Sony DSLR-A100 Benutzerhandbuch

Seite 189

Advertising
background image

NL

31

De opna

mef

unc

ti

es
ge
br

uik
e

n

1

Zet de functiekeuzeknop in de stand A.

2

Selecteer een diafragmawaarde met het instelwiel.

• Het bereik van de diafragmawaarde is afhankelijk van de lens.
• De diafragmawaarde kan worden ingesteld in stapjes van 1/3 Ev.

• Alvorens op te nemen kunt u de wazigheid van het beeld snel controleren met de visuele-

scherptedieptecontrolefunctie (blz. 68).

• Als na het maken van de instellingen de juiste belichting niet wordt bereikt, knippert de sluitertijd op de

LCD-monitor en in de zoeker als u de ontspanknop tot halverwege ingedrukt houdt. U kunt op dat
moment wel opnemen, maar wij adviseren u de instellingen opnieuw te maken.

• Als de flitser omhoog is getrokken, gaat de flitser af ongeacht de hoeveelheid omgevingslicht (blz. 51).
• Als u de flitser gebruikt en het diafragma sluit (een hoger F-getal instelt), zal het flitslicht een onderwerp

op grote afstand niet bereiken. Wij adviseren u het diafragma te openen (een lager F-getal in te stellen).

• Als u het diafragma sluit (een hoger F-getal instelt), neemt de hoeveelheid licht die door de lens valt af en

wordt de sluitertijd langer. Wij adviseren u een statief te gebruiken.

z

Opnametechnieken

Scherptediepte is het bereik waarin scherpgesteld kan worden. Diafragmavergroting maakt de
scherptediepte kleiner (en het bereik waarin scherpgesteld kan worden wordt geringer) en
diafragmaverkleining maakt de scherptediepte groter (en het bereik waarin scherpgesteld kan worden
wordt groter).

Pas het diafragma aan zoals u dat wenst, om een bepaald gedeelte van het beeld scherp te krijgen of om
het gehele beeld scherp te stellen.

Functiekeuzeknop

Instelwiel

Het diafragma vergroten
Het onderwerp is
scherpgesteld terwijl de
achtergrond wazig is.

Het diafragma verkleinen
Onderwerpen, zowel dichtbij
als ver weg, worden over een
breed bereik scherpgesteld.

Advertising