Onderhoud aan uw motor – HONDA GX100 Benutzerhandbuch

Seite 38

Advertising
background image

NEDERLANDS

ONDERHOUD AAN UW MOTOR

HET BELANG VAN ONDERHOUD

Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor

emissieregeling mogen door een motorreparatiebedrijf of monteur alleen

worden uitgevoerd met gebruikmaking van onderdelen die

‘‘gecertificeerd’’ zijn volgens EPA-normen (Environmental Protection

Agency; instituut voor milieubescherming in Verenigde Staten).

VEILIG ONDERHOUD

VEILIGHEIDSVOORZORGEN

Koolmonoxidevergiftiging door motoruitlaatgassen.

Brandwonden door hete onderdelen.

Letsel door bewegende onderdelen.

ONDERHOUDSSCHEMA

6

Als u onderhoud verkeerd uitvoert of een storing niet

verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een defect

veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel oploopt.

Volg altijd de aanbevelingen voor inspectie en onderhoud

en de schema’s in dit instructieboekje voor de eigenaar.

Het onderhoudsschema is van toepassing op normale

gebruiksomstandigheden. Als u de motor gebruikt onder zware

omstandigheden, zoals bij continu gebruik onder zware belasting of bij

hoge temperaturen of onder ongewoon vochtige of stoffige condities,

neem dan contact op met uw onderhoudsdealer voor advies over uw

specifieke behoeften en gebruik.

Deugdelijk onderhoud is van groot belang voor een veilige, zuinige en

storingsvrije werking. Ook helpt u zo milieuverontreiniging voorkomen.

Om u te helpen bij een goede verzorging van uw motor, bevatten de

volgende pagina’s een onderhoudsschema en beschrijvingen van routine-

inspecties en eenvoudige onderhoudsprocedures met basisgereedschap.

Andere onderhoudstaken die wat ingewikkelder zijn of waarvoor speciaal

gereedschap nodig is, kunt u beter overlaten aan vakmensen en normaliter

laten uitvoeren door een monteur van Honda of een andere geschoolde

monteur.

Enkele zeer belangrijke veiligheidsvoorzorgen staan hier beschreven. We

kunnen echter niet waarschuwen tegen elk mogelijk risico dat zich bij het

uitvoeren van onderhoud kan voordoen. U kunt alleen zelf beslissen of u

een bepaalde taak al dan niet aankunt.

Het niet correct opvolgen van de onderhoudsinstructies en

de voorzorgsmaatregelen kan leiden tot een ongeval waarbij

u ernstig of dodelijk letsel oploopt.

Volg altijd de procedures en de voorzorgsmaatregelen in

deze handleiding voor de eigenaar.

Zet de motor uit voordat u begint met onderhoud of reparatie. Daarmee

neemt u al enkele potentiële risico’s weg:

Zorg voor voldoende frisse lucht terwijl de motor draait.

Laat de motor en het uitlaatsysteem afkoelen voordat u deze aanraakt.

Zet de motor pas aan als de instructie dat aangeeft.

Wees voorzichtig wanneer u met benzine werkt, om het risico op brand

of explosie te verminderen. Gebruik een niet-ontvlambaar oplosmiddel

en geen benzine om onderdelen te reinigen. Blijft met een brandende

sigaret, vonken of open vuur bij alle onderdelen van het

brandstofsysteem vandaan.

Lees de instructies voordat u begint en controleer of u het vereiste

gereedschap en de deskundigheid bezit.

Denk eraan dat een erkende Honda onderhoudsdealer uw motor het beste

kent en volkomen is uitgerust om deze te onderhouden en te repareren.

Gebruik voor de beste kwaliteit en betrouwbaarheid alleen nieuwe

originele Honda of gelijkwaardige onderdelen ter reparatie en vervanging.

Als dit onderhoudsschema niet wordt opgevolgd, kan dit leiden tot

defecten die niet door de garantie worden gedekt.

Controleer of er geen sprake is van scheuren of abnormale slijtage

van de riem. Vervang de riem als dit wel het geval is.

Houd bij commerciële toepassingen het aantal bedrijfsuren schriftelijk

bij, om de correcte onderhoudsinterval te kunnen bepalen.

Onderhoud op deze punten moet worden uitgevoerd door uw Honda

onderhoudsdealer, als u niet over het juiste gereedschap beschikt en

geen ervaren monteur bent. Zie het Honda werkplaatshandboek voor

onderhoudsprocedures.

Verricht vaker onderhoud wanneer u in een stoffige omgeving werkt.

(1)

(2)

(3)

(4)

PERIODIEKE

ONDERHOUDSBEURT (3)

CONTROLEPUNT

Voer uit volgens elke

aangegeven maand of

bedrijfsureninterval, wat het

eerst komt.

Alle

gebruik

Eerste

maand

of

20 uur

(1)

Telkens na 300 uur. (2)

Elke 2 jaar (indien nodig vervangen) (2)

Motorolie

Luchtfilter

Bougie

Stationair

toerental

Klepspeling

Controleer

niveau

Verversen

Controleren

Reinigen

Vervangen

Vervangen

Controleren

Reinigen

Reinigen

Reinigen

Controleren

(2)

Elk

jaar

of

200 uur

(1)

(2)

(2)

Zie

pagina

8

8

9

9

10

Telkens na 300 uur. (2) (4)

Elke 3

maanden

of

50 uur

Distributieriem

Vonkenvanger

(sommige

uitvoeringen)

Verbrandingskamer

Brandstoftank &

-filter

Brandstofleiding

Controleren-

afstellen

Controleren-

afstellen

Controleren-

afstellen

Elke 6

maanden

of

100 uur

Werkplaatshandboek

Werkplaatshandboek

Werkplaatshandboek

Werkplaatshandboek

Werkplaatshandboek

Werkplaatshandboek

06/12/20 16:46:41 39Z4E600_006

Advertising