HONDA GXV620 Benutzerhandbuch

Seite 48

Advertising
background image

NEDERLANDS

HANDIGE TIPS & SUGGESTIES

UW MOTOR STALLEN

Voorbereiding op stalling

Brandstof

Brandstoftank en carburateur aftappen

Motorolie

Reinigen

Een benzinestabilisator toevoegen om benzinelevensduur te verlengen

CARBURATEUR

AFTAPPLUG

11

Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije conditie te

houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende stappen voorkomt u

dat roest en corrosie de werking en de aanblik van uw motor verslechteren

en zal de motor de volgende keer weer gemakkelijk starten.

Benzine zal tijdens stalling oxyderen en gaat dan kwalitatief achteruit. Met

slechte benzine zal de motor moeilijk starten en blijft er een harsaanslag

achter die het brandstofsysteem kan verstoppen. Als de kwaliteit van de

benzine in uw motor tijdens stalling achteruitgaat, is mogelijk extra

onderhoud nodig aan de carburateur of andere onderdelen van het

brandstofsysteem of moeten deze worden vervangen.

Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt

brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine

bezig bent.

Ververs de motorolie (zie pagina

).

Verwijder de bougies (zie pagina

).

Giet een eetlepel (5

10 cm ) schone motorolie in elke cilinder.

Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen

voordat u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk

beschadigde lak bij en smeer andere gedeelten die kunnen roesten licht in

met olie.

Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een hogedrukreiniger,
kan er water in het luchtfilter of in de uitlaatdemperopening dringen. Water
in het luchtfilter wordt opgezogen door het luchtfilterelement en water dat
zo het luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder
terechtkomen en schade veroorzaken.

Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de brandstoftank dan met

nieuwe benzine. Als u de tank alleen gedeeltelijk vult, zal de lucht in de tank

tijdens stalling de achteruitgang versnellen. Als u een benzinevat gebruikt

om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat.

U kunt de levensduur van brandstof in stalling verlengen door een

benzinestabilisator toe te voegen die speciaal daarvoor is samengesteld, of

u voorkomt problemen met brandstofkwaliteit door tevoren de

brandstoftank en de carburateur af te tappen.

Schade aan het brandstofsysteem of problemen in de motorwerking als

gevolg van een slechte stallingvoorbereiding, vallen niet onder de

garantie

van de dealer (Distributor’s Limited Warranty).

De periode dat benzine in uw brandstoftank en carburateur kan blijven

zonder dat dit nadelig is voor de werking, hangt af van factoren als de

benzinemix, de temperatuur in uw stallingruimte en of de brandstoftank

geheel of gedeeltelijk is gevuld. De lucht in een gedeeltelijk gevulde

brandstoftank versnelt de achteruitgang van de benzine. Bij een zeer hoge

stallingtemperatuur versnelt de achteruitgang van de benzine.

Brandstofproblemen kunnen dan al binnen een paar maanden optreden, of

zelfs eerder als de benzine waarmee uw benzinetank is gevuld niet nieuw

was.

Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant.

Laat na toevoeging van een benzinestabilisator de motor gedurende tien

minuten in de buitenlucht draaien, zodat voor alle onbehandelde

benzine behandelde benzine in de plaats is gekomen.

Zet de motor af en als de brandstoftank een brandstofkraan heeft, draai

de kraanhendel dan naar de stand CLOSED of OFF.

Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open

vuur uit de buurt.

Werk met benzine alleen in de buitenlucht.

Draai de aftapschroef van de carburateur los en tap de carburateur af in

een geschikte opvangbak. Draai na het aftappen de aftapschroef in de

carburateur weer stevig vast.

Koppel de brandstofleiding naar de motor af en tap de brandstoftank af

in een geschikte opvangbak. Als de brandstoftank een kraan heeft, draai

deze dan naar de stand OPEN of ON zodat de brandstof gemakkelijk

uitstroomt. Sluit na aftappen de brandstofleiding weer aan.

Laat de motor een paar seconden draaien door de motorschakelaar in de

stand START te zetten, zodat de olie goed in de cilinders wordt verdeeld.

Breng de bougies weer aan.

Veeg gemorste benzine direct weg.

1.

2.

3.

1.

2.

3.

1.

2.

4.

5.

8

10

05/11/15 08:57:13 39Z6E600_011

Advertising