Florabest FRP 350 B2 - Handbuch (Seite 40)

40
NL
Als u minder van de opvoerhoogte,
dan wel eerder van het maximale
slagvolume gebruik wenst te ma-
ken, bevelen wij aan, een ¾“-aan-
sluitslang te gebruiken en deze
direct (zonder aluminiumbuis en
afsluitkraan) op de pomp te monte-
ren. Door de grotere dwarsdoorsne-
de van de slang zorgt u ervoor dat
er een grotere hoeveelheid water
getransporteerd wordt. De opvoer-
hoogte wordt echter dienovereen-
komstig gereduceerd.
Indompelen van de pomp
Let erop, het apparaat in geen
geval aan het netsnoer vast
te houden of op te hangen. Er
bestaat gevaar voor een elektri-
sche schok door beschadigde
netsnoeren.
Let erop dat er zich op de bodem
van de ton na verloop van tijd vuil
en zand ophopen, wat de pomp
zou kunnen beschadigen.
Let er bij het indompelen van de
pomp op dat de afsluitkraan (
18) geopend is om het ontluchten
van de pomp te garanderen.
• Gebruik voor het indompelen of ophalen
van de pomp de kunststofhaak ( 21)
of bevestig een kabel aan het transport-
handvat van de pomp ( 1).
Hang het apparaat nooit direct aan
de gebogen buis of aan de water-
slang op.
• U kunt de kunststofhaak na het los-
draaien van de voor een aanpassing in
de hoogte bestemde schroef ( 16)
in de hoogte verzetten.
• Bij aan laag waterpeil kunt u de pomp
ook in de regenton plaatsen. De af-
sluitkraan moet daarbij over de rand
van het reservoir uitsteken.
Netaansluiting
De door u aangekochte pomp is reeds
van een randaardestekker voorzien. De
pomp is bestemd voor de aansluiting op
een veiligheidswandcontactdoos met
230 V ~ 50 Hz.
In- en uitschakelen
Let er bij het indompelen van de
pomp op dat de afsluitkraan (
18) geopend is om het ontluchten
van de pomp te garanderen.
1. Open de afsluitkraan ( 18).
2. Dompel de pomp volledig in.
3. Steek de netstekker in de contact-
doos. De pomp start onmiddellijk.
4. Om uit te schakelen, trekt u de stek-
ker uit de contactdoos. De pomp
schakelt uit.
Bij een te gering waterpeil schakelt
de drijfschakelaar de pomp automa-
tisch uit.
Houd het apparaat tijdens de
werking onder toezicht om het
automatische uitschakelen of het
drooglopen van de pomp tijdig vast
te stellen en schade te vermijden.