Tips voor het bakken – Siemens HC744540 Benutzerhandbuch

Seite 71

Advertising
background image

71

Brood en broodjes

Bij het bakken van brood de oven voorverwarmen als er niets

anders is aangegeven.

Giet nooit water in de hete oven.
Bij het bakken op 2 niveaus de braadslede altijd boven de

bakplaat inschuiven.

Tips voor het bakken

Sprits (voorverwarmen)

Bakplaat

3

%

140-150

30-40

Bakplaat

3

:

140-150

30-40

Braadslede + bakplaat

3+1

:

140-150

30-45

2 bakplaten + braadslede

5+3+1

:

130-140

40-55

Bitterkoekjes

Bakplaat

2

%

110-130

30-40

Braadslede + bakplaat

3+1

:

100-120

35-45

2 bakplaten + braadslede

5+3+1

:

100-120

40-50

Schuimgebak

Bakplaat

3

:

80-100

100-150

Deeg van bijv. soesjes

Bakplaat

2

%

200-220

30-40

Bladerdeeggebak

Bakplaat

3

:

180-200

20-30

Braadslede + bakplaat

3+1

:

180-200

25-35

2 bakplaten + braadslede

5+3+1

:

160-180

35-45

Gistdeeggebak

Bakplaat

3

%

180-200

20-30

Braadslede + bakplaat

3+1

:

170-190

25-35

Klein gebak

Toebehoren

Hoogte

Verwar-

mingsme-

thode

Temperatuur

in °C

Tijdsduur

in minuten

Brood en broodjes

Toebehoren

Hoogte

Verwar-

mingsme-

thode

Temperatuur

in °C

Tijdsduur

in minuten

Gistbrood van 1,2 kg bloem

Braadslede

2

%

300
200

8
35-45

Zuurdeegbrood van 1,2 kg

bloem

Braadslede

2

%

300
200

8
40-50

Broodjes (niet voorverwarmen)

Bakplaat

3

%

210-230

20-30

Broodjes van gistdeeg, zoet

Bakplaat

3

%

170-190

15-20

Braadslede + bakplaat

3+1

:

160-180

20-30

U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed door-

bakken is.

Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het

hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het

gebak klaar.

Het gebak zakt in.

Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager

in.Houd rekening met de omroertijden in het recept.

Het gebak is in het midden hoog gere-

zen en lager bij de randen.

De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig

los met een mes.

Het gebak wordt te donker aan de

bovenkant.

Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.

Het gebak is te droog.

Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt

u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden

hoger in en houd een kortere baktijd aan.

Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)

ziet er goed uit, maar is van binnen klef

(zacht, doortrokken met waterstrepen).

Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere tem-

peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi

het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recep-

ten en baktijden.

Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor-

den.

Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij

kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte

%

op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt

kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op

de plaat past.

Het vruchtengebak is te licht aan de

onderkant.

Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.

Het sap van de vruchten stroomt over.

Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.

Advertising
Dieses Handbuch ist für die folgenden Produkte bezogen werden: