JVC UX-G4 - Handbuch (Seite 76)

19
Nederlands
3
Start de weergave van de bron—FM, AM
(MG) of met de AUX aansluiting verbonden
externe apparatuur.
• Met FM of AM (MG) als bron gekozen, moet u op de op
te nemen zender afstemmen.
• Zie “Opname van een disc—Disc-synchroonopname”
op bladzijde 20 voor opname van discs.
4
Druk op REC (opname).
• De REC indicator verschijnt en de 3 indicator
licht op het display op.
5
Druk op TAPE
¤ ‹.
De 3 indicator begint te knipperen en de
opname start.
• Indien er geen cassette is geplaatst wanneer u op REC drukt
“NO TAPE” verschijnt op het display.
• Indien een beschermde cassette is geplaatst wanneer u op
REC drukt
“PROTECT” verschijnt op het display.
Voor het tijdelijk stoppen van een opname,
drukt u op REC.
De opname wordt gepauzeerd. Druk op
TAPE
¤ ‹ om de opname voort te zetten.
Voor het stoppen van een opname,
drukt u op
7.
De opname stopt.
Voor het verwijderen van de cassette, drukt u
wanneer de opname is gestopt op PUSH OPEN.
Op beide zijden opnemen—Bandomkeerfunctie
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op REV.MODE
(bandomkeerfunctie) totdat
of
oplicht.
• Bij gebruik van de bandomkeerfunctie voor
opname, moet oplichten en start u de
opname in de voorwaartse (
3) richting.
Voor het annuleren van de bandomkeerfunctie, drukt u
herhaaldelijk op REV.MODE totdat
oplicht.
Verminderen van dreun—Dreunannulering
ALLEEN met de afstandsbediening:
Indien u tijdens opname van een AM (MG)-
uitzending een dreun hoort, drukt u herhaaldelijk
op BEAT CUT totdat de dreun minimaal is.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend “CUT-1”
en “CUT-2” op het display getoond.
BELANGRIJK:
• Het kan onwettig zijn om auteursrechtelijk beschermd
materiaal op te nemen of af te spelen zonder
toestemming van dauteursrechthebbende.
• Het opnameniveau wordt automatisch juist ingesteld en is
niet onderhevig aan andere geluidsinstellingen. U kunt het
geluid dus tijdens het opnemen bijstellen zonder dat het
volumeniveau van de opname verandert.
• Als op uw opnamen te veel ruis of kraken te horen is, staat
de eenheid mogelijk te dicht bij een TV. Houd voldoende
afstand tussen de eenheid en het TV.
• U kunt voor het opnemen cassettes van het type I
gebruiken.
• Schakel het toestel NIET uit tijdens weergave of
opname op een cassette. Het cassettedeck of de
band wordt anders mogelijk beschadigd.
• Gebruik GEEN type II en type IV cassettes. Dit
toestel is namelijk niet voor dergelijke cassettes
geschikt.
• Het gebruik van C-120 cassettes of langere
cassettes wordt afgeraden. De kwaliteit van dit
soort cassettes wordt namelijk sneller slechter
en daarbij raakt de band sneller tussen de
aandrukrollers en capstan verstrikt.
Bij het begin en eind van cassettebanden
Cassettes hebben een aanloopstrook waarop niet kan worden
opgenomen. Bij opname van een disc, FM/AM (MG)-uitzending of
externe apparatuur, moet u derhalve eerst even voorbij het
aanloopstrookje spoelen zodat uw opname beslist geheel, zonder het
begin te missen, wordt gemaakt.
De opnamen tegen wissen beveiligen
Aan de achterzijde van cassettes bevinden zich twee lipjes om
te voorkomen dat er per ongeluk opnamen worden gewist of
nieuwe opnamen worden gemaakt.
Verwijder deze lipjes om de opname tegen wissen te beveiligen.
Als u toch wilt opnemen op een beveiligde cassette, moet u
de gaatjes afdekken met plakband.
Opnemen
Plakband
REC
REC
PUSH OPEN
REV.MODE
MHz
REC
DOWN
4 7 ¢
UP
TAPE
BEAT CUT
Opnames op cassette maken
ALLEEN op de eenheid:
1
Plaats een opnamecassette met de band naar
beneden.
• Zie tevens bladzijde 14.
2
Sluit de cassettehouder voorzichtig.
NL_19-20_UX-G4&G3[E].p65 05.2.16, 1:21 PM 19