Aan- en uittrekken, Tips voor het schaatsen – Crivit NS-1781 Benutzerhandbuch

Seite 7

Advertising
background image

7

NL

aan- en uittrekken

aantrekken

• Strik de veters (3).
• Sluit de klittenbandsluiting (2).
• Sluit de snelsluiting (1) („KLIK“).
OPMERKING: Door het naar beneden drukken
van het aanpasmechanisme (4) kunt u de
snelsluiting zo lang naar voren en naar achteren
bewegen, totdat u de juiste spanning voor uw
voet hebt bereikt.

uittrekken

Druk het drukslot (PUSH-knop) (5) in de richting
van de pijl en open de snelsluiting. Open ver-
volgens de klittenbandsluiting en de veters.
Belangrijk! Let op de juiste zit van uw schaats-
en. De buitenschoen mag bij het sluiten van de
snelsluiting niet vervormen. Sluit de snelsluiting
niet met geweld. Als de buitenschoen vervormd
is, is dat of een teken van een verkeerde span-
ning, of u hebt de schaatsen eventueel in de
verkeerde maat gekocht.

tips voor het schaatsen

attENtiE!

De speciale ijzers van deze noren kunnen tot
een verhoogd risico te vallen leiden, wat de
kennis en ervaring voor bepaalde schaatstech-
nieken vereist. Daarom is dit product uitsluitend
bestemd voor getrainde schaatsers.

attentie!

• Voor het schaatsen hebt u voldoende

plaats nodig! schaats uitsluitend op

speciale lange- en kortebanen.

• Pas uw schaatssnelheid aan aan uw

schaatsvaardigheden.

uitgangspositie

Voeten schouderbreed uit elkaar en de knieën
lichtjes buigen, om te voorkomen dat u achtero-
ver valt. Kijk niet naar uw eigen voeten, maar in
plaats daarvan in de schaatsrichting.

Versnellen (afb. B)

• Om te versnellen stoot u zich door snel op
elkaar volgende, korte stappen af, waarbij u
nog geen glijfase hebt.
• Beide schaatsen worden hierbij zijdelings naar
buiten gebogen.
• Bij voldoende snelheid komen er toenemend
langere glijfasen tot de overgang van de
schaatsstijl op een rechte afstand.

schaatsen op een rechte baan

(afb. c)

• Zet u op een rechte baan afwisselend met
beide benen naar de zijkant af, waarbij de
ijzers over het gehele oppervlak contact
houden met het ijs.
• De voet, die op dat moment niet afzet, bevindt
zich dan in de glijfase.
• Door het voortdurend afwisselen van de
afzet- en glijvoet ontwikkelt u met deze tech-
niek de grootst mogelijke snelheid op het ijs.

Bochten (afb. D)

• Aan het einde van het afzetten moet de afzet-
voet voor de glijvoet worden geplaatst, om op
zijn beurt het glijden over te nemen.
• In de bocht moet principieel de „voormalige“
afzetvoet voor de „rechtdoor“ glijdende nog-
glijvoet verder naar de binnenkant van de
bocht worden geplaatst.
• Dit wordt overstap genoemd.

Valtechniek

Probeer als u valt altijd naar voren te vallen,
nooit naar achteren! Laat u op uw kniebescher-
mers vallen. Vang de val vervolgens met uw
elleboog- en polsbeschermers op. Spreid hierbij
uw vingers, om letsel te voorkomen.

Remtechnieken

uitglijden
Voor het schaatsen hebt u voldoende plaats
nodig. Idealiter laat u uw bij hoge snelheden
langzaam uitglijden en remt u niet abrupt of met
een schok.

Advertising