HONDA GX100 Benutzerhandbuch

Seite 43

Advertising
background image

Voorzorgen bij stalling

Brandstoftank en carburateur aftappen

Motorolie

VERVOER

Uit stalling nemen

NEDERLANDS

AFTAPSLANG

AFTAPPLUG

SCHROEVENDRAAIER

CARBURATEUR

Zet de inkeping op het
vliegwiel in lijn met het
gat bovenop het
ventilatordeksel.

11

Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur,

moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden

tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime

afstand van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een

waterverwarmer of een kledingdroger. Vermijd ook een plek met een

elektromotor die vonken produceert of waar elektrisch gereedschap wordt

gebruikt.

Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt

brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine

bezig bent.

Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open

vuur uit de buurt.

Breng de bougie weer aan.

Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om

stof buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kan sommige

materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie om af te

dekken tegen stof.

Onder zo’n niet-doorlatende afdekking blijft vocht rondom de motor achter

en verloopt roestvorming en corrosie sneller.

Zet de motor om te stallen horizontaal neer. Door te kantelen kan er

brandstof- of olielekkage ontstaan.

Trek een paar keer aan het startkoord om de olie in de cilinder te

verdelen.

Trek langzaam aan de handgreep aan het startkoord totdat u weerstand

voelt en de inkeping op het vliegwiel tegenover het boutgat komt

bovenin het ventilatordeksel. Hiermee sluit u de kleppen, zodat er geen

vocht in de motorcilinder kan dringen. Laat het startkoord rustig

terugrollen.

Laat de brandstofkraan in de stand OFF staan om lekkage van brandstof

tegen te gaan, behalve als alle brandstof al uit de tank is gestroomd.

Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest

en corrosie.

Veeg gemorste benzine direct weg.

Werk met benzine alleen in de buitenlucht.

Giet een eetlepel (5

10 cm ) schone motorolie in de cilinder.

Verwijder de bougie (zie pagina

).

Ververs de motorolie (zie pagina

).

Draai de aftapschroef van de carburateur los en tap de carburateur af in

een geschikte opvangbak. Draai na het aftappen de aftapschroef in de

carburateur weer stevig vast.

Zet de brandstofkraan in de stand ON.

Zet een goedgekeurd opvangbakje onder de carburateur en gebruik een

trechter om morsen van benzine te voorkomen.

Houd de motor horizontaal wanneer u deze vervoert, om de kans op

lekkage van brandstof te verkleinen. Draai de brandstofkraan in de stand

UIT (zie pagina

).

Als de motor heeft gedraaid, laat dan eerst minstens 15 minuten afkoelen

voordat u de motor op het transportvoertuig zet. Een hete motor en

uitlaatsysteem kunnen brandwonden veroorzaken en materialen doen

ontbranden.

Als de cilinder ter voorbereiding op stalling werd geolied, zal de motor kort

roken bij de eerste start. Dat is normaal.

Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de tank

dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om bij te

tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na verloop

van tijd oxydeert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor starten

wordt bemoeilijkt.

Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF in deze handleiding (zie pagina

).

2.

1.

3.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

8

9

3

5

07/06/01 16:22:43 39Z4E600_011

Advertising