E[fkl, Etfgkl – ROTEL RSP-1570 Benutzerhandbuch

Seite 83

Advertising
background image

83

Nederlands

De kabel-, satelliet- of HDTV-

tuner

e[fkl

Zie figuur 5

U kunt de tv-tuner aansluiten op de Video 1 t/m

5 ingangen, maar wilt u het echt nauwgezet doen

dan zal u de tv-tuner aansluiten op Video ingang

4 of 5, omdat bij deze geen corresponderende

uitgang tegenover staat.
Als u kiest voor “VIDEO 1” let er dan goed op dat u

alleen de in- en uitgangen van “VIDEO 1” gebruikt

voor alle audio- en videoverbindingen.
Maak een videoverbinding (composiet, S-Video

en/of Component Video) van uw dvd-speler naar

één van de “VIDEO IN 1-5” ingangen. Voor

HDTV signalen, MOET u de Component Video

optie gebruiken.
Verbind de analoge audio-uitgangen links (left) en

rechts (right) van de tv-tuner met de “AUDIO-IN”

aansluitingen van de gekozen video-ingang.
DIT KAN OOK: Verbind de digitale uitgang

van uw tv-tuner (optisch of coaxiaal) met een

digitale ingang van de RSP-1068. Wijs in het

“INPUT SETUP” menu deze ingang toe aan de

corresponderende video-ingang. Voorbeeld: Als

u in de vorige alinea de video-uitgang van uw

dvd-speler verbonden heeft met video-ingang

5, wijs dan ook de digitale ingang toe aan

video-ingang 5.

De radiotuner

a

Zie figuur 6

Verbind de analoge audio-uitgangen links (left)

en rechts (right) van de tuner met de “AUDIO-IN”

aansluitingen van de tuner-ingang.
Er is voor de radiotuner geen digitale ingang.

Het opname/weergave

apparaat

etd

Zie figuur 7

Verbind de linker en rechter analoge uitgangen

(OUT) van uw opname/weergave apparaat

met de audioingangen genaamd “TAPE IN”

(left en right).
Verbind de linker en rechter analoge ingangen

(IN) van uw opname/weergave apparaat met

de audiouitgangen genaamd “TAPE OUT” (left

en right).
DIT KAN (EVENTUEEL) OOK: Bent u in het

bezit van een opname/weergave apparaat met

digitale in- en uitgangen (optisch of coaxiaal),

verbind dan de digitale uitgang van dat apparaat

met een digitale ingang van de RSP-1068 en wijs

in het “INPUT SETUP” menu deze ingang toe aan

de “TAPE” ingang. Heeft het betreffende apparaat

ook nog een digitale ingang, verbind dan één

van de digitale uitgangen van de RSP-1068 met

die digitale ingang.
Er zijn uiteraard geen video-aansluitingen nodig

voor audio-apparaten.

De Analoge of

Digitale Videorecorder

etfgkl;'

Zie figuur 8

De aansluitingen voor een videorecorder zijn

“VIDEO 1”, “VIDEO 2” en/of “VIDEO 3”. Kiest

u voor “VIDEO 1” let u er dan wel op dat u voor

alle ingangen en uitgangen de aansluitingen van

“VIDEO 1” gebruikt.
Maak een beeldverbinding tussen de “VIDEO

OUT” aansluitingen van de RSP-1068 en de

videorecorder’s video-ingangen (composiet, S-

Video en/of Component Video).
Verbind de analoge audio-uitgangen (left en right)

van de videorecorder, met de corresponderende

audio-ingangen van “VIDEO 1, 2 of 3”.
Verbind de analoge audio-ingangen (left en right)

van de videorecorder, met de corresponderende

audio-uitgangen van “VIDEO 1, 2 of 3”.
DIT KAN (EVENTUEEL) OOK: Bent u in het

bezit van een videorecorder met digitale in- en

uitgangen (optisch of coaxiaal), verbind dan de

digitale uitgang van dat apparaat met een digitale

ingang van de RSP-1068 en wijs in het “INPUT

SETUP” menu deze ingang toe aan de “VIDEO”

ingang (VIDEO 1, 2 of 3 al naar gelang). Heeft

het betreffende apparaat ook nog een digitale

ingang, verbind dan één van de digitale uitgangen

van de RSP-1068 met die digitale ingang (naar

wens: optisch of coaxiaal).

