Opsporen en verhelpen van storingen – JUN-AIR 4000 series [no cabinet] Benutzerhandbuch

Seite 20

Advertising
background image

20

De geluiddempende kap is voorzien van een bedrijfsurenteller.

Controleer na 1 maand hoeveel uren de compressor heeft

gedraaid, zodat de onderhoudsbeurten op tijd worden

uitgevoerd – elke .000 bedrijfsuren maar tenminste één keer

per jaar.

Vervang de luchtinlaatfilters na elke 2000 bedrijfsuren
1. Schakel de stroom uit.
2. Verwijder het bovenste deel van de kap (Let op, eerst

schroefjes verwijderen). Zorg dat u de kabel van de

ventilator niet lostrekt (Alleen betrekking op model „P“)

(fig. 4).

3. Steek een schroevedraaier onder het rubber en druk de

filters naar buiten. Vervolgens kunt u de nieuwe filters op

hun plaats drukken (fig. 5).

Compressoren met adsorptiedrogers
1. Controleer de werking van de automatische droger door

de aftapkraan op de buffertank te openen. Vanuit de

aftapkraan loopt een buis naar de bodem van het drukvat.

Als daar water uit komt, dient u de droger te controleren

(raadpleeg de handleiding van de droger).

2. Om te voorkomen dat door een verzadigd filterelement

drukverlies ontstaat, zijn de voor- en nafilters voorzien

van een zgn. pop-up indicator. Als het filterelement aan

vervanging toe is, verandert de kleur van de indicator van

groen in rood. Onder normale omstandigheden dient u het

filterelement na ca. elke 4.000 bedrijfsuren te vervangen.

In een verontreinigde omgeving kan het nodig zijn het

filterelement elke 2.000 bedrijfsuren te vervangen. Meer

informatie kunt u lezen in de handleiding van de droger.

3. Na .000-4.000 bedrijfsuren – afhankelijk van

de werkomstandigheden – of als de kleur van de

vochtigheidsindicator verandert, dient u het droogmiddel te

verwijderen. Lees voor meer informatie de handleiding van

de droger.

Pomptijd
De pomptijd geeft de conditie van de compressor aan als het

systeem verder geen lekkage vertoont. Test de compressor als

volgt:
1. Laat de tank van de compressor leeglopen (de manometer

staat op 0 bar).

. Sluit de aftap van de tank en let op dat deze goed afsluit.
3. Start de compressor en kijk hoelang het duurt voordat deze

uitschakelt.

Controleer of de druk in de tank 8 bar bedraagt omdat

afwijkingen tot verkeerde conclusies kunnen leiden (zie

technische gegevens).

Opmerking!

Voer deze test uitsluitend uit als de compressor koud

is. De aangegeven tijd verwijst naar een pomptijd van

een koude compressor. De pomptijd van een warme

compressor is veel langer en kan leiden tot verkeerde

conclusies.

Opsporen en verhelpen van storingen

Opmerking!

Voor het verwijderen van de onderdelen uit de

compressor eerst de stroom uitschakelen.

De tank ontluchten voordat er onderdelen uit de

compressor-unit verwijderd worden.

1. Compressor start niet (geen geluid):

a) Geen stroom op het leidingnet. Controleer de

zekeringen en de stekker.

b) Draadbreuk of losse verbindingen in de drukschakelaar.

c) De druk in de tank is te hoog voor het inschakelen

van de drukschakelaar. De drukschakelaar zal alleen

schakelen zodra de druk is gedaald tot de ingestelde

startdruk. Laat de tank leeglopen.

d) Condensator defekt.

2. Compressor start niet, maakt een zoemend en klikkend

geluid:

a) De terugslagklep lekt. Maak de flexibele drukleiding

los en controleer de terugslagklep op lekkage, zo ja:

reinigen of vervangen.

3. Compressor werkt wel, maar bouwt geen of heel

langzaam druk op:

a) Het aanzuigfilter is verstopt.Vervang de filter.

b) Lekkende fittingen, slangen of pneumatisch

gereedschap. Controleer dit met zeepsop. Drukverval

mag niet meer zijn dan 1 bar per uur.

c) Terugslagklep is defect en beperkt de doorstroming.

d) Controleer de zuigerringen. Zonodig vervangen.

e) Het droogmiddel is verontreinigd en/of filterelementen

zijn verstopt (Alleen betrekking op model „D“).

Vervangen, zie de handleiding van de droger.

4. Compressor maakt veel geluid:

a) Terugslagklep vuil of defect. Reinigen of vervangen.

b) Ventilator defect (Alleen betrekking op model „P“).

5. Compressor wordt erg heet:

a) Leidinglekkage. Zie punt 3b.

b) Verstopt aanzuigfilter. Zie punt 3a.

c) Te hoge omgevingstemperatuur. Plaats de compressor

alleen in ruimtes die zeer goed worden geventileerd.

d) De koelventilator in de kap werkt niet (Alleen betrekking

op model „P“). Controleer de leidingen en zekeringen.

e) Overbelasting. Overtuig u ervan dat uw compressor

voldoende capaciteit heeft om het werk aan te kunnen.

6. Compressor draait terwijl geen lucht wordt afgenomen:

a) Lekkages. Zie punt 3b.

7. Compressor slaat ongebruikelijk vaak aan en af:

a) Veel condenswater in de tank (modellen zonder

absorptiedroger). Bij modellen uitgevoerd met een

absorptiedroger dan vocht in de tank voorkomen, alleen

als de absorptiedroger defect is (Alleen betrekking op

model „D“).

b) Lekkages. Zie punt 3b.

8. Compressor schakelt niet in bij ingestelde druk of slaat

niet af bij maximum druk:

a) Defecte drukschakelaar. Vervangen.

Gebruiksaanwijzing

NL

Advertising
Dieses Handbuch ist für die folgenden Produkte bezogen werden: