Modus – Arcam FMJ AVR500 EU Benutzerhandbuch

Seite 172

Advertising
background image

n-44

<

Als de functie op Uit staat, dan verschijnen de

wijzigingen van de gebruiker niet op het scherm

maar alleen op het displayvenster van het

frontpaneel. Hierdoor verschijnt er geen pop-up

tekst op het scherm van uw videosysteem. Ongeacht

deze instelling, verschijnen de instelmenu’s altijd op

het scherm.

Analoge uitgang

– Deze instelling stuurt de

uitgangsresolutie van de analoge video-uitgangen van

Zone 1 aan. Dit geldt voor alle analoge video-uitgangen

van Zone 1. Component, S-video en composiet. Deze

instelling is uitsluitend geldig als geen van de

oUT 1

of

oUT 2

HDMI-uitgangen op dat moment worden

gebruikt. Zie ‘Aandachtspunten’ hierboven met

betrekking tot analoge resoluties.
Het rolmenu toont alle resoluties van de videoprocessor

van het systeem.
Analoge rasterfrequentie

– Deze instelling stuurt

de uitgang rasterfrequentie van de analoge video-

uitgangen van Zone 1 aan. Dit geldt voor alle analoge

video-uitgangen van Zone 1. Component, S-video en

composiet. Deze instelling is uitsluitend geldig als geen

van de

oUT 1

of

oUT 2

HDMI-uitgangen op dat moment

worden gebruikt. Zie ‘Aandachtspunten’ met betrekking

tot de analoge rasterfrequenties.
Display type

– Stel de breedte-hoogteverhouding

van uw TV of videosysteem in; 4:3 standaard of 16:9

breedbeeld.
Schakelen van uitgangen – Deze instelling stuurt de

werking van de twee HDMI-uitgangen aan.

<

Auto-Prioriteit Out 1/Out 2 detecteert welk

videosysteem aan staat en geeft prioriteit aan de

aangewezen uitgang (

oUT 1

of

oUT 2

) als beide

videosystemen op hetzelfde moment aan staan.

Als beide videosystemen op hetzelfde moment

worden gebruikt, dan wordt de uitgang met de

hoogste prioriteit gebruikt om de instellingen van de

videoprocessor van het systeem te configureren.

<

Uitang 1 of Uitgang 2: forceert uitsluitend de

inschakeling van de aangewezen HDMI-uitgang.

<

Uitgang 1 & 2: schakelt beide HDMI-uitgangen

tegelijkertijd in. Om dit mogelijk te maken worden

de instellingen van de videoprocessor van het

systeem verlaagd tot de hoogste gemeenschappelijke

instelling die beide videosystemen kunnen

ondersteunen.

Out 1 resolutie

– Deze instelling stuurt de

uitgangsresolutie van de HDMI-uitgang

oUT 1

aan. Deze

instelling is uitsluitend geldig als de HDMI-uitgang

oUT 1

de enige actieve HDMI-uitgang is op dat moment.

<

Het rolmenu toont alle resoluties van de

videoprocessor van het systeem. De resoluties die

niet door het aangesloten videosysteem worden

ondersteund, zijn grijs weergegeven en kunnen niet

worden geselecteerd.

<

Voorkeur: stelt de Out 1 resolutie in als

voorkeurresolutie van het videosysteem. Dit is

vaak de hoogste resolutie die het videosysteem kan

ontvangen.

Out 1 rasterfrequentie

– Deze instelling stuurt de

uitgang rasterfrequentie van de HDMI-uitgang

oUT 1

aan. Deze instelling is uitsluitend geldig als de HDMI-

uitgang

oUT 1

de enige actieve HDMI-uitgang is op dat

moment.

<

Het rolmenu toont alle rasterfrequenties van de

videoprocessor van het systeem. De rasterfrequenties

die niet door het aangesloten videosysteem worden

ondersteund, zijn grijs weergegeven en kunnen niet

worden geselecteerd.

<

Auto stelt de

oUT 1

rasterfrequentie in als de

voorkeur rasterfrequentie van het videosysteem voor

de huidige gebruikte resolutie.

<

Follow Input (Volg ingang) forceert de

oUT 1

rasterfrequentie naar de rasterfrequentie

van de ingang, ongeacht de capaciteiten van het

videosysteem.

Lipsynchronisatie 1

– (Uitsluitend ter informatie)

Geeft weer hoeveel lipsynchronisatie automatisch wordt

toegepast op HDMI-uitgang

oUT 1

om te compenseren

voor vertraging van de videoverwerking van het

aangesloten videosysteem. Niet alle videosystemen

ondersteunen deze functie.
Out 2 resolutie

– Deze instelling stuurt de

uitgangsresolutie van de HDMI-uitgang

oUT 2

aan. Deze

instelling is uitsluitend geldig als de HDMI-uitgang

oUT 2

de enige actieve HDMI-uitgang is op dat moment.

<

Het rolmenu toont alle resoluties van de

videoprocessor van de AVR500, AVR600 of AV888. De

resoluties die niet door het aangesloten videosysteem

worden ondersteund, zijn grijs weergegeven en kunnen

niet worden geselecteerd.