De DVD-Audio- of SACD-speler

r

Zie figuur 9

Een dvd-audio of sacd-speler (maar ook iedere

meerkanalenprocessor) sluit u aan met gewone

cinchkabels op de ingang “MULTI INPUT”. Let wel

dat u de verbindingen consistent maakt: linksvoor

aan linksvoor, rechtsachter aan rechtsachter enz.

Afhankelijk van uw systeemconfiguratie maakt u

de zes (links en rechts voor, middenkanaal, links

en rechts achter en subwoofer), zeven (daarbij

gevoegd een middenkanaal aan de achterkant)

of acht (daarbij nog een middenachterkanaal)

verbindingen.
De signalen van de meerkanaalsingang worden

zonder enige tussenkomst van wat dan ook

direct aangeboden aan de volumeregelaar om

vervolgens meteen doorgestuurd te worden naar

de uitgangen voor de eindversterkers. Wel kent

de RSP-1068 een functie waarbij de lagetonen

(beneden de 100 Hz.) van alle kanalen worden

samengevoegd tot één monosignaal waarmee de

subwoofer gevoed wordt. Hoe u dat doen moet

staat in het hoofdstuk “Het configureren van de

ingangen” op pag. 33.

De TV (Monitor)

]z

Zie figuur 10

Verbind de “TV MONITOR” uitgang met de

corresponderende ingang van uw tv (monitor). U

kunt daar zowel de composiet, de S-Video als de

Component Video verbinding voor gebruiken.

Extra informatie: De composiet verbind-

ing laat alleen composiet aangesloten bron-

nen zien, voor de S-Video verbinding geldt

hetzelfde. Daar de RSP-1068 alle inkomende

videosignalen omzet naar Component Video

signaal, lijkt het ons het meest handig om uw

tv als het even kan van deze verbinding te

voorzien.

Bij het configureren van de RSP-1068 moet u

in het menu “Other Options” van het hoofdstuk

“Algemene Instellingen” het apparaat laten weten

of u een “NTSC” of een “PAL” tv heeft.

De voorversterkeruitgangen

naar de eindversterkers

y

Zie figuur 11

D e R S P - 1 0 6 8 h e e f t v o l d o e n d e

voorversterkeruitgangen om de eindversterkers

van een compleet 5.1, 6.1 of 7.1surroundsysteem

van signaal te voorzien: het linker en rechter

voorkanaal, een middenkanaal, het linker en

rechter achterkanaal en eventueel één of twee

middenachterkanalen.
Voor het aansluiten van de eindversterkers

maakt u een verbinding tussen iedere uitgang

(PREOUT) (18) naar de eindversterker van

het corresponderende kanaal. In een volledig

surroundsysteem kan dat dus, buiten de

subwoofer, oplopen tot zeven verbindingen.

Deze verbindingen zijn: “FRONT L&R” (links en

rechts voor), “CENTER” (middenkanaal), “REAR

L&R” (links en rechts achter). Er is een mogelijkheid

om twee middenkanaalluidsprekers aan te sluiten.

In een 6.1 of 7.1 systeem komen er nog één of

twee verbindingen bij voor “CB 1” en “CB 2”

(middenachterkanalen).
Zorg ervoor dat alle versterkers verbonden worden

met de correcte uitgang:

1 Sluit de versterker voor rechtsvoor op “FRONT

R”.

2 Sluit de versterker voor linksvoor op “FRONT

L”.

3 Sluit de versterker voor het midden op “CENTER

1” of “CENTER 2”.

4 Sluit de versterker voor rechtsachter op “REAR

R”.

5 Sluit de versterker voor linksachter op “REAR

L”.

— voortdurend

Advertising