Lagerung – Florabest FBKS 4014 Benutzerhandbuch

Seite 18

Advertising
background image

DE

18

LAGERUNG

VORSICHT!

Schalten Sie das Gerät

ab, und lassen Sie den Motor abkühlen. Si-

chern Sie das Gerät, bevor Sie es lagern oder

transportieren. Lagern Sie Gerät und Treibstoff

an einem Ort, der sicher vor Funkenflug und of-

fenem Feuer von Geräten wie Wassererhit-

zern, Elektromotoren, Schaltern, Öfen usw. ist.

Lagern Sie das Gerät mit allen Schutzvorrich-

tungen. Achten Sie darauf, dass sich niemand

versehentlich an scharfen Geräteteile verlet-

zen kann. Lagern Sie das Gerät außerhalb der

Reichweite von Kindern.
S

Lassen Sie sämtlichen Treibstoff ab, bevor

Sie das Gerät lagern. Starten Sie den Motor,

und lassen Sie ihn laufen, bis er ausgeht.

S

Reinigen Sie das Gerät, bevor Sie es lagern.

Achten Sie besonders darauf, dass der

Lufteinlassbereich frei von Verschmutzun-

gen ist. Reinigen Sie die Plastikoberflächen

mit einem Schwamm und einem milden Rei-

nigungsmittel.

S

Lagern Sie Gerät und Treibstoff an einem

geschlossenen Ort, der sicher vor Fun-

kenflug und offenem Feuer von Geräten

wie Wassererhitzern, Elektromotoren,

Schaltern, Öfen usw. ist.

S

Bewahren Sie das Gerät trocken und außer-

halb der Reichweite von Kindern auf.

S

Vor

der

Langzeitaufbewahrung

sicherstellen, dass die Maschine gründlich

gesäubert und komplett gewartet wurde.

S

Bei Transport oder Aufbewahrung des

Geräts muss der Transportschutz für die

Schneidausrüstung immer montiert sein, um

einen versehentlichen Kontakt mit der

scharfen Kette zu vermeiden.

S

Auch eine sich nicht bewegende Kette kann

schwere Verletzungen beim Bediener oder

anderen Personen in der Nähe verursachen

.

VORSICHT!

Alle

Schnappver-

schlüsse müssen verriegelt sein, und der

Verschluss muss im Verschlussring stek-

ken. Bei unsachgemäßer Installation kann

sich der Verschlussring lösen und zu einem

gefährlichen Geschoss werden.

MÜHE

GRUND

LÖSUNG

Motor startet

nicht.

1. Motor ausschalten.

2. Motor geflutet.

3. Benzintank leer.

4. Zündkerze zündet nicht.

5. Brennstoff gelangt nicht

in Vergaser.

1. Stellen Sie den Schalter auf EIN.

2. Siehe ”Startanweisungen”.

3. Füllen Sie den Tank mit der korrekten

Brennstoffmischung.

4. Installieren Sie eine neue Zündkerze.

5. Prüfen Sie, ob der Brennstofffilter

verunreinigt ist; ersetzen. Prüfen Sie,

ob die Brennstoffleitung geknickt oder

geplatzt ist; reparieren bzw. ersetzten

Sie sie.

Motor geht

nicht in Ru-

hestellung.

1. Leerlaufgeschwindigkeit

muss eingestellt werden.

2. Vergaser muss eingestellt werden.

1. Siehe “Einstellung des Vergasers” im

Abschnitt “Wartung und Justierung”.

2. Kontaktieren Sie einen Vertragshändler.

1. Luftfilter ist verschmutzt.

2. Zündkerze ist verschmutzt.

3. Kettenbremse ist angezogen.

4. Vergaser muss eingestellt

werden.

Motor kann

nicht be-

schleunigt

werden, hat

keine Kraft

oder schaltet

sich bei

Belastung

aus.

1. Reinigen oder ersetzen Sie den

Luftfilter.

2. Reinigen oder ersetzen Sie die

Zündkerze; stellen Sie den Elektroden-

abstand neu ein.

3. Lösen Sie die Kettenbremse.

4. Kontaktieren Sie einen

Vertragshändler.

Motor

qualmt

übermäßig.

1. Falsche Brennstoffmischung.

1. Leeren Sie den Brennstofftank, und

füllen Sie ihn mit der korrekten Brenn--

stoffmischung.

VORSICHT!:

Die Zündkerze ist vor Wartungsarbeiten zu entfernen, außer bei

Vergasereinstellungen.

FEHLERBEHEBUNGSTABELLE

Kette be-

wegt sich im

Leerlauf.

1. Leerlaufgeschwindigkeit

muss eingestellt werden.

2. Kupplung muss repariert werden.

1. Siehe “Einstellung des Vergasers” im

Abschnitt “Wartung und Justierung”.

2. Kontaktieren Sie einen Vertragshändler.

NL

67

S

Houd de brandstof-- en oliedoppen,

schroeven en bevestigingsmiddelen ste-

vig vastgedraaid.

S

Gebruik alleen accessoires en reserveon-

derdelen zoals aanbevolen.

BRANDSTOF VOORZICHTIG BE-

HANDELEN

S

U dient niet te roken wanneer u met brand-

stof omgaat of wanneer u de zaag bedient.

