HONDA GXV620 Benutzerhandbuch

Seite 49

Advertising
background image

NEDERLANDS

ONVERWACHTE PROBLEMEN OPLOSSEN

Mogelijke oorzaak

Correctie

Voorzorgen bij stalling

Uit stalling nemen

VERVOER

MOTOR WIL NIET

STARTEN

MOTOR HEEFT

GEEN VERMOGEN

Mogelijke oorzaak

Correctie

12

Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur,

moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden

tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime

afstand van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een

waterverwarmer of een kledingdroger. Vermijd ook een plek met een

elektromotor die vonken produceert of waar elektrisch gereedschap wordt

gebruikt.

Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest

en corrosie.

Zet de motor om te stallen horizontaal neer. Door te kantelen kan er

brandstof- of olielekkage ontstaan.

Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om

stof buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kan sommige

materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie om af te

dekken tegen stof. Onder zo’n niet-doorlatende afdekking blijft vocht

rondom de motor achter en verloopt roestvorming en corrosie sneller.

Verwijder de accu en berg deze op een koele en droge plek op. Laad de

accu eens per maand op zolang de motor in stalling staat. Hiermee

verlengt u de levensduur van de accu.

Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF in deze handleiding (zie pagina

).

Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de tank

dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om bij te

tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na verloop

van tijd oxydeert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor starten

wordt bemoeilijkt.

Als de cilinders ter voorbereiding op stalling werden geolied, zal de motor

heel even roken bij de eerste start. Dat is normaal.

Als de motor heeft gedraaid, laat dan eerst minstens 15 minuten afkoelen

voordat u de motor op het transportvoertuig zet. Een hete motor en

uitlaatsysteem kunnen brandwonden veroorzaken en materialen doen

ontbranden.

Houd de motor horizontaal wanneer u deze vervoert, om de kans op

lekkage van brandstof te verkleinen. Als de brandstoftank een

brandstofkraan heeft, draai de kraanhendel dan naar de stand CLOSED of

OFF.

Accu opnieuw opladen.

Vervang de zekering.

Zet hendel in de stand

OPEN of ON.

Zet hendel in de stand

CLOSED, behalve als

de motor warm is.

Zet motorschakelaar

in de stand ON.

Brandstof bijvullen

(p. 7).

Tap de brandstoftank

en de carburateur af

(p. 11).

Bijtanken met nieuwe

benzine (p. 7).

Stel elektrodenafstand

opnieuw af of vervang

de bougies (p. 10).

Droog de bougies en

breng weer aan. Start

de motor met de

gashendel in de stand

FAST.

Vernieuw of repareer

defecte onderdelen

zoals vereist.

Filterelement(en)

verstopt.

Slechte brandstof;

motor gestald zonder

voorbereiding of

aftappen van

brandstof, of

bijgetankt met

slechte benzine.

Brandstoffilter

verstopt, defect in

carburateur, defect

ontstekingssysteem,

hangende kleppen,

etc.

Reinig of vervang

filterelement(en) (p. 9).

Tap de brandstoftank

en de carburateur af

(p. 11).

Bijtanken met nieuwe

benzine (p. 7).

Vernieuw of repareer

defecte onderdelen

zoals vereist.

Accu leeg.

Zekering

doorgebrand.

Brandstofkraan in

stand CLOSED

of OFF

(indien aanwezig).

Choke open.

Motorschakelaar in

OFF.

Geen brandstof.

Slechte brandstof;

motor gestald zonder

voorbereiding of

aftappen van

brandstof, of

bijgetankt met

slechte benzine.

Verkeerde of

vervuilde bougies

of foutieve

elektrodenafstand.

Bougies nat door

benzine

(motor verzopen).

Brandstoffilter

verstopt, defect in

carburateur, defect

ontstekingssysteem,

hangende kleppen,

etc.

Elektrisch starten:

Controleer de

accu en de

zekering.

Controleer de

regelstanden.

Controleer de

brandstof.

Verwijder en

inspecteer de

bougies.

Controleer het

luchtfilter.

Controleer de

brandstof.

1.

2.

3.

4.

5.

1.

2.

3.

3

Neem de motor

mee naar een

erkende Honda

onderhoudsdealer

of zie het

werkplaatshandboek.

Neem de motor

mee naar een

erkende Honda

onderhoudsdealer

of zie het

werkplaatshandboek.

05/11/15 08:57:33 39Z6E600_012

Advertising