Silvercrest SSR 1080 A1 - Handbuch (Seite 170)

Digitale HD-satellietontvanger SSR 1080 A1
Nederlands - 168
Antenne instellen (vaste antenne)
Als u succesvol kanaalzoekopdracht wilt starten, moet u uw
satellietontvanger aanpassen aan de geïnstalleerde
antenne. De volgende instellingen zijn van toepassing op
vaste satellietantennes. Als u de optie "Motorantenne" hebt
gekozen in "Installatie | Antenne instellen | LNB1", leest u
ook het hoofdstuk "Antenne instellen (motorantenne)".
Satelliet
Kies de satelliet waarvan u de instellingen wilt bewerken.
LNB-freq.
Normaal gesproken is de optie Digitaal de juiste keuze voor
alle gangbare LNB's. Selecteer de volgende instellingen
alleen als u expliciet wordt geïnstrueerd dat te doen in de
installatiehandleiding voor de antenne.
Transponder
Kies een transponder voor de geselecteerde satelliet. U kunt
de indicatoren Signaalintensiteit en Signaalkwaliteit
gebruiken om te controleren of alle instellingen correct zijn.
DiSEqC 1.0
Met DiSEqC kunt u kanalen van meerdere satellieten op
verschillende posities ontvangen. In plaats van twee LNB's
die wijzen naar twee verschillende satellieten (bijvoorbeeld
ASTRA en Hotbird), kunt u bijvoorbeeld gebruik maken van
een DiSEqC-LNB en een DiSEqC-switch. U kiest dan "Poort
1" voor de ASTRA-positie en "Poort 2" voor de HOTBIRD-
positie. Het apparaat ondersteunt de aansturing van 2-, 4-,
8- of 16-voudige switches evenals DiSEqC-compatibele
multiswitches. Opmerking: Sommige DiSEqC-switches zijn
voorzien van letters (A, B, C, D ...) in plaats van nummers.
De volgorde is echter gelijk.
22K
Met het 22 kHz-signaal wordt geschakeld tussen de
frequentiebanden voor een universele LNB (Uit = lage band,
22 kHz = hoge band). Als u hebt gekozen voor het LNB-type
"Digitaal" wordt het schakelen automatisch uitgevoerd. Als u
geen conventionele LNB gebruikt, moet u deze instelling hier
handmatig aanpassen.