Gesynchroniseerd opnemen op een cd, A 130, Opnemen pauzeren – Teac AD-RW900-B Benutzerhandbuch

Seite 130: Handmatige trackverdeling

Advertising
background image

130

< De minimum lengte van een track die wordt opgenomen is altijd

10 seconden. Als u binnen 10 seconden vanaf het begin van een
track op de toets Stop (H) drukt, stopt het opnemen pas nadat er
10 seconden van de track is opgenomen.

< Als een CD­R/CD­RW helemaal is gevuld met opnamen, moet u

deze finaliseren alvorens de disc te verwijderen.

Opnemen pauzeren

Druk op de toets CD Afspelen/Pauze (t/J). “WAITING” verschijnt
kort in de display en vervolgens wordt het opnemen gepauzeerd.
Druk om het opnemen te hervatten op de toets CD Afspelen/
Pauze (t/J).

< Een opname kan niet opnieuw worden gestart als “WAITING”

wordt weergegeven.

< Bedenk dat elke keer als een opname wordt gepauzeerd of

gestopt er een nieuw tracknummer wordt toegekend. Het is niet
mogelijk om één track in twee stappen op te nemen.

Handmatige trackverdeling

Het is mogelijk om een track in meerdere tracks te verdelen door
tijdens de opname op de toets RECORD (K RECORD) te drukken.

< Handmatige trackverdeling is mogelijk, ongeacht de instelling voor

AUTO.

< Een track kan niet korter duren dan 10 seconden. De toets RECORD

(K RECORD) werkt niet als deze binnen 10 seconden vanaf het
begin van een track wordt ingedrukt.

LINE IN

PHONO

Een CD opnemen (3)

Gesynchroniseerd opnemen op een CD

LINE IN

PHONO

De comfortabele gesynchroniseerde opnamefunctie start auto­
matisch met opnemen als er analoog of digitaal signaal van een
externe bron, zoals een CD­speler en MD­deck, wordt ontvangen en
stopt met opnemen als het signaal volledig is ontvangen.

Voor CD, MD of DAT
Gesynchroniseerd opnemen start als er een digitaal signaal wordt
gedetecteerd, wat het begin is van een track. Gesynchroniseerd
opnemen stopt als er een periode is waar het geluid zachter is dan
het gespecificeerde auto track­niveau en die langer duurt dan vijf
seconden.

Voor digitale bronnen die hierboven niet zijn genoemd en
analoge bronnen
Gesynchroniseerd opnemen start als er geluid wordt gedetecteerd
dat luider is dan het gespecificeerde auto track­niveau. Gesyn­
chroniseerd opnemen stopt als er een periode is waar het geluid
zachter is dan het gespecificeerde auto track­niveau en die langer
duurt dan 8 seconden.

1

Doorloop de stappen

1

tot

5

in “Over opname” om de

instellingen te maken en druk op de toets CD stop (H).

< Omdat het opnameniveau niet kan worden aangepast als de

opnamebron de digitale ingang is (

), slaat u stap

4

en

5

over.

2

Druk op de toets SYNC en kies “SYNC 1” of “SYNC ALL”.

Elke keer als u op de toets voor gesynchroniseerd opnemen
(SYNC) drukt, wordt de opnamemodus gewijzigd.

ALL YONE YOFF

Keuze uit drie modi

ALL

Gesynchroniseerd op nemen van
alle tracks.

ONE

Gesynchroniseerd opnemen van
één track, waarna opnemen stopt.

OFF

Niet gesynchroniseerd opnemen.

Advertising
Dieses Handbuch ist für die folgenden Produkte bezogen werden: