Vóór de ingebruikname, Buitensensor in gebruik nemen, Weerstation in gebruik nemen – Auriol Z29536 Benutzerhandbuch
Seite 38

38 NL
Vóór de ingebruikname
j
Let op dat de apparaten veilig op een
stabiele ondergrond staan.
j
Let op dat de apparaten in geval van een
wandmontage volgens de voorschriften
worden opgehangen. Wanneer het apparaat
valt, kunnen personen gewond raken en / of
de apparaten of andere voorwerpen bescha-
digd worden.
j
Plaats het weerstation op de bijbehorende
standvoet
35
,
43
.
Opmerking: let op dat de pennen van
de standvoet
35
in de overeenkomstige
uitsparingen aan het weerstation zitten.
j
Plaats de apparaten op een vlakke, horizon-
tale ondergrond.
j
Plaats de apparaten niet zonder een geschikte
bescherming op waardevolle of gevoelige
oppervlakken. In het andere geval zouden
deze beschadigd kunnen raken.
j
Plaats de apparaten niet in de buurt van
storingsbronnen zoals televisies, computers,
dikke muren, thermopane vensters enz. De
radioverbinding tussen de apparaten kan
hierdoor negatief worden beïnvloed.
j
Plaats de apparaten minimaal op twee meter
afstand van storingsbronnen. De radioverbin-
ding tussen de apparaten kan in het andere
geval negatief worden beïnvloed.
j
Waarborg dat de anderen apparaten in
de buurt niet met dezelfde frequentie van
433 MHz worden gebruikt. Deze apparaten
kunnen een storing in de radioverbinding
veroorzaken.
j
Plaats de apparaten niet naast of op metalen
platen. De radioverbinding tussen de appara-
ten kan hierdoor negatief worden beïnvloed.
j
Plaats de apparaten niet in gebouwen van
staalbeton, bijv. vliegveldterminals, flats,
fabrieken of kelders. De radioverbinding
tussen de apparaten kan in het andere geval
negatief worden beïnvloed.
j
Start de ontvangst niet in een bewegend
voertuig zoals bijv. auto of trein. De radiover-
binding van de apparaten kan tot storingen
in de elektronica van de voertuigen leiden.
j
Plaats de apparaten op open terrein niet
meer dan 25 meter van elkaar verwijderd.
De radioverbinding tussen de apparaten
kan anders worden onderbroken.
j
Stel de apparaten niet gedurende een
langere periode bloot aan temperaturen
beneden – 20 °C. Hierdoor kan de verbin-
dingsreikwijdte aanzienlijk worden verminderd.
Q
Buitensensor in gebruik nemen
Verwijder het isolatiestrookje van de
batterij:
Opmerking: voor deze werkstap hebt u een
sleufkopschroevendraaier nodig.
j
Verwijder het deksel van het batterijvakje op
de achterzijde van de buitensensor door de
schroef tegen de klok in uit te draaien.
j
Verwijder de isolatiestrook van de batterij.
De buitensensor is nu gebruiksklaar en de
controle-LED
36
licht even op.
j
Sluit het deksel van het batterijvakje door de
schroef met de klok mee in te draaien.
Buitensensor monteren:
Opmerking: voor deze handelingen hebt u
een boormachine nodig.
VOORZICHTIg! LEVEnSgEVAAR;
gEVAAR VOOR LETSEL En
MATERIËLE SCHADE! Lees ook de
bedienings- en veiligheidsinstructies van uw
boormachine zorgvuldig door.
j
Zoek een geschikte plaats voor de buiten-
sensor.
Opmerking: denk eraan, de buitensensor
binnen een cirkel van 25 m rond het weersta-
tion te monteren. Waarborg dat zich geen
storende hindernissen tussen buitensensor en
weerstation bevinden.
In het andere geval kan de gegevensover-
dracht gestoord worden.
Wandmontage:
j
Teken het boorgat af op de muur.
j
Boor het gat met een boormachine.
j
Plaats een van de bijgeleverde pluggen in
het boorgat.
j
Schroef de bijgeleverde schroeven in met
behulp van een schroevendraaier.
j
Hang de buitensensor met de ophanginrich-
ting
38
aan de schroef.
Plaatsen:
j
Klap de standvoet
43
aan de bodem van
de buitensensor uit.
Q
Weerstation in gebruik nemen
Verwijder het isolatiestrookje
van de batterij:
j
Open het batterijvak
34
aan de achterzijde
van het weerstation.
j
Verwijder de isolatiestrook van de batterij.
j
Sluit het batterijvakje
34
vervolgens weer.
j
Druk op de RESET-toets
33
. Alle symbolen
lichten even op.
Zodra de batterijen geplaatst en het isolatiestrookje
verwijderd is, start het weerstation de ontvangt
van het radiografische signaal.
Opmerking: verander de standplaats van
het weerstation niet tijdens de ontvangst van het
radiografische signaal. In het andere geval kunnen
ontvangststoringen optreden.
Wandmontage:
j
Teken het boorgat af op de muur.
j
Boor het gat met een boormachine.
j
Plaats een van de bijgeleverde pluggen in
het boorgat.