Teac AD-RW900-B - Handbuch (Seite 127)

127
NE
D
ER
LA
ND
S
Vóór opname
Zorg dat u zich vóór opname de volgende punten heeft eigen-
gemaakt:
< Volgens de CD­standaards kunnen er maximaal 99 tracks op een
CD worden opgenomen. Zodra de 100ste track moet worden
opgenomen, stopt het opnameproces automatisch.
< Op een audio­CD kunnen geen tracks worden opgenomen die
korter zijn dan 10 seconden.
< Als de opname is voltooid knippert “PMA WRITE” een aantal
seconden en vervolgens schakelt het apparaat in de stopmodus.
Zorg dat het apparaat tijdens de opname of terwijl “PMA WRITE”
knippert niet wordt blootgesteld aan schokken of vibraties.
< Als de beschikbare opnametijd de lengte van 0 nadert, stopt
opname automatisch.
< Als een half opgenomen disc wordt geplaatst, vindt opname
direct achter de laatst opgenomen track plaats.
< U kunt tekst toevoegen aan een niet gefinaliseerd beschrijfbare
disc. Zodra een CD­R is gefinaliseerd, wordt deze “gefixeerd” en
krijgt deze dezelfde eigenschappen als een CD. Gefinaliseerde
CD­RW­discs kunnen echter weer worden gedefinaliseerd, gewist
en opgenomen.
< Als de functie Auto track wordt gebruikt, worden de tracks
gescheiden op basis van het gespecificeerde niveau. Als er zich
een erg zacht gedeelte aan het begin of midden in een track
bevindt, kan de afspeeltijd verschillen van de werkelijke lengte van
de track.
< Als er tracknummers worden toegevoegd aan doorlopende
muziek, zoals een live optreden, wordt het geluid gedurende een
kort moment onderbroken.
< Als een met dit apparaat opgenomen disc wordt afgespeeld op
een andere speler kunnen zich bijgeluiden voordoen als er van
track wordt gewisseld.
Auto track-niveau
Geluidsniveau waarmee “stilte” wordt gedetecteerd om
track nummers toe te voegen met de functie auto track bij
het opnemen van externe apparatuur via ANALOG, of voor
gesynchro niseerd opnemen van digitale bronnen, zoals CD, MD
en DAT.
In deze gebruiksaanwijzing wordt “silence” omschreven
als de situatie waarin het opnameniveau lager is dan het
gespecificeerde auto track­niveau.
−60, −50, −40 en −30 dB kunnen worden geselecteerd.
Een CD opnemen (1)
1
Plaats een beschrijfbare CD-R- of CD-RW-disc in het
apparaat.
Druk op de toets OPEN/CLOSE (L), plaats een disc op de disc­
lade met het disclabel omhoog en druk op de toets OPEN/
CLOSE (L) om de disclade te sluiten.
Controleer of de “NO TOC”­ en “CD­R”­ (of “CD­RW”)­indicators in
de display branden.
2
Kies de bron waarvan moet worden opgenomen met de
toets INPUT SELECT. (TAPE, LINE IN, PHONO of DIGITAL)
< De ingangsbron kan tijdens opname niet worden gewijzigd.
< U kunt niet vanaf USB naar CD opnemen.
3
Druk op de toets RECORD (K RECORD).
De rode CD RECORD­indicator rechts van de display en de
­indicator in de display knipperen.
< Terwijl “WAITING” wordt weergegeven werken de toetsen niet.
Wacht enkele seconden tot “WAITING” uit de display verdwijnt.
Als in stap
2
DIGITAL wordt geselecteerd, verschijnt de samp­
ling frequentie van de digitale bron ( ) (“FS 44_1K”, “FS
48K” of “ FS 32K”) kort nadat “WAITING” is weergegeven.
< “OPTICAL UNLOCK” verschijnt als het apparaat het digitale
signaal niet kan verwerken. Sluit in dat geval een digitaal
apparaat aan op de DIGITAL IN­aansluiting, schakel het in en
wacht enkele seconden tot het apparaat overschakelt op de
modus Record pauze.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
LINE IN PHONO