De magnetron-oven inspecteren, Garantiekaart, Voltage – Panasonic NN3809 Benutzerhandbuch
Seite 19: Het installeren van de magnetron-oven, Voedsel, Installeren
Achtung! Der Text in diesem Dokument wurde automatisch erkannt. Um das ursprüngliche Dokument anzeigen, können Sie den "ursprünglichen Modus" verwenden können.

Installeren
De magnetron-oven Inspecteren
Pak de magnetron-oven uit en verwijder alle
verpakkingsmaterialen. Controleer of alle onderdelen
aanwezig zijn. Controleer of de magnetron-oven
beschadigd is. Waarschuw onmiddellijk uw dealer
wanneer schade wordt geconstateerd. Gebruik het
apparaat niet als deze beschadigd is.
Garantiekaart
Vul de garantiekaart geheel in en verzend deze reeds
voorgeadresseerde kaart.
Dit geldt ook voor het enquête formulier wat tevens
dient voor aanvraag van een gratis jaarabonnement
nieuwsbrieven.
Dit toestel moet op een geaard
stopcontact worden aangesloten.
Belangrijk—in het belang van uw eigen veiligheid; dit
toestel mag uitsluitend worden aangesloten op een
geaard stopcontact. Het aansluiten van dit toestel op
een niet geaard stopcontact is voor de persoonlijke
verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Voltage
Let erop, dat de netspanning als vermeld op deze
Magnetron-oven hetzelfde is als de netspanning op uw
stopcontact dus; 220 Volt-50 Hz. Gebruik geen
andere netspanning.
OPMERKING;
Spéciale Deense sticker naast de
stekker geldt alleen voor Denemarken
en niet voor andere landen.
Het installeren van de magnetron-oven
1. De magnetron-oven moet worden geplaatst op een
vlakke en stevige ondergrond. De magnetron-oven
kan alleen dan op de juiste wijze functioneren,
indien deze omringd is door voldoende ventilatielucht.
a. De ventilatie openingen van de magnetron-oven
moeten vrij blijven en dus niet geblokkeerd
worden. Plaats geen voorwerpen bovenop de
magnetron-oven. Indien de ventilatie openingen
toch geblokkeerd zijn, kan de magnetron-oven
oververhit raken—er treedt dan een thermische
beveiliging in werking en het toestel wordt
uitgeschakeld.
De uitlezing slaat ook af en de magnetron-oven
kan pas weer in gebruik worden genomen, nadat
deze voldoende is afgekoeld.
b. Houd rekening met het aantal elektrische
apparaten dat u op dezelfde elektriciteitsgroep
aansluit in verband met mogelijke overbelasting.
c. Schäkel de magnetron-oven niet in, wanneer de
relatieve vochtigheiid van het vertrek te hoog is.
2. Let er goed op, dat het netsnoer de magnetron-
oven nergens raakt.
3. Gebruik deze oven uitsluitend binnenshuis.
Voedsel
1. Gebruik uw magnetron-oven nooit voor het
wecken van voedsel. Daarvoor is de magnetron-
oven ongeschikt. Onjuist geweckt voedsel kan
bederven en is dan gevaarlijk voor de consumptie.
2. De in het kookboek vermelde kooktijden zijn bij
benadering gegeven. Faktoren, die invloed
hebben op de kookduur zijn: de begintemperatuur,
de hoeveelheid, grootte, afmetingen en vorm van
het voedsel en van de materialen, die voor het
koken worden gebruikt. Naarmate u beter
vertrouwd raakt met de magnetron-oven, leert u
ook al deze faktoren in te schatten.
3. Het is beter om te kort, dan om te lang te koken.
Als voedsel te kort wordt gekookt, kan het altijd
nog een keer in de magnetron-oven worden
geplaatst. Als te lang wordt doorgekookt, is dat
onherstelbaar. Begin dus altijd met de kortste
kookduur.
4. Kleine hoeveelheden voedsel of eten met een
gering vochtgehalte kunnen uitdrogen,
aanbranden of zelfs verbranden als te lang wordt
doorgekookt. Als daardoor brand ontstaat, de
stekker uittrekken en de ovendeur gesloten laten.
5. Kook geen ongepelde eieren. Er kan te hoge druk
binnen de schaal ontstaan, waardoor ze uiteen
kunnen spatten.
6. Aardappelen, appels , eidooiers, worstjes e.d.
hebben een niet poreuze schil of huid. Die moet
eerst worden doorgeprikt met bijvoorbeeld een
vork voordat men ze gaat koken om eventueel uit
elkaar spatten te voorkomen.
7. Gebruik de magnetron-oven nooit om te frituren in
vet of olie.
8. Maak eventueel gebruik van een
vieesthermometer voor braadstukken, kip en
gevogelte. Mocht het viees nog niet gaar/warm
genoeg zijn, plaats het dan terug in de magnetron-
oven en laat het daar nog een paar minuten langer
instaan, op de geadviseerde vermogensstand.
Maak geen gebruik van een normale
vieesthermometer voor gebruik in de magnetron-
oven.
9. Verwarmde of verhitte vioeistoffen kunnen over
gaan koken indien deze geen lucht bevatten.
Verwarm dan ook geen vioeistof in uw magnetron-
oven tenzij u deze eerst goed hebt geroerd.
10. Verwarm het voedsel niet te lang. Houd de
oveninhoud zorgvuldig in het oog indien papier,
plastic of andere brandbare materialen in de
magnetron-oven aanwezig zijn om het koken te
vergemakkelijken.
11. Verwijder eerst alle nietjes, ijzerdraadjes etc. uit
een zak, voordat deze in de magnetron-oven
wordt geplaatst.
12. Bij bepaalde puddingen moet de kooktijd
nauwkeurig worden ingesteld. De meeste
puddingen hebben een hoog vet- en suiker-
gehalte waardoor de pudding binnenin tot
ontbranding zou kunnen komen, als deze te lang
wordt gekookt.
-19-