Voor de start, Toomknoop – Crivit LM-1419 Benutzerhandbuch

Seite 34

Advertising
background image

34

Het vliegerveld

Controleer of het vliegerveld geschikt is (zie veiligheidsinstructies).

Er mogen zich geen grotere hindernissen zoals bomen of huizen rondom
het gebied bevinden. Het vliegerveld dient geen struikelgevaren te herber-
gen. Deze kunnen niet alleen voor het verwervelen van de wind zorgen,
maar ook in de weg zijn van de matrasvlieger en deze zodoende bescha-
digen. Ideaal zijn grote weien of zandstranden.

Neerstorten

Het neerstorten is onvermijdelijk en hoort in principe bij het karakter van
het vliegeren. Vaak ziet het erger uit, als het is.
Het geldt echter: Hoe sterker de wind, des te sterker is het neerstorten!
Probeer dus dit, indien mogelijk, te voorkomen. Voor beschadigingen als
gevolg van neerstorten kan geen garantie worden aanvaard.

Voor de start

Bevestiging van de vlieglijn aan de stuurstang
(zie overzicht opbouw, pagina 32)

Haal de stuurstang (7) uit de opbergtas. Draai beide vlieglijnen (4)

helemaal van de stuurstang af. Vervolgens bevestigt u één van de vlieg-
lijnen aan het rechter bandje van de stuurstang (5) en de andere vlieglijn
aan het linker bandje van de stuurstang. Ter bevestiging gebruikt u de
toomknoop (beschrijving toomknoop).

Bevestiging van de vlieglijn aan de matrasvlieger
(zie overzicht opbouw, pagina 32)

De matrasvlieger dient compleet te worden uitgerold. Maak eerst het
aanknooppunt van de vlieglijnen (3) van de transportbeveiligingslus (9)
aan de sleepkant (1) los. Daarna bevestigt u elk één vlieglijn aan de beide
aanknooppunten. Ter bevestiging gebruikt u de toomknoop (beschrijving
toomknoop).
Opmerking!
Voordat u de matrasvlieger na het vliegeren weer opbergt, bevestigt u het
aanknooppunt van de vlieglijn weer aan de transportlus, om verdraaiin-
gen te voorkomen.

Toomknoop

1. Ga met duim en wijsvinger in de

lus van de vlieglijn.

1

Advertising
Dieses Handbuch ist für die folgenden Produkte bezogen werden: