Kleurinstelling, Aanpassing van de kleurtinten – witbalans, S (blz. 56) – Sony DSC-R1 Benutzerhandbuch

Seite 202: Blz. 56)

Advertising
background image

NL

56

Kleurinstelling

In normale omstandigheden past de camera automatisch de kleurtinten aan, maar u kunt deze
ook zelf, aan de hand van de lichtomstandigheden, aanpassen.

Druk op de WB-toets (Witbalans) en houd deze ingedrukt en draai het hoofdinsteldraaiknop
om de gewenste instelling te kiezen.

(

: standaardinstelling)

• Voor verdere informatie over de witbalans

t blz. 12

Aanpassing van de kleurtinten – Witbalans

P

S

A

M

AWB (Autom.)

Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans
automatisch ingesteld. (Kleurtemperatuur: Circa 3.400 –
7.000 K)

(Daglicht)

Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
(Kleurtemperatuur: Circa 5.500 K)

(Bewolkt)

Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
(Kleurtemperatuur: Circa 6.500 K)

(Fluorescerend)

Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende
verlichting. (Kleurtemperatuur: Circa 4.000 K)

n (Lamplicht)

Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
belichtingsomstandigheden snel veranderen, zoals in een
feestzaal of onder felle verlichting zoals in een fotostudio.
(Kleurtemperatuur: Circa 3.200 K)

(Flitser)

Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
(Kleurtemperatuur: Circa 6.000 K)

(Eénmaal drukken)

Past de witbalans, afhankelijk van de lichtbron, aan. De witte
kleur, die opgeslagen is in de

functie (Eénmaal

drukken SET) wordt de nieuwe witte kleur. Gebruik deze
functie als AWB (Autom.) of anderen niet voor de juiste
kleurinstelling kunnen zorgen. (Kleurtemperatuur: Circa
2.000 – 10.000 K)

(Eénmaal drukken

SET)

Onthoudt de standaardkleur wit die gebruikt zal worden in de

(Eénmaal drukken)-functie.

+

WB

AWB

30 F2.8

-3

3+

0

Hoofdinsteldraaiknop

WB-toets

WB

Advertising