Sony DSC-R1 - Handbuch (Seite 201)

NL
55
D
e
c
a
m
e
ra
ler
en ge
br
uik
en
Gebruik van de Sony-flitser
U kunt de volgende Sony-flitsers op de geavanceerde accessoireschoen van uw camera
bevestigen.
• HVL-F1000
• HVL-F32X (voorzien van een automatische flitsregulering en invullicht voor AF-functies)
1 Bevestig de losse flitser op de geavanceerde accessoireschoen.
2 Steek de stekker van de flitser in het ACC-aansluitpunt (Accessoires).
Bij gebruik van de HVL-F32X stap
2 overslaan.
3 Schakel de losse flitser in.
4 Neem het beeld op.
• Controleer of [Flits] is ingesteld op [Int.] in het (Setup)-menu (blz. 77).
• Bij de instelling van ISO op [800], [1600] of [3200], kunt u de AUTO "B"-functie van de HVL-F32X niet
gebruiken.
• Bij gebruik van de HVL-F1000 of de functie "B" van de HVL-F32X, wordt het flitsniveau (blz. 65) op de
twee volgende manieren ingesteld.
Bij een [Flitsniveau] van +0,3EV tot +2,0EV: Veel
Bij een [Flitsniveau] van –0,3EV tot –2,0EV: Weinig
• De camera werkt alleen goed als de modusdraaiknop is ingesteld op , of als deze is ingesteld op P
terwijl ISO is ingesteld op [AUTO]. De camera werkt niet goed in andere functies (S, A, M, Scènekeuze).
• Bij gebruik van de flitser met een grotere beeldhoek dan een brandpuntsafstand van 35 mm, kunnen de
beeldranden onderbelicht zijn. Wij raden u aan om een bredere flitshoek te gebruiken.
Gebruik van een losse flitser van een ander merk
U kunt een losse flitser van een ander merk gebruiken als deze de geavanceerde
accessoireschoen ondersteunt.
1 Bevestig de losse flitser op de geavanceerde accessoireschoen.
2 Maak het
(Setup)-scherm zichtbaar (blz. 31).
3 Kies
(Camera 2) door de menubesturingsknop naar
v/V te bewegen, [Flits] door naar B/v/
V te bewegen, [Ext.] door naar B/v te bewegen, druk daarna het midden van de
menubesturingsknop in.
4 Schakel de losse flitser in.
5 Zet de programmakeuzedraaiknop in de stand M of A.
De flitser gaat ook af als de programmakeuzedraaiknop niet in de stand M of A staat, maar wij
raden aan om opnamen te maken met de programmakeuzedraaiknop in de stand M of A.
6 Neem het beeld op.
• Bij opnamen met [Flits] ingesteld op [Int.] in het (Setup)-menu, kan de ingebouwde flitser opklappen.
Als dat gebeurt, moet u de ingebouwde flitser terugzetten in de oorspronkelijke positie en [Flits] instellen
op [Ext.] (blz. 77).
• Als [Flits] is ingesteld op [Ext.] in het (Setup)-menu, wordt de aanduiding zichtbaar. In dat
geval is de ingebouwde flitser niet bruikbaar.
• Stel de toepasselijke diafragmawaarde in aan de hand van het richtgetal van de gebruikte flitser en de
afstand naar het onderwerp.
• Het richtgetal van de flitser kan variëren, afhankelijk van de ingestelde ISO-lichtgevoeligheid (blz. 45)
van de camera, dus zorg ervoor dat u de ISO-waarde nakijkt.
• Merk op dat het kan voorkomen dat de camera niet naar behoren werkt of storingen vertoont bij gebruik
van een flitser van een ander merk c.q. ontworpen voor gebruik met een andere camera (meestal een flitser
met meerdere contactpunten op de geavanceerde accessoireschoen), een flitser die werkt met een hogere
voltage of een flitsaccessoire.
• Afhankelijk van het type van de flitser van een ander merk, is het mogelijk dat sommige functies niet
bruikbaar zijn, en dat de bediening lastig is.
2