Teac AD-RW900-B - Handbuch (Seite 131)

131
NE
D
ER
LA
ND
S
3
De opnamebron voorbereiden
Opnemen van een cassettetape
Spoel de tape terug naar het startpunt om deze volledig op te
kunnen nemen. Om vanaf een punt in het midden op te nemen
stopt of poseert u op het punt waar vanaf u de opname wilt
starten.
Kies de instelling voor DOLBY NR (ruisonderdrukking)
(pagina 106).
Om slechts één kant van de tape op te nemen zet u de
schakelaar voor REV MODE op u en kiest u de afspeelrichting
met de toetsen Reverse (achteruit) (g) of Forward (vooruit) (t).
Druk op de toets TAPE Stop (H).
Om beide kanten van de tape op te nemen zet u de schakelaar
voor REV MODE op j en kiest u de afspeelrichting t. Als
opnamerichting g wordt gekozen, wordt alleen “kant B”
opgenomen.
4
Druk op de toets RECORD (K RECORD).
De rode CD RECORD­indicator rechts van de display en de
­indicator in de display knipperen.
< Terwijl “WAITING” wordt weergegeven werken de toetsen niet.
Wacht enkele seconden tot “WAITING” uit de display verdwijnt.
Als DIGITAL wordt geselecteerd, verschijnt de sampling fre­
quentie van de digitale bron (
) (“FS 44_1K”, “FS 48K” of “
FS 32K”) kort nadat “WAITING” is weergegeven.
< “OPTICAL UNLOCK” verschijnt als het apparaat het digitale
signaal niet kan verwerken. Sluit in dat geval een digitaal
apparaat aan op de DIGITAL IN­aansluiting, schakel het in en
wacht enkele seconden tot het apparaat overschakelt op de
modus Record pauze.
< Als u niet kunt opnemen, zelfs niet als u op de toets CD record
drukt (K RECORD), laad dan een beschrijfbare disc. Controleer
of “NO TOC” en “CD­R” (of “CD­RW”) in de display verschijnen en
druk nogmaals op de toets CD record (K RECORD).
5
Laat de bron afspelen.
Gesynchroniseerd opnemen start.
Als er tijdens gesynchroniseerd opnemen gedurende
8 seconden of langer geen geluid wordt waargenomen,
stopt het opnameproces. Als u muziek met dergelijke lange
stilte periodes wilt opnemen, schakel dan gesynchroniseerd
opnemen uit. Start na het uitschakelen van gesynchroniseerd
opnemen handmatig opnemen en speel de bron af die moet
worden opgenomen.
< Druk op de toets Stop (H) om de opname handmatig te stoppen.
< De functie gesynchroniseerd opnemen wordt automatisch na de
opname uitgeschakeld.
< De opnamemodus gesynchroniseerd opnemen (één track of alle
tracks) kan niet worden gewijzigd tijdens de opname of in de
opnamepauzemodus.
< Als u SYNC ALL kiest, wordt AUTO TRACK ingeschakeld en het
automatische trackniveau wordt ingesteld op −60 dB (−50 dB voor
analoog ingangssignaal). Gebruik de toets AUTO om het AUTO
TRACK­niveau in te stellen.
< Zelfs als de toets AUTO is ingesteld op MANUAL, is de functie
auto track ingeschakeld tijdens gesynchroniseerd opnemen. Het
auto track­niveau is ingesteld op –60 dB (–50 dB bij opname via
ANALOG). De instelling keert na de opname automatisch terug
naar MANUAL.
< Bij digitale opname kan gesynchroniseerd opnemen eventueel
niet starten, afhankelijk van de digitale bronspeler. Start en stop in
dergelijke gevallen handmatig.
< Afhankelijk van de bron kan er stilte worden gedetecteerd, waar­
door de opname midden in een track stopt, of het begin wordt
afgekapt. Stel AUTO TRACK in dit geval in op MANUAL en neem
handmatig op.