Sony DSLR-A100 - Handbuch (Seite 199)

NL
41
De opna
mef
unc
ti
es
ge
br
uik
e
n
U kunt voorkomen dat het beeld overbelicht of onderbelicht wordt bij het opnemen van een
sterk belicht of zwak belicht onderwerp.
1 Beeld het Iso / zoneaanpassing-scherm af met de functie-instelknop en de Fn-knop (blz. 39).
2 Selecteer [Lo80] of [Hi200] met v/V/b/B op de besturingsknop en druk daarna op de
middenknop.
• [AUTO], [100], [200], [400], [800] en [1600] opties worden gebruikt voor de ISO-gevoeligheid
(blz. 40).
• De ISO-gevoeligheid wordt bij [Lo80] ingesteld op een vergelijkbaar niveau met ISO 80, en bij [Hi200]
met ISO 200.
• Als zoneaanpassing wordt gebruikt, is de contrastinstelling in de kleurfunctie uitgeschakeld.
• Raadpleeg de onderstaande tabel om het flitserbereik te bepalen.
zoneaanpassing
Lo80 Hiermee wordt voorkomen dat het beeld onderbelicht wordt.
Wij adviseren u dit te gebruiken voor zwak belichte
(hoofdzakelijk donkere) scènes, omdat het beeld witachtig
dreigt te worden.
Hi200 Hiermee wordt voorkomen dat het beeld overbelicht wordt.
Wij adviseren u dit te gebruiken voor sterk belichte
(hoofdzakelijk lichte) scènes, omdat het beeld een verhoogd
ruisniveau dreigt te krijgen.
Diafragma
zoneaanpassing
Lo80 Hi200
F2,8 1 – 3,8 m 1 – 6 m
F4,0 1 – 2,7 m 1 – 4,3 m
F5,6 1 – 1,9 m 1 – 3 m
AUTO
400 800
200 100
1600
Iso/zoneaanpassing
:kies :enter
Lo80 Hi200