Dexaplan GA 617 Benutzerhandbuch

Seite 12

Advertising
background image

23

22

NL

23

NL

De kabelgeleiding dient als snoerontlasting.

o Bevestig telkens een kabeluiteinde op een

schroefklem

i

. Bij de aansluiting hoeft

niet op polariteit te worden gelet.

Boordstroomvoorziening 12 V DC

o Los de aansluitkabel van de netadapter

van de schroefklemmen

i

.

o Voorzie de aansluitkabel van de stroom-

voorziening (12 V DC) in de auto, caravan
en boot van een schakelaar.

o Leg de geïsoleerde kabeluiteinden (ca. 8 mm)

van de 12 V DC aansluitkabel van de 12 V DC
stroombron in de kabelgeleiding

j

naar de

schroefklemmen

i

. De kabelgeleiding

dient als snoerontlasting.

o Bevestig telkens een kabeluiteinde op een

schroefklem

i

. Bij de aansluiting hoeft

niet op polariteit te worden gelet.

o

Belangrijke aanwijzing bij het bedrijf

met boordstroom! Er mag slechts één
spanningsvoorziening op de schroefklem-
men

i

worden aangesloten, ook wan-

neer het netapparaat niet aangesloten is.
Bij een dubbele aansluiting (parallelaan-
sluiting) wordt het netapparaat beschadigd.

Montage

o Trek de montagehouder

h

naar beneden

los van de achterzijde van de behuizing

g

(zie afb. B).

o Kenmerk de montageplaats met behulp

van de beide ronde gaten in de montage-
houder

h

.

o Bevestig de montagehouder

h

met de

bijgeleverde bevestigingsschroeven en
pluggen op de geselecteerde en geken-
merkte montageplaats.

o Schuif het gasalarm vlak van bovenaf op

de montagehouder

h

.

Bediening

Wanneer de stroomvoorziening correct is aan-
gesloten, wordt een automatische zelftest uit-
gevoerd. Het gasalarm produceert meerdere
harde geluiden, tevens knippert de rode
ALARM LED

c

op de voorzijde van de behui-

zing

a

. Vervolgens geeft de groene POWER

LED

d

aan dat het alarm bedrijfsgereed is

(zie afb. A).

12 V DC netadapter
Inschakelen:

o steek de netadapter direct en compleet in

een netcontactdoos 230 V ~ 50 Hz.
Gebruik geen tafelcontactdozen of ver-

lengkabels omdat deze onderbrekingen in
de stroomvoorziening kunnen veroorzaken.

Uitschakelen:

o onderbeek de verbinding van het netap-

paraat naar de contactdoos.

12 V DC Boordstroomvoorziening
Inschakelen:

o schakel de 12 V DC boordstroomvoorzie-

ning in.

Uitschakelen:

o schakel de 12 V DC boordstroomvoorzie-

ning uit.

Alarm bij uitstromend gas
Het gasalarm detecteert het uitstromende gas
via de sensor. Wanneer de gasconcentratie
aan de sensor de vooringestelde gevoelig-
heidsdrempel overschrijdt, wordt de gasuit-
stroming gesignaleerd: de rode ALARM LED

c

knippert en het harde alarmsignaal klinkt.
Het alarm klinkt totdat de gasconcentratie
weer daalt tot onder de vooringestelde gevoe-
ligheidsdrempel.

Handelwijze bij gaslekkage!

Functietest

Gebruik een gasaansteker voor de functietest
van het gasalarm.

o Laat direct aan de sensoropening

k

opzij

of beneden gas uit de aansteker ontwijken.

o Waarborg dat geen vlam brandt. Het

gasalarm detecteert het uitstromende gas
via de sensor. Wanneer de gasconcentra-
tie aan de sensor de vooringestelde
gevoeligheidsdrempel overschrijdt, wordt
de gasuitstroming gesignaleerd: de rode
ALARM LED

c

knippert en het harde

alarmsignaal klinkt.

o Laat geen gas meer uit de aansteker ont-

wijken zodra het uitstromende gas gesig-
naleerd wordt.
Het alarm klinkt totdat de gasconcentratie
weer daalt tot onder de vooringestelde
gevoeligheidsdrempel.

Foutmelding

Voor uw eigen veiligheid voert het toestel een zelf-
controle uit. Mogelijke storingen worden gemeld
door het knipperen van de FAULT LED (fout-LED)

e

en het gelijktijdig piepen van het toestel.

Deze foutmelding kan ook door de omgeving
of door een intern probleem van het toestel
geactiveerd worden.
Controleer bij een foutmelding eerst:

o of de omgevingstemperatuur buiten het

KOE217_GA617_Content_LB1B.indd 22-23

20.11.2007 16:00:31 Uhr

Advertising