Metz SCA 3202 M7 Olympus/Panasonic Benutzerhandbuch

Seite 99

Advertising
background image

ń

Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter

De synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter
(2nd curtain, SLOW 2, c.q. REAR) is vooral bij lan-
ge belichtingstijden (langer dan bijv. 1/30 secon-
de) en bewegende onderwerpen met een eigen
lichtbron van belang, omdat de bewegende licht-
bronnen dan een lichtspoor achter zich trekken in
plaats van dit, zoals bij synchronisatie bij het
opengaan van de sluiter, voor zich op te bouwen.
Met het synchroniseren bij het dichtgaan van de
sluiter wordt daarom een meer ‘natuurlijke’ weer-
gave van zo’n opnamesituatie verkregen.

Wordt synchronisatie bij het dichtgaan van de
sluiter gekozen, dan wordt de flits in plaats van
zodra de sluiter geheel open staat, een fractie van
een seconde ontstoken vóórdat de sluiter begint
dicht te gaan. Als dan een lange belichtingstijd of
eventueel ‘bulb’ en een daarvoor overeenkomsti-
ge diafragmawaarde wordt gekozen, zijn er door
het altijd nog wel aanwezige omgevingslicht spo-
ren van het onderwerp in de opname te herken-
nen (bijv. voertuiglichten die lichtsporen achter
zich laten). Door het vlak voor het einde van de
belichting afgegeven flitslicht wordt het bewegen-
de onderwerp aan het einde van die lichtsporen
vastgelegd. Zo werkt de opname echter, komen
de lichtsporen beter overeen met de indruk van
onze ogen dan op opnamen waarin het flitslicht
het onderwerp aan het begin van de licht- en
bewegingssporen treffen fixeert. De synchronisa-
tie bij het dichtgaan van de sluiter moet op de
camera worden ingesteld (zie de gebruiksaanwij-
zing van de camera).

99

Advertising