<

Voorkeur: stelt de Out 2 resolutie in als

voorkeurresolutie van het videosysteem. Dit is vaak de

hoogste resolutie die het videosysteem kan ontvangen.

Out 2 rasterfrequentie

– Deze instelling stuurt de

uitgang rasterfrequentie van de HDMI-uitgang

oUT 2

aan. Deze instelling is uitsluitend geldig als de HDMI-

uitgang

oUT 2

de enige actieve HDMI-uitgang is op dat

moment.

<

Het rolmenu toont alle rasterfrequenties van de

videoprocessor van het systeem. Rasterfrequenties

die niet door het aangesloten videosysteem worden

ondersteund, zijn grijs weergegeven en kunnen niet

worden geselecteerd.

<

Auto: Auto stelt de Out 2 rasterfrequentie in als de

voorkeur rasterfrequentie van het videosysteem voor

de huidige gebruikte resolutie.

<

Follow Input (Volg ingang) forceert de out 2

rasterfrequentie naar de rasterfrequentie van

de ingang, ongeacht de capaciteiten van het

videosysteem.

Lipsynchronisatie 2

– (Uitsluitend ter informatie)

Geeft weer hoeveel lipsynchronisatie automatisch wordt

toegepast op HDMI-uitgang Out 2 om te compenseren

voor vertraging van de videoverwerking van het

aangesloten videosysteem. Niet alle videosystemen

ondersteunen deze functie.
Out 1 & 2 resolutie

– Deze instelling stuurt de

uitgangsresolutie aan wanneer beide HDMI-uitgangen

tegelijkertijd worden gebruikt. Deze instelling is

uitsluitend geldig als Uitgang schakelen is ingesteld op

Uitgang 1 & 2.

<

Het rolmenu toont alle resoluties van de

videoprocessor van het systeem. De resoluties die

niet door het aangesloten videosysteem worden

ondersteund, zijn grijs weergegeven en kunnen niet

worden geselecteerd.

<

Best: stelt de HDMI-uitgang in als de hoogste

gemeenschappelijke resolutie die door beide

videosystemen wordt ondersteund.

Out 1 & 2 rasterfrequentie

– Deze instelling stuurt de

uitgang rasterfrequentie aan wanneer beide HDMI-

uitgangen tegelijkertijd worden gebruikt. Deze instelling

is uitsluitend geldig als Uitgang schakelen is ingesteld op

Uitgang 1 & 2.

<

Het rolmenu toont alle rasterfrequenties van de

videoprocessor van het systeem. De rasterfrequenties

die niet door het aangesloten videosysteem worden

ondersteund, zijn grijs weergegeven en kunnen niet

worden geselecteerd.

<

Auto: stelt de HDMI-uitgang in als de hoogste

gemeenschappelijke voorkeur rasterfrequentie

die door beide videosystemen voor de resolutie

hierboven wordt ondersteund.

<

Follow Input (Volg ingang) forceert de out 1 &

2 rasterfrequentie naar de rasterfrequentie van

de ingang, ongeacht de capaciteiten van het

videosysteem.

Lipsynchronisatie 1 & 2

– (Uitsluitend ter informatie)

Geeft weer hoeveel lipsynchronisatie automatisch wordt

toegepast op HDMI-uitgang

oUT 1

en

oUT 2

om te

compenseren voor vertraging van de videoverwerking

van het aangesloten videosysteem. Niet alle

videosystemen ondersteunen deze functie.

Modus

Vermeldt de decodeer- en downmix opties die u wilt

toevoegen wanneer u door de opties bladert met de

MODUS toets. De instellingen zijn Ja of Nee. De lijst

is verdeeld in twee secties afhankelijk van het type

audiobron. Zie de sectie ‘Meerkanaals bronmodi’ op

pagina 41 voor meer informatie over het verwerken van

een decodeermodus.
Deze instellingen worden toegepast op alle audio-

ingangen en zijn opgeslagen in het geheugen en worden

na het inschakelen van het systeem opgeroepen.

Voor stereobronnen:

Dolby ProLogic –
Dolby PLIIx Movie –
Dolby PLIIx Music –
Dolby PLIIx Matrix –
Dolby PLIIx Game –
Neo:6 Cinema –
Neo:6 Music –
De eerste sectie ‘Stereobronnen’ is de lijst van

verwerkingsmodi waarover u wilt beschikken voor

stereosignalen (analoge stereo, digitale PCM stereo,

Dolby 2.0, DTS 2.0, etc.). Bij stereosignalen kunt u op

de

MoDUS

toets drukken en door de verwerkingsmodi

bladeren die u in de sectie ‘Stereobronnen’ hebt

geactiveerd. De onverwerkte stereo optie is altijd

beschikbaar voor stereosignalen en is daarom niet in de

lijst vermeld.

Voor meerkanaals bronnen:

Stereo Downmix –
Dolby Digital EX –
Dolby PLIIx Movie –
Dolby PLIIx Music –

Advertising
Dieses Handbuch ist für die folgenden Produkte bezogen werden: