Snel opsporen van het begin van een programma, Tps: tape-programma sensor), Snel vooruitspoelen of terugspoelen van de band – Panasonic SCCH55 Benutzerhandbuch

Seite 85: S o :'"■■■ o o [c

Achtung! Der Text in diesem Dokument wurde automatisch erkannt. Um das ursprüngliche Dokument anzeigen, können Sie den "ursprünglichen Modus" verwenden können.

Advertising
background image

Panasonic

za

' O

<a

i>

s o :'"■■■

o O [c

O

◄◄TPS ►►

Snel opsporen van het begin van een
programma
(TPS: tape-programma sensor)

Hiervoor kunt u ook de afstandsbediening gebruiken. Volg de
onderstaande aanwijzingen op.

TPS

Druk

op

de

vooruitspoel-/terugspoet-/band-

programma-sensor toets.

Tijdens weergave van de voorkant van de band (>):

..De band zai worden weergegeven vanaf het begin van

het volgende programma.

..De band zaI terugspoelen tot aan het begin van het

huidige programma, waarna dit programma nogmaals
zai worden weergegeven.

I (TPS)

m

T~

ì

^^TPSlJ

Snel vooruitspoelen of terugspoelen
van de band

TPS

Druk op de vooruitspoel-/terugspoel-/bandpro-
gramma-sensor toets.

Als u op een van deze toetsen drukt terwijl de band gestopt is,

zai de band met hoge snelheid in de richting van de pijl worden
gespoeld (◄◄, ►►), ongeacht welke kant van de band nu wordt
weergegeven.

Om de band in een van de decks vooruit of terug te spoelen terwijl
het andere deck voor weergeven wordt gebruikt, drukt u eerst op de
DECK 1/2 keuzetoets om het deck te kiezen en daarna drukt u op
de vooruitspoeltoets of op de terugspoeltoets.

T n n c

I

I

l

I /_

n

U

~i r

1

/ _/

I DECK1

I

--- I /

I DOLBY NRT

Terwijl de TPS-functle werkt, zai de weergave-indicator knipperen.

Tijdens weergave van de achterkant van de band:

De toetsen werken op tegenovergestelde wijze.

Opmerking:

Het is mogelijk dat de TPS-functie niet juist zai werken In de

volgende gevallen:

•Wanneer het interval (niet-opgenomen gedeelte) tussen de

programme’s korter is dan 4 seconden.

• Bij weergave van een band die met fade-in en fade-out werd

opgenomen.

•Als er middenin een programma een stille passage of een pas­

sage met zeer laag geluidsniveau voorkomt.

• Bij weergave van een band die van een microfoon is opgenomen

(zonder niet-opgenomen gedeelten tussen de programma’s).

•Wanneer er minder dan 10 seconden overblijven tot aan het begin

van het huidige of volgende programma.

85

Advertising