Brother PX-100 200 300 - Handbuch (Seite 51)

○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
43
VERFÜGBARE STICHMUSTER
POINTS INCLUS
INGEBOUWDE STEKEN
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
A
B
C
Point élastique
XL5300 XL5200 XL5100
Modèle Longueur de point Largeur de point
PX300 PX200 PX100
6 6 6 Point élastique -2,5 3-5
Le point élastique possède trois fonctions principales : le raccommo-
dage, la couture d’élastiques ou l’assemblage de tissus. Chacune de
ces trois fonctions se trouve détaillée ci-dessous.
Mettre le sélecteur de modèle de point sur le point élastique.
Raccommodage
1. Mettre le sélecteur de longueur de point entre “ ” et “2,5”.
2. Placer une pièce de renfort sous la déchirure à réparer.
3. Coudre en suivant la ligne de la déchirure. Coudre au point élas-
tique comme le montre la fig. A.
Couture d’elastiques
1. Placer l’élastique sur le tissu.
2. A mesure que l’on coud, tendre l’élastique de part et d’autre du
pied-de-biche (voir fig. B).
Assemblage de tissus
Le point élastique peut servir à assembler deux morceaux de tissu. Il
s’avère particulièrement efficace pour la couture de tricots. Avec du
fil nylon, la couture sera invisible.
1. Placer bord à bord les deux pièces de tissu et les centrer sous le
pied-de-biche.
2. Les assembler avec le point élastique, en prenant bien soin de
garder les deux pièces bord à bord comme le montre la fig. C.
Stretchsteek
XL5300 XL5200 XL5100
Patroon Steeklengte Steekbreedte
PX300 PX200 PX100
6 6 6 Stretchsteek -2,5 3-5
De stretchsteek wordt gebruikt voor reparaties, het naaien van elastiek en
het aan elkaar naaien van twee stukken stof. Hieronder vindt u een beschrij-
ving van deze handelingen.
Stel de patroonkeuzeknop in op de stretchsteek.
Reparaties
1. Stel de steeklengte in op een waarde tussen “ ” en “2,5”.
2. Leg de versterkingsstof onder het te repareren gebied.
3. Volg de lijnen van de te repareren scheur met de stretchsteek zoals ge-
toond in fig. A.
Elastiek naaien
1. Leg het elastiek op de stof.
2. Tijdens het naaien moet u het elastiek achter de voet naar achteren en
voor de voet naar voren trekken zoals getoond in fig. B.
Stof aan elkaar naaien
De stretchsteek is uitstekend geschikt voor het aan elkaar naaien van twee
stukken stof en is ook bij uitstek voor gebruik met gebreide stof. Door ny-
lon garen te gebruiken, krijgt u dan een onzichtbare naad.
1. Leg de twee stoffen met de randen tegen elkaar midden onder de pers-
voet.
2. Terwijl u de twee randen dicht tegen elkaar houdt zoals getoond in fig.
C, naait u de twee stukken met de stretchsteek aan elkaar.
Elastischer Zickzackstich
XL5300 XL5200 XL5100
Stichmuster Stichlänge Stichbreite
PX300 PX200 PX100
6 6 6 Elastischer Zickzackstich – 2,5 3-5
Der Elastischer Zickzackstich kann für drei verschiedene Arbeiten be-
nutzt werden: zum Flicken, zum Nähen von Elastikbändern oder zum
Zusammennähen von Stoff. Alle drei Arbeiten werden unten erklärt.
Stellen Sie den Stichmuster-Wählschalter auf Elastischer Zickzackstich.
Flicken
1. Stellen Sie den Stichlängen-Drehschalter zwischen “ ” und “2,5”
ein.
2. Legen Sie einen passenden Flicken unter die zu flickende Stelle.
3. Folgen Sie der Rißlinie und nähen Sie mit dem Elastischer Zickzack-
stich wie in Abb. A gezeigt.
Einnähen von Elastikbändern
1. Legen Sie das Elastikband auf den Stoff.
2. Während Sie nähen, spannen Sie das Elastikband vor und hinter
dem Nähfuß, wie in Abb. B gezeigt.
Stoffe zusammennähen
Mit dem Elastischer Zickzackstich können Sie zwei Stoffstücke zusam-
mennähen. Der Stich ist auch für Strick besonders geeignet. Wenn Sie
Nylon-Faden benutzen, ist der Stich nicht sichtbar.
1. Legen Sie die Kanten der beiden Stoffstücke zusammen und mittig
unter den Nähfuß.
2. Nähen Sie die Stücke mit dem Elastischer Zickzackstich zusam-
men und achten Sie darauf, daß Sie die Stoffkanten so dicht zu-
sammenhalten, wie in Abb. C gezeigt.