S

Verwijder alle bronnen van vonken of vuur

uit het gebied waar brandstof wordt ge-

mengd of wordt uitgeschonken. Er mag

niet worden gerookt of geen werk worden

gedaan dat open vuur of het ontstaan van

vonken met zich meebrengt. Laat de mo-

tor afkoelen voordat u brandstof bijvult.

S

U dient brandstof te mengen en uit te

schenken in een buitenruimte op onbe-

dekte grond, brandstof op te slaan in een

koele, droge, goedgeventileerde ruimte en

een goedgekeurde, gemerkte container te

gebruiken voor alle brandstofdoeleinden.

Ruim al de gemorste brandstof op voordat

u de zaag start.

S

Ga tenminste 3 meter weg van de plaats

waar u de brandstof heeft bijgevuld, voor-

dat u de motor start.

S

Zet de motor uit en laat de zaag afkoelen in

een niet-ontvlambaar gebied, niet op dro-

ge bladeren, stro, papier, enz. Verwijder de

brandstofdop langzaam en vul de brand-

stof bij.

S

Bewaar het apparaat op een plaats waar

brandstofdampen niet in aanraking kun-

nen komen met vonken of open vuur van

geisers, elektrische motoren of schake-

laars, ovens, enz.

TERUGSLAG

WAARSCHUWING

:

Vermijd

terugslag, hetgeen ernstige verwonding

kan veroorzaken. Terugslag is de achteruit--

en

omhoogslaande,

of

plotselinge

vooruitslaande beweging van de zaagblad,

die zich voordoet als de zaagketting bij de

bovenste tip van de zaagblad een willekeurig

voorwerp raakt zoals een boomstronk of een

tak, of wanneer het hout op gaat sluiten en de

zaagketting in de zaagsnede beklemd doet

raken. Met een vreemd voorwerp in het hout

in contact komen kan ook controleverlies

van de kettingzaag tot gevolg hebben.
S

Rotatieterugslag kan voorkomen als de

bewegende ketting bij de bovenste tip van de

zaagblad met een voorwerp in aanraking

komt. Dit soort contact kan er de oorzaak

van zijn dat de ketting zich in het voorwerp

graaft, hetgeen de ketting een ogenblik doet

stoppen. Het gevolg hiervan is een

bliksemsnelle, achteruitslaande reactie die

de zaagblad omhoog en in de richting van de

gebruiker doet slaan.

S

Terugslag vanwege bekneld raken kan

voorkomen wanneer het hout zich “insluit”

en de bewegende zaagketting klem zet in

de zaagsnede langs de bovenkant van de

zaagblad, en de zaagketting plotseling

doet stoppen. Dit plotselinge stoppen van

de ketting heeft een terugslag van de

gebruikte

kettingkracht

voor

het

houtsnijden tot gevolg, en heeft tot gevolg

dat de zaag in tegenovergestelde richting

van de kettingrotatie gaat draaien. De

zaag wordt rechtstreeks in de richting van

de gebruiker gedreven.

S

Intrekken kan voorkomen als de

bewegende ketting in aanraking komt met

een vreemd voorwerp in de zaagsnede

langs de onderkant van de zaagblad, en

de zaag plotseling wordt gestopt. Dit

plotselinge stoppen trekt de zaag naar

voren en weg van de gebruiker, en kan er

gemakkelijk de oorzaak van zijn dat de

gebruiker controle over de zaag verliest.

Vermijd knijp--terugslag:
S

Pas heel erg op voor situaties of obstruc-

ties die ervoor kunnen zorgen dat mate-

riaal het uiteinde vastknijpt of op andere

wijze de ketting kan laten stoppen.

S

Zaag niet meer dan één stam tegelijk.

S

Draai de zaag niet wanneer het zaagblad

wordt teruggetrokken uit een valkerf bij

tegenwerking.

Vermijd intrekken:
S

Begin altijd met zagen met de motor op vol-

le snelheid en met de zaag rustend tegen

het hout.

S

Gebruik wiggen die van plastic of hout zijn

gemaakt. Gebruik nooit metaal om een

snede open te houden.

Terugslagpad

Vermijd obstructies

Ontruim het

werkterrein

DE KANS OP TERUGSLAG

VERKLEINEN

S

Wees ervan bewust dat terugslag op kan

treden. Met een basisbegrip van terugslag

kunt u het verrassingselement verkleinen

dat bijdraagt tot ongelukken.

S

Laat de bewegende ketting nooit in contact

met objecten aan het uiteinde van het

zaagblad.

S

Houd het werkterrein vrij van obstructies

zoals andere bomen, takken, rotsblokken,

hekken, boomstronken enz. Verwijder of

vermijd alle obstructies die u met uw zaag

zou kunnen raken terwijl u een bepaalde

stam of tak aan het zagen bent.

S

Houd uw zaagketting scherp en op de juis-

te spanning. Een losse of spanningsloze

ketting kan de kans op terugslag vergro-

ten. Volg de instructies van de fabrikant op

voor het slijpen en onderhouden van de

ketting. Controleer de spanning regelma-

tig met een gestopte motor, nooit met een

lopende motor. Wees ervan verzekerd dat

Advertising