Opslag – Florabest FBKS 4014 Benutzerhandbuch

Seite 6

Advertising
background image

DE

6

S

Stellen Sie sicher, dass beim Mischen oder

Betanken von Treibstoff keine Funken oder

offenes Feuer auftreten können. Rauchen,

offenes Feuer oder Arbeiten, die Funkenflug

verursachen, sollten daher unterbunden

werden. Das Betanken sollte erst erfolgen,

wenn die Kettensäge abgekühlt ist.

S

Das Mischen und Betanken von Treibstoff

sollte stets im Freien und auf dem Boden er-

folgen. Lagern Sie den Treibstoff an einem

kühlen, trockenen und gut belüfteten Ort,

und verwenden Sie ausschließlich geeigne-

te Behältnisse. Wischen Sie verschütteten

Treibstoff vor dem Starten der Säge auf.

S

Starten Sie die Kettensäge erst, wenn Sie

mindestens 3 Meter von dem Ort der Betan-

kung entfernt sind.

S

Schalten Sie den Motor aus, und lassen Sie

die Kettensäge an einem Ort abkühlen, an

dem keine Brandgefahr z. B. durch trockene

Blätter, Stroh oder Papier besteht. Entfernen

Sie vorsichtig den Tankdeckel, und betanken

Sie das Gerät.

S

Lagern Sie Gerät und Treibstoff an einem

Ort, der sicher vor Funkenflug und offenem

Feuer von Geräten wie Wassererhitzern,

Elektromotoren, Schaltern, Öfen usw. ist.

RÜCKSCHLAG

VORSICHT!

Rückschlag kann zu

ernsthaften Verletzungen führen und sollte

unter allen Umständen vermieden werden.

Unter Rückschlag versteht man die

rückwärtige, nach oben gerichtete oder

plötzliche Vorwärtsbewegung der Schiene,

wenn die obere Spitze der Schiene mit

einem Objekt wie beispielsweise einem

Baumstamm oder Ast in Kontakt kommt

oder, wenn die Kette der Säge im Schnitt

einklemmt. Kontakt mit einem Fremdkörper

im Holz kann ebenfalls zu Kontrollverlust der

Kettensäge führen.
S

Drehrückschlag kann auftreten, wenn die

laufende Kette mit einem Objekt an der ober-

en Schienenspitze in Kontakt kommt. Das

kann ein Eindringen der Kette in das Objekt

verursachen, was die Kette momentan

stoppt. Daraus resultiert eine blitzschnelle

rückwärtige Bewegung, wodurch das

Schwert nach oben und rückwärts gegen

den Maschinenführer ausschlägt.

S

Klemmrückschlag kann auftreten, wenn

die laufende Kette entlang der Oberseite der

Schiene im Schnitt verklemmt und plötzlich

stoppt. Das plötzliche Anhalten der Kette

führt zu einer Umkehrung der Kettenbewe-

gung und verursacht, dass sich die Säge in

umgekehrter Richtung zur Kettenumdre-

hung bewegt. Die Säge bewegt sich da-

durch rückwärts dem Maschinenführer ent-

gegen.

S

Einzug kann auftreten, wenn die laufende

Kette entlang der Unterseite der Schiene im

Schnitt verklemmt und plötzlich stoppt. Da-

durch wird die Säge nach vorn und vom

Maschinenführer weg gezogen, was zu

Kontrollverlust der Säge führen kann.

So vermeiden Sie Rückschlag durch Ein-

klemmen:
S

Vermeiden Sie Situationen, bei denen die

Kette oben an der Schiene eingeklemmt

oder anderweitig gestoppt werden kann.

S

Sägen Sie immer nur einen Stamm oder Ast.

S

Drehen Sie die Säge beim Herausziehen

aus einem Schnitt auf keinen Fall von unten

durch den Stamm.

So vermeiden Sie ein Einziehen der Säge:
S

Mit Vollgas arbeiten, halten Sie das Gehäuse

der Kettensäge gegen das Holz, wenn Sie

mit dem Sägen beginnen.

S

Setzen Sie Keile aus Plastik oder Holz ein.

Verwenden Sie niemals Metallgegenstände,

um den Schnitt zu spreizen.

Bewegung beim

Rückschlag

Hindernisse vermeiden

Arbeitsbereich

freihalten

REDUZIEREN SIE DIE GEFAHR

DURCH RÜCKSCHLAG

S

Seien Sie sich der Gefahren des Rück-

schlags bewußt. Wenn Sie die Prinzipien

des Rückschlags verstehen, reduzieren Sie

das Überraschungsmoment, das zu Unfäl-

len beiträgt.

S

Achten Sie stets darauf, dass die Spitze der

Schiene niemals mit Objekten in Berührung

kommt.

S

Sorgen Sie dafür, dass Ihr Arbeitsbereich frei

von anderen Bäumen, Ästen, Steinen, Zäu-

nen, Baumstümpfen usw. ist. Entfernen oder

umgehen Sie mögliche Hindernisse, die

beim Sägen eines Baumstamms oder Astes

mit der Kette in Berührung kommen könnten.

S

Achten Sie darauf, dass die Kette stets gut

geschärft und ausreichend gespannt ist.

