Studiotone achterpaneel – Koch Studiotone Benutzerhandbuch

Seite 11

Advertising
background image

STUDIOTONE ACHTERPANEEL

[1] NETSPANNING
INGANG VOOR HET NETSNOER:
De versterker kan overal ter wereld gebruikt worden.
Binnenin de versterker kan het voltage d.m.v. een
schakelaar veranderd worden in 100, 115 of 230 Volt. Eén
van deze spanningen zal altijd binnen aanvaardbare
toleranties van toepassing zijn. De versterker werkt zowel
op 50 als op 60 hertz.
Let erop dat na het veranderen van de netspanning de
netzekering en de reservezekering vervangen worden
door de waarden die staan aangegeven op de
achterzijde.
FUSE : In de slede van deze zekeringhouder bevinden zich
zowel de netzekering als de reservezekering. De slede kan
eruit geschoven worden met een schroevedraaier. Als de
zekering doorbrandt moet hij altijd vervangen worden
door dezelfde soort en waarde om beschadiging van
de versterker en het vervallen van de garantie te
voorkomen.

WAARSCHUWING: Laat alleen een gekwalificeerde
technicus het voltage veranderen. bij onjuiste
uitvoering kan persoonlijk letsel of beschadiging van
de versterker het gevolg zijn.

WAARSCHUWING: Het veranderen van het voltage of
het vervangen van een zekering dient alleen te
geschieden als het netsnoer uit het stopkontakt is
getrokken.

[2] HT FUSE: Deze zekering dient ter beveiliging van de
voeding in geval van een defecte eindbuis.
Als de zekering is doorgebrand, controleer dan de
eindbuizen. Als deze niet de oorzaak zijn, breng de
versterker dan naar een gekwalificeerde reparateur.
Ook hier geldt dat deze zekering altijd vervangen moet
worden door dezelfde soort en waarde om
beschadiging van de versterker en het vervallen van de
garantie te voorkomen.

[3] REMOTE CHANNEL SWITCHING: Ingang voor de
Koch FS2-ST voetschakelaar (optioneel), of voor een
andere schakelunit zoals b.v. een MIDI switcher. Bij het
inpluggen wordt de Channels schakelaar [2] op het
frontpaneel uitgeschakeld.
Deze ingang is een stereo jack. Met de TIP schakel je
tussen Clean en OD, met de RING tussen OD en OD+.
Zowel TIP als RING moeten aan/uit naar aarde geschakeld
worden om de kanalen om te schakelen.

[4] EFFECTS LOOP

TO FX (=SEND): Dit is een gebufferde mono
signaaluitgang van de voorversterker van de
STUDIOTONE die dient om een extern effectapparaat aan
te sturen. Deze jack wordt met de ingang van het aan te
sluiten effectapparaat verbonden. (zie ook CONNECTION
DIAGRAM)

FROM FX (=RETURN): Op deze jack wordt de uitgang van
een extern effectapparaat aangesloten. Bij het inpluggen
wordt de verbinding tussen de voor- en de eindversterker
verbroken, daardoor is het ook mogelijk om de
STUDIOTONE ook als "satelliet" eindversterker voor een
andere voorversterker te gebruiken

OPMERKING : De effectloop is serieel. Door het
SIGNAALNIVEAU van -10dBV kunnen zowel instrument-
niveau effecten zoals vloerpedalen en gitaarprocessoren,
als ook lijn-niveau effecten zoals professionele 19 inch
processoren aangesloten worden.

Als bij het aansluiten van effectapparatuur op de
STUDIOTONE brom onstaat, kan dit veroorzaakt
worden door een z.g. aardlus.

[5] RECORDING GEDEELTE
Hier vind je een mono uitgang die je kan gebruiken voor
opnames, of om je geluid direct naar de PA te sturen. Het
signaal komt van de speakeruitgang, zodat de specifieke
buizenkleuring van de eindversterker meegenomen wordt;
ook de galm en evt. externe effecten zitten in het signaal.
Dit signaal wordt door een speciaal filter bewerkt, dat de
typische opnamesituatie nabootst van een microfoon voor
een luidsprekerkast.
VOICING
Deze schakelaars veranderen de werking van dit filter als
volgt.
LINKER SCHAKELAAR: Deze geeft de keuze om de
microfoon in het midden voor de speaker te plaatsen (axis),
of aan de rand (off-axis). Dit laatste geeft minder hoog
zodat deze stand erg geschikt is voor opname van
overstuurde sounds.
RECHTER SCHAKELAAR: Hiermee kun je kiezen tussen
de typische karakteristiek van een 1x12 of een 4x12 kast.
De 4x12 stand geeft meer druk in het laag en meer laag-
midden.
OUTPUT JACK: Met deze ongebalanceerde uitgang kun je
het signaal, wat gefilterd is zoals hierboven is beschreven,
op lijnniveau (-10 tot 0dBV), evt. via een (passieve) DI box,
naar een opname- of PA-mengtafel sturen.

[6] LINE UITGANGEN
DIRECT OUT: Deze ongebalanceerde uitgang geeft het
signaal af van de speakeruitgang (wat niet gefilterd is) op
lijnniveau (-10 tot 0dBV). Je kan dit signaal rechtstreeks
naar de Effect Return jack van elke willekeurige
gitaarversterker sturen.
TO GUITAR AMP CLEAN INPUT: Deze unieke uitgang
geeft het signaal af van de speakeruitgang, terwijl het
speciaal gefilterd is om naar de Cleane ingang van elke
willekeurige gitaarversterker te sturen.

Beide LINE uitgangen geven je de mogelijkheid een tweede
gitaarversterker te gebruiken om het totale geluid van de
STUDIOTONE harder te maken. Als de tweede versterker
anders is (geen STUDIOTONE), krijg je ook een natuurlijk
stereo geluid als beide versterkers even hard staan.

Het is ook nog mogelijk om een effectapparaat aan te
sluiten tussen één van de LINE uitgangen en de daarbij
behorende ingang van de tweede versterker. Dit geeft
schitterende mogelijkheden om je stereogeluid nog breder
te maken.

Het is heel belangrijk dat beide versterkers het geluid IN -
FASE met elkaar weergeven. Als ze NIET IN -FASE zijn,
dan moeten de speakerdraden van één van beide
versterkers omgedraaid worden ("+" draad aan de "-" lip
van de speaker, en omgekeerd).

Je kunt vaststellen of de versterkers IN-FASE zijn met
elkaar, door op de versterkers te spelen (zonder effecten)
en ertussenin gaan zitten op ca. één meter afstand. Als het
geluid uit het midden lijkt te komen, zijn de versterkers IN-
FASE; als het geluid van de zijkanten lijkt te komen, zijn ze
NIET IN-FASE.

Als bij het aansluiten van een tweede gitaarversterker
op de STUDIOTONE brom onstaat, kan dit veroorzaakt
worden door een z.g. aardlus.

[7] PHONES UITGANG: Op deze jack kan een
koptelefoon aangesloten worden. Het geluid is gefilterd

Advertising