Teac AD-RW900-B - Handbuch (Seite 128)

128
< Als u niet kunt opnemen, zelfs niet als u op de toets CD record
drukt (K RECORD), laad dan een beschrijfbare disc. Controleer
of “NO TOC” en “CD­R” (of “CD­RW”) in de display verschijnen en
druk nogmaals op de toets CD record (K RECORD).
4
Kies de modus waarmee de tracknummers worden
toege kend met de toets AUTO.
Als de toets AUTO één keer wordt ingedrukt, wordt het huidige
auto track­niveau weergegeven. Druk meerdere malen op de
toets AUTO om andere instellingen te kiezen.
MANUAL
S-LEVEL -60 S-LEVEL -50 S-LEVEL -40 S-LEVEL -30
< Na 2 seconden keert de display terug naar weergave van de
track/tijd.
S-LEVEL-60/50/40/30 (de tracknummers worden automatisch
toege voegd)
De functie Auto track wordt geactiveerd en “AUTO TRACK” verschijnt.
Het weergegeven nummer geeft het auto track­niveau aan.
De tracknummers worden automatisch tijdens opname toege voegd.
Als via DIGITAL een trackwisseling wordt gedetecteerd, of als via
ANALOG een stilte (lager dan het auto track­niveau) van minstens drie
seconden of langer wordt gedetecteerd, waarna de volgende track
start (het signaal wordt luider dan het auto track­niveau), worden de
tracknummers automatisch bijgewerkt.
MANUAL (de tracknummers worden niet automatisch toege-
voegd)
In de modus MANUAL worden de tracknummers niet automatisch
toegevoegd. De druk op de toets RECORD (K RECORD) om
tracknummers handmatig toe te voegen.
< De instelling kan zowel voor DIGITAL als voor ANALOG worden
geconfigureerd. Als het apparaat wordt ingeschakeld, is voor DIGITAL
een instelling van –60 dB actief, voor LINE IN –50 dB, voor TAPE –40
dB en voor PHONE IN –30 dB.
< Als de ingangsbron wordt gewijzigd, wordt de instelling voor
S­LEVEL teruggezet naar de instelling direct na het inschakelen van
het apparaat.
< Als er via DIGITAL ( ) een CD wordt opgenomen, worden
de tracknummers toegevoegd op basis van het digitale signaal
van de CD. Het wijzigen van het auto track­niveau is meestal niet
nodig.
< Tijdens digitale opname worden tracknummers, afhankelijk van
de digitale bronspeler, niet altijd toegevoegd, zelfs als de functie
auto track is geactiveerd. Voeg in een dergelijk geval tracknummers
handmatig toe (zie pagina 130).
< Als u digitale uitzendingen of andere bronnen zonder track­
nummers opneemt, worden er geen tracknummers toege voegd,
zelfs als de functie auto track is geactiveerd. Druk tijdens het
opnemen van een track op de toets RECORD (K RECORD) om een
tracknummer toe te voegen.
< Als u via ANALOG klassieke muziek opneemt, of andere bronnen
die veel stilte bevatten, worden tracknummers wellicht niet
juist toegevoegd, zelfs als de functie auto track is geactiveerd.
Deactiveer in dit geval de functie auto track en druk op de toets
RECORD (K RECORD) om tracknummers toe te voegen
< Als u opneemt van een plaat of andere bronnen met veel inter­
ferentie, kunnen er meer onbedoelde tracknummers worden
toegevoegd dan verwacht.
< De toets AUTO kan niet worden gebruikt tijdens opname.
Als tracknummers niet juist worden toegevoegd
Als u via ANALOG bronnen opneemt met interferentie, kan het
toevoegen van tracknummers uitblijven als het auto track­niveau
lager is dan het interferentieniveau. Stel in dit geval het auto track­
niveau hoger in dan het interferentieniveau.
Als er weinig interferentie is en de track start met een zacht geluid,
waardoor het begin van de opgenomen track wordt afgekapt, stel
het auto track­niveau dan lager in.
Ruis Zacht Luid
Voorbeelden CD, MD
Plaat,
Cassettetape
S­LEVEL ­60 ­50 ­40 ­30
LINE IN PHONO
Een CD opnemen (2)