Ultimate Speed ALUMINIUM JUMP LEADS – 25mm - Handbuch (Seite 14)

18 NL
Veiligheid / Gebruik van de startkabels
Dit product is geen speelgoed en moet buiten
bereik van kinderen worden gehouden. Kinderen
kunnen de gevaren die zich voordoen bij de
omgang van het apparaat niet inschatten of
herkennen.
LEVENSGEVAAR!
Houd kinderen tijdens het gebruik van het pro-
duct uit de buurt van het werkgebied.
Kinderen of mensen, die niet over de kennis of
ervaring in de omgang met het apparaat be-
schikken, of die beperkt zijn in hun fysieke, zin-
tuiglijke of verstandelijke capaciteiten, mogen
het apparaat niet zonder toezicht of instructies
door een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid, gebruiken. Kinderen dienen altijd
onder toezicht te staan, zodat zij niet met het
apparaat spelen.
J LET OP! EXPLOSIEGEVAAR!
Gebruik de startkabels niet in explo-
sieve omgeving, waarin zich brandbare
dampen, gassen of stoffen bevinden.
Levensgevaar door
elektrische schok
Controleer voor ieder gebruik de startkabels
op eventuele beschadigingen. Gebruik de
startkabels nooit, wanneer u een beschadiging
hebt vastgesteld.
LET OP! Beschadigde kabels kunnen tot levens-
gevaar door een elektrische schok leiden. Ga
in geval beschadigingen, reparaties of andere
problemen aan het product naar een service
center of naar een elektricien.
Open nooit een van de elektrische leidingen
(kabels) en steek nooit een voorwerp in één van
de leidingen. Zulke veranderingen kunnen levens-
gevaarlijk zijn vanwege een elekrische schok.
Q Veiligheidsaanwijzingen
voor de startkabels
De capaciteit van de stroomverzorgende start-
accu, bijv. 45 A / h (auto B) mag niet beduidend
minder zijn dan die van de ontladen startaccu
(auto A).
Er mogen alleen accu's met dezelfde nominale
spanning (12 of 24 volt) met de startkabels
worden verbonden.
Tussen de voertuigen (auto A en B) mag geen
contact tussen de carrosserieën bestaan of
worden gemaakt.
J BRANDGEVAAR! Ontstekings-
bronnen (bijv. open vuur, brandende
sigaren, sigaretten of een elektrische
vonk) dienen buiten bereik van de startaccu's
te worden gehouden.
LET OP! VERWONDINGSGEVAAR! KANS
OP OOGLETSEL! Leun niet over de startaccu's,
het elektrolyt van de lege startaccu is ook vloei-
baar bij lage temperaturen.
De lege startaccu (auto A) mag tijdens of voor
de starthulp niet van het daarbij behorende
elektrisch systeem worden gehaald.
De motor van beide voertuigen dienen voor het
bevestigen van de startkabels uit te worden ge-
schakeld en de handrem dient aan te worden
getrokken. Zet de versnelling in de neutrale po-
sitie, en bij automaten dient u deze in de “P“ te
zetten.
Leg de kabels van de startkabel zo, dat deze niet
vast kunnen komen te zitten tussen draaiende
onderdelen van de motor.
Q Gebruik van de startkabels
Q Aansluiten
Opmerking: Controleer eerst of beide accu's,
stroomverzorgende accu (auto B) en lege accu
(auto A) dezelfde spanning (12 of 24 volt) en de-
zelfde capaciteit hebben. Vergelijk de opschriften
op de accu's!
1. Sluit de rode startkabel
1 met de rode accuklem
(+) 2 aan de pluspool van de lege accu (A) aan.
2. Sluit de andere accuklem 2 van de rode
startkabel 1 aan de pluspool van de stroom-
verzorgende accu (B) aan.
3. Sluit de zwarte startkabel 3 met de zwarte
accuklem (–) 4 aan de minpool van de
stroomverzorgende accu (B) aan.
66824_uls_Starthilfekabel Alu_Content_LB1.indd 18 20.06.11 10:49