Eine lose oder stumpfe Kette erhöht die Ge-

fahr von Rückschlagreaktionen. Befolgen

Sie die Anweisungen des Kettenherstellers

zum Schärfen und Warten der Säge. Über-

prüfen Sie die Kettenspannung regelmäßig,

jedoch nie bei laufendem Motor. Stellen Sie

sicher, dass die Haltemuttern nach dem

Spannen der Kette wieder fest angezogen

werden.

S

Sägen Sie nur mit Vollgas. Wenn sich die

Kette nicht mit Höchstgeschwindigkeit be-

wegt, besteht erhöhte Gefahr von Rück-

schlagreaktionen.

S

Sägen Sie immer nur einen Stamm oder Ast.

S

Lassen Sie beim Weitersägen in einem zu-

vor begonnenen Schnitt extreme Vorsicht

walten.

S

Beginnen Sie Schnitte niemals mit der Spitze

der Schiene (Stichsägeschnitt).

NL

79

CARBURATOR AFSTELLEN

WAARSCHUWING

: Houd ander-

en op een afstand wanneer bijstellingen aan de

stationair lopen--snelheid worden gemaakt. Tij-

dens het grootste deel van deze procedure zal

de ketting in beweging zijn. Draag uw bescher-

mende uitrusting en neem alle veiligheidsvoor-

zorgsmaatregelen in acht. Nadat de bijstellin-

gen zijn gemaakt moet de ketting bij het

stationair lopen niet draaien.

De carburator is zorgvuldig op de fabriek

ingesteld. Bijstelling(en) van de stationaire

snelheid kunnen noodzakelijk zijn, als u een of

meer van de volgende condities waarneemt:
S

De motor loopt niet stationair wanneer de

regelklep wordt losgelaten. Zie STATION-

AIRESNELHEID AFSTELLEN -- T.

S

De ketting beweegt tijden het stationair lo-

pen. Zie STATIONAIRESNELHEID AF-

STELLEN -- T.

Stationairesnelheid Afstellen -- T

Laat de motor stationair lopen. Als de ketting

beweegt is de stationaire snelheid te hoog.

Als de motor afslaat is de stationaire

snelheid te laag. Stel de snelheid bij totdat

de motor draait zonder beweging van de

ketting (stationair lopen was te hoog) of

afslaat (stationair lopen was te laag). De

schroef voor het stationair lopen bevindt zich

in het gebied boven de aanslagbal en is

gemarkeerd met een T.
S

Draai de schroef (T) voor de stationaire

snelheid rechtsom om de motorsnelheid te

verhogen als de motor afslaat.

S

Draai de schroef (T)voor de stationaire

snelheid linksom om de motorsnelheid te

verlagen als de ketting tijdens het station-

air lopen in beweging is.

OPSLAG

WAARSCHUWING

:

Stop

de

motor, geef deze de gelegenheid af te koelen

en maak de kettingzaag stevig vast voordat

u deze opslaat of in een voertuig vervoert.

Bewaar het apparaat op een plaats waar

brandstofdampen niet in aanraking kunnen

komen met vonken of open vuur van geisers,

elektrische motoren of schakelaars, ovens,

enz. Sla de kettingzaag op met alle

stootplaten op hun plaats. Plaats de zaag zo

dat deze niet per ongeluk persoonlijk letsel

kan veroorzaken bij voorbijgangers. Sla de

zaag buiten het bereik van kinderen op.
S

Voordat u de zaag opslaat, dient u alle

brandstof uit het apparaat te verwijderen.

Start de motor en laat deze lopen totdat

deze stopt.

S

Reinig de zaag voordat u deze opslaat. Let

vooral op de plaats van de luchtinlaat en

houd deze vrij van vuil. Gebruik een mild

schoonmaakmiddel en een spons om de

plastic oppervlakken te reinigen.

S

Bewaar het apparaat niet op een plaats

waar brandstofdampen in aanraking

kunnen komen met vonken of open vuur

van geisers, elektrische motoren of

schakelaars, ovens, enz.

S

Bewaar de zaag op een droge plaats,

buiten het bereik van kinderen.

S

Zorg ervoor dat de machine goed is

schoongemaakt en dat een volledige

servicebeurt is gegeven voor een lange

periode van stalling.

S

De

transportbescherming

van

de

snij--uitrusting moet tijdens transport of

opslag van de machine altijd aangebracht

zijn, om abusievelijk contact met de

scherpe ketting te vermijden. Ook een

ketting die niet beweegt, kan ernstig letsel

toebrengen aan de gebruiker of andere

personen, die de ketting aanraken.

WAARSCHUWING

: Het is belan-

grijk dat u voorkomt dat er zich tijdens de op-

slag gomafzettingen vormen in belangrijke

onderdelen van het brandstofsysteem zoals

de carburator, het brandstoffilter, de brand-

stofslang of de brandstoftank. Met alcohol

gemengde brandstoffen (gasohol genaamd

of met behulp van ethanol of methanol) kun-

nen tijdens de opslag vocht aantrekken, het-

geen leidt tot de scheiding van het brandstof-

mengsel en de vorming van zuren. Zuurrijk

gas kan de motor beschadigen.

Advertising