Opmerkingen betreffende het opnemen, Handige tips voor opname, Opnemen op minidiscs – Sony MDS-JE510 Benutzerhandbuch

Seite 45

Advertising
background image

9

NL

SONY MDS-JE510/3-860-191-81(1)/Dutch/CED

Opnemen op minidiscs

±

REC

P

p

0

)

r

·

0

10

§

DISPLAY/CHAR

Handige tips voor opname

Kontroleren van de resterende opnameduur
op de minidisc

• Als u tijdens het opnemen op de DISPLAY/CHAR

toets drukt, verschijnt de resterende opnameduur op
de minidisc in het uitleesvenster.

• Als u op de DISPLAY/CHAR toets drukt als de

minidisc recorder in de stopstand staat, veranderen
de aanduidingen in het uitleesvenster als volgt: totale
opgenomen speelduur, resterende opnameduur op
de minidisc, titel van de minidisc (zie blz. 17).

(Wordt vervolgd)

• Bij opnemen vanaf een DAT deck of satelliet-ontvanger,

met de INPUT schakelaar ingesteld op een digitale
ingangsbron, zal de minidisc-recorder automatisch een
muziekstuknummer aanbrengen bij elk punt waar de
bemonsteringsfrekwentie van het ingangssignaal
verandert.

Als de aanduiding “TOC” knippert in het uitleesvenster

De minidisc recorder is dan bezig met bijwerken van de
inhoudsopgave (Table Of Contents). Beweeg de minidisc
recorder dan niet en trek de stekker van het netsnoer niet uit
het stopkontakt. Veranderingen die op een minidisc zijn
aangebracht door opname of montage worden alleen
bewaard als u de inhoudsopgave (TOC) bijwerkt door de
minidisc te verwijderen of de minidisc recorder standby te
zetten, door de POWER toets in te drukken.

Deze minidisc recorder werkt volgens het SCMS één-
generatie kopieersysteem (Serial Copy Management
System, zie blz. 35)

Minidiscs die zijn opgenomen via de digitale
ingangsaansluiting kunnen niet op digitale wijze, via de
digitale uitgangsaansluiting, worden gekopieerd of
overgespeeld op een andere minidisc of een DAT cassette.

Bij opnemen van een digitaal signaal met benadrukking
(van de hogere frekwenties)

De minidisc recorder verwijdert automatisch de
benadrukking (zodat het signaal nauwkeurig in de
oorspronkelijke toestand wordt teruggebracht) en de
pieknivometers geven het nivo van het signaal zonder
benadrukking aan.

Wanneer het deck opneemt of in de opnamepauzestand
staat, worden digitale signalen die binnenkomen via
DIGITAL OPTICAL IN of DIGITAL COAXIAL IN, met
dezelfde, oorspronkelijke bemonsteringsfrekwentie
uitgestuurd via DIGITAL OPTICAL OUT

Om een inkomend digitaal signaal voor het uitsturen om te
zetten naar een andere bemonsteringsfrekwentie (zonder het
signaal op een minidisc op te nemen), gebruikt u de
ingangskontrolefunktie (zie blz. 10).

Opmerkingen betreffende het
opnemen

Als de aanduiding “Protected” in het uitleesvenster
verschijnt

De minidisc is beveiligd tegen opnemen. Verschuif het
wispreventienokje om de uitsparing af te dekken (zie de
paragraaf “Beveiligen van een minidisc tegen per ongeluk
wissen” op blz. 7).

Als de aanduiding “Din Unlock” in het uitleesvenster
knippert

• De digitale opnamebron is niet aangesloten op de

ingangsaansluiting die in stap 4 op bladzijde 6 met INPUT
werd gekozen.
Om verder te kunnen gaan, dient u de opnamebron juist
aan te sluiten.

• De opnamebron is niet ingeschakeld.

Schakel de opnamebron in.

Afhankelijk van de geluidsbron die wordt opgenomen,
worden muziekstuknummers op een van de volgende
manieren aangebracht:

• Tijdens opnemen vanaf een compact disc speler of een

minidisc recorder met de INPUT schakelaar ingesteld op
een digitale ingangsbron en de apparatuur aangesloten op
de geschikte digitale ingangsaansluiting:
Nu zal de minidisc recorder de muziekstuknummers
automatisch aanbrengen en hierbij dezelfde nummering
en volgorde aanhouden als op de opnamebron. Als een
muziekstuk echter meerdere malen wordt afgespeeld
(bijvoorbeeld door herhaalde weergave van een enkel
muziekstuk), of er worden meerdere muziekstukken met
hetzelfde nummer (zoals van verschillende CD’s of
minidiscs) afgespeeld, dan zullen deze muziekstukken als
één nummer worden opgenomen, ongeacht hoe vaak ze
worden afgespeeld.
Als van een minidisc wordt opgenomen, bestaat de kans
dat muziekstukken met een speelduur korter dan
4 sekonden niet van een nummer worden voorzien.

• Als u, voor opnemen van een geluidsbron aangesloten op

de LINE (ANALOG) IN aansluitingen, de INPUT
schakelaar op “ANALOG” zet en de “LEVEL-SYNC” gaat
niet ann (zie de paragraaf “Aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens het opnemen” op blz. 12), of
bij het opnemen vanaf een DAT deck of een satelliet-
ontvanger aangesloten via een digitaal aansluitsnoer, met
de INPUT schakelaar ingesteld op een digitale
ingangsbron:
Nu zal de gehele opname als één muziekstuk worden
opgenomen. U kunt deze opname dan later alsnog
onderverdelen (zie de paragraaf “Onderverdelen van
opgenomen muziekstukken” op blz. 26). Als u de
muziekstuknummers tijdens het opnemen wilt
aanbrengen, volg dan de procedure beschreven op blz. 12.
Als de aanduiding “LEVEL-SYNC” in het uitleesvenster
verschijnt, zal de minidisc recorder automatisch
muziekstuknummers aanbrengen bij het opnemen van een
analoge geluidsbron of digitale opname vanaf een DAT
deck of satelliet-ontvanger. (zie “Automatisch aanbrengen
van muziekstuknummers” op blz. 12).

Opnemen op minidiscs

Advertising