Sony DSLR-A100 - Handbuch (Seite 210)

NL
52
• De flitserindicator wordt alleen afgebeeld als de flitser omhoog getrokken is.
( : standaardinstelling)
(Automatisch flitsen) De flitser gaat af bij opnamen in het donker of met tegenlicht.
• Dit kan niet worden geselecteerd als de functiekeuzeknop in de
stand A, S of M staat.
(Invulflits) De flitser gaat bij iedere opname af als de ingebouwde flitser
omhoog getrokken is.
(Eindsynchron.) Normaal gesproken gaat de flitser af onmiddellijk nadat de
ontspanknop is losgelaten, waarna vervolgens onderwerpen
worden opgenomen die door andere lichtbronnen worden
belicht. Hierdoor worden bij gebruik van een lange sluitertijd
bepaalde onderwerpen, zoals naijlende lichtstrepen,
onnatuurlijk afgebeeld.
In de instelling Eindflitssynchronisatie worden de
onderwerpen die door andere lichtbronnen worden belicht het
eerst opgenomen, waarna vervolgens de flitser afgaat. U kunt
een bewegend licht of het naijlen van een bewegend
onderwerp op een realistischere manier opnemen wanneer u
een bewegend onderwerp opneemt met een langere sluitertijd
met gebruikmaking van de flitser.
(Draadloos) Als u de ingebouwde flitser of een extern flitsapparaat (niet
bijgeleverd) dat op de camera is bevestigd gebruikt, kunnen
bepaalde beelden er plat uitzien. In dergelijke gevallen kan
een los flitsapparaat, opgesteld in de juiste positie, meer
contrast creëren waardoor een meer driedimensionaal beeld
ontstaat.
Over het algemeen moeten bij een dergelijke opname de
camera en het losse flitsapparaat door middel van een kabel
met elkaar verbonden zijn. Deze camera kan dit zonder kabel
doen omdat het in plaats van de kabel gebruik maakt van het
flitslicht om het signaal te zenden. Dit heet een draadloze-
flitsopname. De belichting wordt automatisch ingesteld op de
optimale waarde.
• Voor een draadloze-flitsopname is het flitsapparaat HVL-
F56AM of HVL-F36AM (niet bijgeleverd) noodzakelijk.