BEELDKWALITEIT” is
ingesteld op “INSTELL GEBRUIKER”.
CONTRAST Voor het opgeven van het beeldcontrastniveau.
HELDERHEID Voor het opgeven van het beeldhelderheidsniveau.
SCHERPTE Voor het opgeven van de beeldcontour.
KLEUR Voor het opgeven van de kleurdintensiteit van het beeld.
GAMMA Voor het opgeven van het beeldgrijsniveau.
3DNR Voor het opgeven van het beeldruisreductie.
PROGRESSIEVE OUTPUT
Voor het afspelen van het bronmateriaal na het converteren naar een juiste
progressieve video.
AUTOM1
Bemerkt automatisch het filmmateriaal en het
videomateriaal en zet dit om in de geëigende
progressieve video.
AUTOM2
Als aanvulling op “AUTOM1”, merkt deze optie
automatisch de 30fps progressieve video en zet ze om in
de juiste progressieve video.
VIDEO
Converteert het videomateriaal in de juiste progressieve
video.
• Het veranderen van de instelling heeft mogelijk geen effect op
sommige afbeeldingen.
Opmerking
CU-VD50E_DU.book Page 30 Friday, June 20, 2008 9:30 AM