Dts neo:6, Het begrip luidsprekerconfiguratie, Het configureren van de luidsprekers en – ROTEL RSX-1058 Benutzerhandbuch

Seite 87: Het begrip luidsprekerconfiguratie

Advertising
background image

87

Nederlands

0 t/m 6, kunt u met zeven instellingen de
plaatsing van het geluidsbeeld bepalen.
Bij de instelling 0 wordt het geluidsbeeld
naar achteren geschoven voor een opti-
maal surroundeffect en bij 6 wordt het
geluidsbeeld zo dichtbij mogelijk gezet
voor een minimaal surroundeffect. Instel-
ling 3 is de neutrale stand tussen deze
twee extremen.

“CENTER WIDTH”: Met de Center

Width optie bent u in staat een breder
geluidsbeeld te creëren door het signaal,
bestemd voor de middenkanaalluidspre-
ker, meer naar de linker en rechter voor-
luidsprekers te delegeren. In acht stappen
van 0 t/m 7 kunt u dit effect naar uw hand
zetten. Bij de instelling “0” is alles zo als
het is en krijgt de middenkanaalluidspre-
ker het signaal waar hij recht op heeft.
Naarmate u naar een hogere instelling
gaat, gaat er steeds meer middenkanaal-
signaal naar links- en rechtsvoor, om bij
instelling “7” de centerluidspreker volko-
men het zwijgen op te leggen door al
het signaal voor deze luidspreker naar
de twee voorluidsprekers te sturen, voor
een zo breed mogelijk geluidsbeeld. De
andere instellingen bieden u tussenstap-
jes tussen deze twee extremen.

Kies voor “GAME” als u de RSX-1058 gaat
gebruiken voor de weergave van Dolby Sur-
round gecodeerde spelletjes.

Kies voor “PRO LOGIC” als u het prefereert
oude Pro Logic gecodeerde opnames op au-
thentieke wijze af te spelen. Het zult u echter
opvallen, wanneer u dergelijke opnames mid-
dels Pro Logic II (Cinema of Music) decodering
afspeelt, u een veel beter resultaat verkrijgt.
De originele Pro Logic weergavewijze biedt
u 5.1 surroundweergave ook bij 6.1 of 7.1
geconfigureerde geluidssystemen.

Wanneer u al uw instellingen gemaakt heeft
gaat u naar de “INPUT SETUP MENU” lijn
aan de onderkant van het scherm en druk
vervolgens op “ENTER” of druk alleen op de
toets “ENT” .

DTS Neo:6

����������������������

������

����������������������������

�����

�����

����

��

������������������

���

Wanneer u DTS Neo:6 voor een bepaalde
ingang in het “INPUT SETUP” menu heeft ge-
kozen, bieden er zich in het submenu nog
een paar mogelijkheden aan om de weer-
gavekwaliteit gedurende film en/of muziek-
weergave te optimaliseren. DTS Neo:6 kan
namelijk gebruik maken van mathematische
rekentrucs, die een middenkanaal en achter-
kanalen kunnen berekenen uit twee kanalen
(gewoon stereo dus) bronmateriaal.

Bij DTS Neo:6 is er slechts één keuzemoge-
lijkheid: “CINEMA” of “MUSIC”. Gebruik de
“+/-” toetsen van de afstandsbediening
om van instelling te veranderen.

• Kies “CINEMA” om de weergavekwa-

liteit (tijdens DTS Neo:6 weergavewijze)
van (oude) soundtracks te verbeteren.

• Kies “MUSIC” om de weergavekwaliteit

(tijdens DTS Neo:6 weergavewijze) van
muzikaal programmamateriaal te verbe-
teren.

Wanneer u al uw instellingen gemaakt heeft
gaat u naar de “INPUT SETUP MENU” lijn
aan de onderkant van het scherm en druk
vervolgens op “ENTER” of druk alleen op de
toets “ENT” .

Het configureren van

de Luidsprekers en alles

daar Omheen

Dit hoofdstuk van het configuratieproces be-
helst onderwerpen aangaande de geluids-
weergave, zoals het bepalen van het aan-
tal luidsprekers, de controle over de lage to-
nenweergave, met daarbij alles aangaande
het instellen van de subwoofer, het inregelen
van de geluidsniveaus van de onderlinge ka-
nalen, alsmede de vertragingstijden en de
toonregelinstellingen.

Het begrip

luidsprekerconfiguratie

Het aantal luidsprekers in een surroundin-
stallatie kan zeer verschillen alsmede hun
capaciteit om lage tonen al dan niet op een
correcte wijze te kunnen weergeven. Met
de RSX-1058 kunt u al deze “problemen”
het hoofd bieden. U moet echter om alles in
goede banen te leiden de RSX-1058 precies
vertellen hoe uw installatie er uitziet: hoeveel
luidsprekers aan uw systeem deelnemen, wat
voor luidsprekers dat zijn i.v.m. hun lage to-
nenweergave en hoe u deze lage tonen over
hen wenst te verdelen.

EXTRA INFORMATIE: Er zijn twee soorten
van lage tonenweergave in een surroundsysteem:
ten eerste de gewone lagetoneninhoud die je
normaal in alle soorten van geluidsregistraties
tegenkomt. In surround heb je die in principe
in alle (5 de) hoofdkanalen. Simpel gesteld de
“bassen” in iedere soort van muziek. Bij Dolby
Digital en DTS echter is er ook nog sprake van
een speciaal subwooferkanaal: de .1 in 5.1.
In dit kanaal stopt de (film)geluidsregisseur
zijn bommen en granaten, zijn auto- en vlieg-
tuigcrashes, zijn aardbevingen en vulkaan-
erupties en wat hij nog meer kan verzinnen
om de bioscoopsensatie te vervolmaken. Het
gebruik van dit subwooferkanaal verschilt per
film enorm. Buiten Dolby Digital en DTS wordt
er (nog) geen gebruik gemaakt van zo’n sub-
wooferkanaal.

De onderstaande luidsprekerconfiguratie rept
over “LARGE” (groot) en “SMALL” (klein).
Dit groot en klein slaat meer op de prestatie
van de betreffende luidsprekers dan om de
fysieke afmetingen. Een luidspreker die het
volledige frequentiespectrum tot ver in het
laag aan kan, wordt verondersteld een gro-
te luidspreker te zijn, hoewel die helemaal
niet zo groot hoeft te zijn. Een luidspreker
met een beperkte basweergave hoe groot
hij ook is, wordt verondersteld als klein. Be-
denk dat “Large” in dit geval dus betekent het
kunnen weergeven van het gehele frequen-
tiespectrum en “Small” luidsprekers die dat
vanwege hun kwaliteit of afmetingen minder
goed kunnen.

De vier hier volgende voorbeelden illustre-
ren wat het principe is achter het “lage to-
nen-management” en de vele mogelijkhe-
den die er zijn.

Advertising