Teac AD-RW900-B - Handbuch (Seite 108)

108
1 Display
Zie “Display” op pagina 112­114.
2 Afstandsbedieningssensor
Richt bij gebruik hier de afstandsbediening op.
3 OPEN/CLOSE (L)
Druk op deze toets om de disclade te openen of te sluiten.
4 COUNTER RESET
Druk op deze toets om de tapeteller terug te zetten op “0000”.
5
Knop REC LEVEL
Draai aan deze knop om het opnameniveau aan te passen.
< Wordt gebruikt om het geluidsniveau naar een aangesloten
computer aan te passen, behalve in de modus opname standby
of tijdens lopende opname.
6 Bladeren (.//)/ Zoeken (m/,)
Druk op deze toetsen om door de tracks/bestanden te bladeren.
Houd deze toetsen ingedrukt tijdens afspelen om naar een deel
van een track/bestand te zoeken
7 REPEAT
Gebruik deze toets om de herhaalfunctie in te stellen (pagina 120).
8 SOURCE
Selecteer met deze toets de bron (pagina 115).
9 Stop (H)
Druk op deze toets om het afspelen van de cassettetape te
stoppen.
Druk op deze toets om het opnemen op een tape te stoppen.
10 RECORD USB
Wordt gebruikt om op te nemen naar een extern USB­
flashgeheugen. Druk hier eenmaal op om naar opname standby
over te schakelen en druk nogmaals om te beginnen met
opnemen (pagina 135­137).
Druk hierop tijdens de opname om het bestand op het
betreffende punt te splitsen (pagina 137).
(Bij het opnemen van een CD kunnen bestanden echter niet
worden gesplitst.)
11
RECORD TAPE
Wordt gebruikt om op een tape op te nemen. Druk hier een­
maal op om naar opname standby over te schakelen en druk
nogmaals om te beginnen met opnemen (pagina 138­140).
12 Vooruit/achteruit spoelen (m/,)
Druk op deze toetsen om de cassettetape voor­ of achteruit te
spoelen.
13 Pauze (J)
Druk op deze toets om het afspelen van of het opnemen op de
cassettetape te pauzeren.
Nogmaals op deze toets om afspelen of opname te hervatten.
14 Cassettecompartiment
15
Knop PHONES /LEVEL
Draai alvorens met hoofdtelefoon te luisteren de knop LEVEL
naar links om het volumeniveau van de hoofdtelefoon te
minimaliseren, voordat deze wordt aangesloten op de PHONES­
uitgang. Pas het geluidsvolume aan nadat de plug is aangesloten.
Q LET OP
Sluit nooit de hoofdtelefoon op de PHONES-uitgang aan
terwijl u de hoofdtelefoon draagt. Plug de hoofdtelefoon
ook niet uit en schakel het apparaat niet in of uit, terwijl
u de hoofdtelefoon draagt. Er kunnen dan zeer luide
geluiden door de hoofdtelefoon worden geproduceerd.
VOORKOM SCHADE AAN UW GEHOOR – zet de hoofd tele-
foon pas op, nadat u deze heeft ingeplugd.
16
EJECT (L)
Als de tape is gestopt, druk dan op deze toets om het cassette­
compartiment te openen.
De onderdelen identificeren (hoofdapparaat)
1 4 3 5 8 6 7 11
20 34 22 26
10 12 13 2
18 19 17 24
9
29 32 31 30 28 25 23 21 33 26 27