Afdrukken vanuit een softwaretoepassing – HP Photosmart Pro B8850 Drucker Benutzerhandbuch

Seite 61

Advertising
background image

Afdrukken vanuit een softwaretoepassing

Ga als volgt te werk om een foto of document af te drukken met de basisinstellingen van de printer. Zie

De

afdrukinstellingen wijzigen

als u de instellingen wilt wijzigen. Zie

Kleurbeheer

als u de geavanceerde

kleurenbeheerinstellingen wilt gebruiken.

Afdrukken vanuit een softwaretoepassing (Windows)
1.
Zorg ervoor dat het papier juist is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Selecteer HP Photosmart Pro B8800 series als de printer. Als u de HP Photosmart Pro B8800 series hebt

ingesteld als standaardprinter, kunt u deze stap overslaan. In dat geval is de HP Photosmart Pro B8800 series
al geselecteerd.

4. Als u instellingen moet wijzigen, klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster Eigenschappen wordt geopend.

Afhankelijk van de softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen of Printer.

5. Selecteer de gewenste opties voor de afdruktaak met de instellingen die beschikbaar zijn op de tabbladen

Geavanceerd, Snel afdrukopties instellen, Functies en Kleur.

Tip U kunt eenvoudig de gewenste opties voor uw afdruktaak selecteren door een van de vooraf ingestelde
taken op het tabblad Snel afdrukopties instellen te kiezen. Klik op een type afdruktaak in het vak Snel
afdrukopties instellen
. De standaardinstellingen voor het type afdruktaak worden ingesteld en samengevat
op het tabblad Snel afdrukopties instellen. Indien nodig kunt u de instellingen hier wijzigen of u kunt
wijzigingen instellen op de andere tabbladen van het dialoogvenster Eigenschappen.

6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.

Afdrukken vanuit een softwaretoepassing (Mac OS X v10.4)
1.
Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.

Het dialoogvenster Pagina-instelling wordt weergegeven zodat u het papierformaat, de afdrukstand en de
schaling kunt opgeven.

2. Controleer of de HP Photosmart de geselecteerde printer is.
3. Geef de paginakenmerken op:

Geef het papierformaat op.

Selecteer de afdrukstand.

Geef het vergrotings- of verkleiningspercentage op.

4. Klik op OK.
5. Klik op Print of Druk af in het menu Archief van uw softwaretoepassing.

Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven en het paneel Aantal en &pagina's wordt geopend.

6. Wijzig de afdrukinstellingen voor elke optie in het pop-upmenu, in overeenstemming met uw project.

Opmerking Als u een foto afdrukt, moet u opties selecteren voor de juiste papiersoort en voor de
verbetering van de foto.

7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.

Afdrukken vanuit een softwaretoepassing (Mac OS X v10.5)
1.
Kies Afdrukken in het menu Bestand van uw toepassing.

Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend.

2. Controleer of de HP Photosmart de geselecteerde printer is.
3. Geef de paginakenmerken op:

Geef het papierformaat op.

Selecteer de afdrukstand.

Geef het vergrotings- of verkleiningspercentage op.

Hoofdstuk 2

58

Basis afdrukken

Ned

erlands

Advertising