Ng (161) – Sony DSLR-A500 Benutzerhandbuch

Seite 339

Advertising
background image

Ov

er

ig

e

161

NL

Een foto die met de flitser is gemaakt, is te donker.

• Als het onderwerp zich buiten het flitserbereik (de afstand die door het

flitslicht kan worden bereikt) bevindt, zullen de beelden donker zijn omdat
het flitslicht het onderwerp niet bereikt. Als de ISO-gevoeligheid wordt
veranderd, verandert tevens het flitserbereik (blz. 88).

De datum en tijd worden onjuist opgenomen.

• Stel de datum en tijd in (blz. 22).

De diafragmawaarde en/of de sluitertijd knipperen wanneer u de
ontspanknop half indrukt.

• Aangezien het onderwerp te helder of te donker is, liggen deze waarden

buiten het beschikbare instelbereik van de camera. Maak de instellingen
opnieuw.

Het beeld is wittig (Schittering).
Er verschijnt een lichtwaas op het beeld (Schaduwbeeld).

• De foto werd genomen onder een sterke lichtbron waarbij buitensporig veel

licht op de lens is gevallen. Bevestig een zonnekap (los verkrijgbaar).

De hoeken van de foto zijn te donker.

• Als een filter of lenskap wordt gebruikt, haalt u deze eraf en maakt u de

opname opnieuw. Afhankelijk van de dikte van het filter en een onjuiste
bevestiging van de lenskap, kan het filter of de lenskap gedeeltelijk
zichtbaar zijn in het beeld. De optische eigenschappen van bepaalde lenzen
kunnen ertoe leiden dat de rand van het beeld te donker lijkt (onvoldoende
licht).

De ogen van het onderwerp zijn rood.

• Schakel de functie rode-ogen-effectvermindering in (blz. 88).
• Ga dicht bij het onderwerp staan en neem het binnen het flitserbereik op

met de flitser (blz. 88).

Punten verschijnen en blijven op de LCD-monitor.

• Dit is normaal. Deze punten worden niet opgenomen (blz. 5).
• U kunt het effect van deze problemen verminderen door de functie

"Pixeltoewijzing" te gebruiken.

1

Stel de LIVE VIEW/OVF-schakelaar in op "LIVE VIEW".

Advertising