Conseils pour le lavage, Gebruik van waspoeders, Het gebruik van vioeibare nabehandeiingsmiddeien – Zanussi ZF 1446 J Benutzerhandbuch

Seite 14: Het gebruik van vioeibare wasmiddeien

Achtung! Der Text in diesem Dokument wurde automatisch erkannt. Um das ursprüngliche Dokument anzeigen, können Sie den "ursprünglichen Modus" verwenden können.

Advertising
background image

CONSEILS POUR LE LAVAGE

• Ne pas remplir excessivement le lave-linge. Pour

les premières lessives au moins, peser les charges de

linge.

A titre indicatif nous donnons ci-après le poids moyen

des pièces de linge les plus courantes:
drap

700-1000 g

taie d’oreiller

100- 200 g

nappe

400- 500 g

serviette de table

50- 100 g

torchon

70- 120 g

essuie-mains en lin

100- 150 g

essuie-mains

en éponge

150- 250 g

drap de bain

en éponge

700-1000 g

peignoir

1000-1500 g

chemise d’homme

200- 300 g

tablier de femme

150- 200 g

• Charger le linge bien séparé en alternant les piè­

ces de grande dimension et les petites pièces.

• Diviser le linge suivant les types de tissu, la résis­

tance des couleurs et le degré de saleté.

• Eviter de laver du linge non ourlé ou déchiré qui

pourrait s’effilocher.

• Avant le lavage, retirer des poches les petits objets

qu’elles contiennent éventuellement (pièces de mon­

naie, clés, vis etc.).

• Avant de laver les rideaux, retirer les crochets de

fixation.

• Fermer les boutons à pression, les fermetures à

glissière et recoudre les boutons trop lâches.

• Contrôler la solidité des couleurs en lavant sépa­

rément les vêtements colorés neufs.

• En cas de lessive regroupant des tissus exigeant

des températures différentes, choisir la plus basse.

• Laver le linge blanc seul, sans le mélanger aux

couleurs.

• Laver les petites pièces de linge et les accessoi­

res après les avoir mis dans un sachet en toile blan­

che (mouchoirs, rubans, collants etc.).

• Utiliser un détersif de bonne qualité spécifique

pour lave-linge automatique.

• Employer la juste dose de détersif.
• Pour la laine n’utiliser qu’un produit neutre en

petite quantité.

• L’eau de javel est un produit très corrosif à utili­

ser avec précaution et à conserver hors de la portée

des enfants.

• Certaines taches sont difficiles à éliminer comme

les fruits, le vin, l’herbe, la rouille etc...; il est préfé­

rable de les traiter avant le lavage à l’aide de pro­

duits spécifiques que l’on trouve normalement dans

le commerce.

Dans certains cas, il peut être utile de bien savonner

la partie tachée avant le lavage.

• Seule la laine portant le label «Pure laine vierge»

- lavable irrétrécissable» peut être lavée en machine

avec le programme spécialement prévu à cet usage.

Pour les autres types de laine, il est préférable de

s’en tenir au lavage à la main ou à sec.

• Une fois le lavage terminé, le linge humide doit

être mis à sécher le plus vite possible.

Les vêtements tricotés ou en laine doivent sécher à

l’ombre, à plat et jamais étendus sur le fil.

• Après emploi, il est conseillé de toujours débran­

cher l’appareil et de fermer le robinet d’arrivée de

l’eau.

GEBRUIK VAN DE WASMIDDELEN EN DE

NABEHANDELINGSMIDDELEN

Een goed wasresultaat hangt ook af van de keuze

en van de correcte dosering van het wasmiddel.

Correct doseren betekent: verkwisting voorkomen

en het milieu beschermen. Ook biologische

wasmiddelen bevatten stoffen waarvan hoge

dosissen het broze ecologische evenwicht van de

natuur verstoren.

Gebruik steeds machinewasmiddelen van goede

kwaliteit.

Gebruik van waspoeders

Het waspoeder moet in de vakjes van het was-

middelbakje gedaan worden voordat u het

programma in gang zet.

WASMIDDELDOSERING IN GRAM (g) OF MILLILITER (ml)

Waterhardheid in dH

4,5

Wasgoed in kg

3,5 2,25

1

Tot 7

120 g

240 ml

100 g

200 ml

80g

160 ml

50g

100 ml

7 tot 14

150 g

300 ml

120 g

240 ml

100 g

200 ml

70 g

140 ml

14 tot 21

190g

380 ml

160 g

320 ml

140 g

280 ml

90 g

180 ml

21 en meer

220 g

440 ml

180 g

360 ml

170 g

340 ml

110 g

220 ml

De bovenvermelde dosissen gelden voor alle waspoeders,

uìtgezonderd die met de vermelding «geconcentreerd».

In het vakje LU doet u het waspoeder voor de

voorwas (indien van voorwassen of - weken sprake

is).

In het vakje Üil doet u het waspoeder voor de

hoofdwas.

Voor een optimaal gebruik vindt u onderstaand

een tabel voor de wasmiddeldosering. De opgaven

hebben betrekking op het doen van uitsluitend een

hoofdwas.

Indien u, in het geval van extreem vuile was, een

voorwas of voorweek kiest, dan moet u ook vakje

LU met wasmiddel vullen. Doseer in dat vakje

ongeveer 20% minder dan op de verpakking van

het wasmiddel voor de voorwas aangegeven is.

De waterhardheid kunt u bij het water-

leidingbedrijf opvragen.

Verlaag de dosis indien:

• het wasgoed niet erg vuil is

• er een grote schuimontwikkeling is bij het

wassen.

Het gebruik van vioeibare
nabehandeiingsmiddeien

De nabehandeiingsmiddeien om het wasgoed te

verzachten of te appreteren dienen voor de

aanvang van het programma in het vakje @

gegoten te worden.

Het maximum niveau (MAX) nooit overschrijden.

Het gebruik van vioeibare

wasmiddeien

In plaats van waspoeders kunnen vioeibare

wasmiddelen worden gebruikt, vooral bij het

wassen van niet erg vuil wasgoed op middelmatige

of läge temperaturen.

In dat geval moet u een programma zonder

voorwas kiezen.

Het vioeibare wasmiddel mag pas vlak voor het

starten van het programma in het vakje lüJ

gegoten worden.

Doseer minder dan op de fies van het wasmiddel

aangegeven is.

16

53

Advertising