De sluitertijd automatisch aanpassen – Sony HDR-AX2000E Benutzerhandbuch
Seite 146

NL
28
z
Tips
• Wanneer u een film van hogedefinitiekwaliteit
(HD) opneemt met de gevoeligheid ingesteld op
[-6dB] en deze vervolgens afspeelt met de
gegevenscode, wordt de gevoeligheidswaarde
weergegeven als [---].
U kunt de sluitertijd handmatig instellen en
vergrendelen. U kunt een bewegend object
vastleggen alsof het stilstaat of de beweging
ervan benadrukken door de sluitertijd aan te
passen.
1
Tijdens het opnemen of in de
wachtstand zet u de AUTO/MANUAL-
schakelaar H op MANUAL.
2
Druk op de SHUTTER SPEED-toets D
tot de sluitertijdwaarde gemarkeerd is.
3
Wijzig de sluitertijd die wordt
weergegeven op het scherm door aan de
SEL/PUSH EXEC-knop G te draaien.
De sluitertijd kan worden ingesteld van
1/3 seconde tot 1/10000 seconde.
De geselecteerde sluitertijd verschijnt
op het scherm. Zo verschijnt [100] op
het scherm wanneer de sluitertijd is
ingesteld op 1/100 seconde. Hoe groter
het getal dat op het scherm verschijnt,
hoe korter de sluitertijd.
4
Druk op de SEL/PUSH EXEC-knop G
om de sluitertijd te vergrendelen.
Om de sluitertijd opnieuw in te stellen,
herhaalt u stap 2 tot 4.
z
Tips
• Bij een lange sluitertijd is het moeilijk om
automatische scherpstelling te gebruiken. In dat
geval is het raadzaam de camcorder op een
statief te plaatsen en de scherpstelling
handmatig aan te passen.
• Bij het opnemen onder fluorescentielampen,
natriumlampen of kwiklampen, kan het beeld
knipperen of verkleuren of horizontale
storingstroken vertonen. Dit kan eventueel
worden verholpen door de sluitertijd aan te
passen.
De sluitertijd automatisch aanpassen
Druk twee keer op de SHUTTER SPEED-
toets D of zet de AUTO/MANUAL-
schakelaar H op AUTO.
De sluitertijdwaarde verdwijnt of
wordt
weergegeven naast de sluitertijdwaarde.
b
Opmerkingen
• Als u de AUTO/MANUAL-schakelaar H op
AUTO zet, worden ook overige handmatig
aangepaste items (iris, gevoeligheid, witbalans)
automatisch.
U kunt het onderwerp duidelijk opnemen
door de ND-filter B te gebruiken als de
opnameomgeving te helder is.
De ND-filters 1, 2 en 3 beperken het
lichtvolume resp. met ong. 1/4, 1/16 en 1/
64.
Als
knippert tijdens automatische
aanpassing van de iris, zet u de ND-filter op
1. Als
knippert tijdens automatische
aanpassing van de iris, zet u de ND-filter op
2. Als
knippert tijdens automatische
aanpassing van de iris, zet u de ND-filter op
3.
De ND-filteraanduiding stopt met
knipperen en blijft op het scherm staan.
Als
knippert, zet u de ND-filter op
OFF. Het ND-filterpictogram verdwijnt van
het scherm.
b
Opmerkingen
• Als u de ND-filters B wijzigt tijdens het
opnemen, worden beeld en geluid mogelijk
vervormd.
• Wanneer u de iris handmatig aanpast, knippert
het ND-filterpictogram niet, zelfs niet als u het
lichtvolume aanpast met de
ND-filter
.
• Als de camcorder de ND-filterpositie niet kan
detecteren (OFF/1/2/3), knippert
op het
scherm. Controleer eerst of de
ND-filter
correct is ingesteld.
z
Tips
• Wanneer u een helder onderwerp opneemt, kan
diffractie optreden als u het diafragma verder
De sluitertijd aanpassen
Het lichtvolume regelen
(ND-filter)