De methode selecteren voor lichtmeting van het, Onderwerp (lichtmeetfunctie), G (95) – Sony DSLR-A500 Benutzerhandbuch

Seite 273

Advertising
background image

D

e opn
am
ef

unc
tie ge
brui
ke

n

95

NL

is verbonden met de camera, opnemen met een dubbelflitsapparaat of ringflitser voor
macro-opnamen, enz.), selecteert de camera automatisch de stand Voorflits DDL.

• Selecteer in de volgende gevallen [Voorflits DDL] omdat de camera geen

flitscompensatie kan uitvoeren met ADI-flits.
– Aan het flitsapparaat HVL-F36AM is een breed paneel bevestigd.
– Voor flitsopnamen wordt een diffuser gebruikt.
– Er wordt een filter met een belichtingsfactor, zoals een ND-filter, gebruikt.
– Er wordt een close-uplens gebruikt.

• ADI-flits is alleen beschikbaar in combinatie met een lens die is uitgerust met een

afstandscodeerder. Om te bepalen of uw lens is uitgerust met een afstandscodeerder,
raadpleegt u de gebruiksaanwijzing die bij de lens werd geleverd.

Fn-knop t

(Lichtmeetfunctie)

t Kies de gewenste stand

• Gebruik (Meervelds) voor meten voor algemene opnamen.
• Meet, wanneer er een onderwerp met veel contrast in het AF-gebied is, het

licht van het onderwerp dat u wilt vastleggen en maak gebruik van de
optimale belichting met de spotmeetfunctie en de AE-vergrendeling (blz. 90).

Opmerking

• Wanneer de belichtingsfunctie is ingesteld op AUTO of de scènekeuzefunctie, wordt

[Lichtmeetfunctie] vastgezet op (Meervelds) en kunt u de andere functies niet
selecteren.

De methode selecteren voor lichtmeting van het onderwerp

(Lichtmeetfunctie)

(Meervelds)

Bij deze instelling wordt het licht op elk veld gemeten na
opdeling van het totale gebied in meerdere velden en zo
wordt de juiste belichting van het gehele scherm bepaald.

(Centrum gericht) Deze functie legt de nadruk op het middelste deel van het scherm,

maar meet de gemiddelde helderheid van het gehele scherm.

(Spot)

In deze stand wordt het licht alleen gemeten in de spot-
lichtmeetcirkel die zich in het middengebied bevindt.

Opnametechnieken

Advertising